Bedekt
€ 34,90
Bedekt. Een antropologische geschiedenis van de cache-sexe tracht de vraag te beantwoorden waarom mensen door de geschiedenis heen hun geslachtsdelen hebben bedekt en waarom ze een of andere vorm van bedekking (cache-sexe) dragen.
Is een cache-sexe slechts een bescherming of is het tevens een manier om de aandacht te trekken? Wordt zo’n bedekking wellicht ook gedragen als een subtiel verleidingsmiddel? Waarom is het dragen van een cache-sexe in de ene samenleving een uitdrukking van schaamte en in een andere context niet?
Op zijn zoektocht naar een antwoord op deze vragen richt de auteur zijn blik op de vrouwelijke en mannelijke geslachtorganen. Hij beschrijft hoe dit deel van het menselijk lichaam door de tijd heen en in verschillende culturen is waargenomen en geapprecieerd. Allerlei vormen van cache-sexe bij de vrouw en de man worden besproken aan de hand van unieke en soms niet eerder gepubliceerde documentatie. Het boek besteedt verder ook aandacht aan de bedekking van de ’achterkant’.
Philip Van Kerrebroeck is emeritus-hoogleraar Urologie (Universiteit Maastricht). Hij werd geboren in Leuven (België) en volgde de opleiding chirurgie en urologie in Brussel, Utrecht, Nijmegen en San Francisco. In de loop der jaren is hij geïnteresseerd geraakt in de geschiedenis van de urologie en de culturele antropologie. Momenteel is hij voorzitter van het History Office van de European Association of Urology (EAU) en bestuurslid van het Museum Lambotte te Antwerpen.
Gerelateerde boeken
-
Lege plekken
Van de grote Joodse gemeenschap die Groningen kende, keerde na de oorlog vrijwel niemand terug. De voormalige Joodse buurt in en rond de Folkingestraat was uitgestorven, de synagoge bood veel meer ruimte dan de kleine gemeenschap kon vullen en benadrukte zo de afwezigheid van velen. De titel ‘Lege plekken’ verwijst naar deze afwezigen, maar ook naar de leegte die zij achterlieten in bredere zin: in het straatbeeld en de herinnering.
In dit boek wordt de plaats van de Joodse gemeenschap in de niet-Joodse omgeving geanalyseerd; in het bijzonder de relatie tussen de gemeente Groningen en haar Joodse stadjers. Op welke wijze is er in en na de oorlog met Joods vastgoed omgesprongen en was daarbij sprake van rechtsherstel? Ook de rol die de Groningse politie had bij het arresteren en deporteren van Joden wordt belicht, evenals de criteria waarmee de naoorlogse zuivering binnen het politieapparaat plaatvond. En hoe verliep de terugkeer en opvang van Joodse repatrianten na de oorlog? Daarbij wordt nagegaan wie hen onderdak verleenden of hen voorzagen van de benodigde kleding en voeding. Het afsluitende hoofdstuk analyseert de ontwikkelingen in de naoorlogse herinneringscultuur. Aan de orde komen de monumenten en de verschillende wijzen waarop deze de ontstane leegte vertolken. Zo trachten verscheidene historici in dit boek de ontstane leegte te markeren en te duiden.
Stefan van der Poel is universitair docent bij de vakgroep Geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn belangstelling gaat vooral uit naar de Joodse en Midden-Europese geschiedenis. In 2004 promoveerde hij op Joodse stadjers. De joodse gemeenschap in de stad Groningen, 1796-1945.
-
En toch zal ik
Marten Douwes Teenstra maakte in zijn tijd naam in de koloniën en als schrijver. Door zijn reizen, eerst in ‘de Oost’, later in ‘de West’ werd hij één van de eerste voorstanders van afschaffing slavernij (abolitionist). Nog vóór Max Havelaar (1860) en De hut van oom Tom (1852) verschenen, veroordeelde Marten al de barbaarse behandeling van de slaafgemaakten in Zuid Afrika, Java en Suriname. Het werd hem niet in dank afgenomen en leverde hem een ‘functie elders’ op.
Met zijn felle woordkeuze maakte Marten zich bij veel mensen niet geliefd. Naast zijn voortdurende strijd tegen de slavernij bleef hij tot zijn dood aantrappen tegen schijnheiligheid en hypocrisie, tegen ‘Cocksianen’, ambtenaren en bijgelovigheid.
Marten was lid van de Nederlandsche Maatschappij ter Bevordering van de Afschaffing der Slavernij,
en na zijn terugkeer in Groningen bestookte hij de regering in Den Haag onvermoeibaar met verzoekschriften om een einde te maken aan de slavernij in de Nederlandse koloniën. Mede door zijn inbreng kwam na 1854 de discussie over de slavernij op gang, waarna vlak voor zijn dood op 1 juli 1863 de slavernij werd afgeschaft.Toch is zijn naam voor veel mensen nu onbekend. Door dit boek krijgt de naam Teenstra weer de bekendheid die het verdient.
-
-
Mevrouw Sapiens
In de prehistorie hielden mannen zich bezig met jagen. Vrouwen verzamelden bessen, kookten en zorgden voor de kinderen. Zo staat het in de lesboekjes. Maar klopt dit beeld? Een internationaal team van meer dan dertig wetenschappers twijfelt er ernstig aan. Uit allerlei vondsten blijkt dat mevrouw sapiens, de prehistorische vrouw, veel machtiger en krachtiger was dan lang is gedacht.
Thomas Cirotteau is auteur en regisseur. Hij maakte de documentaire Lady Sapiens en de internationaal bekroonde film Qui a tué Néandertal?
Dr. Jennifer Kerner is docent prehistorie aan de Université Paris-Nanterre. Ze is tevens verbonden aan het CNRS (Centre National de la Recherche Scientifique) en aan verschillende musea.
Eric Pincas is historicus en journalist. Hij is hoofdredacteur van Historia.