Onderworpen, onderdrukt, geplunderd

Congo 1876-1914
Zana Mathieu Etambala

 39,90

De verovering en de zogenoemde ‘pacificatie’ van zwart Afrika waren een langdurig, ononderbroken proces. Geen jaar ging voorbij zonder oorlog, geen maand zonder repressie of gewelddadige actie! Congo werd een privaat domein van Leopold II en daarna een kolonie van België als gevolg van een echte koloniale oorlog. Dat is de boude stelling van Zana Mathieu Etambala op basis van jarenlang intensief onderzoek.

Etambala laat de mensen van toen aan het woord: de blanke militair die samen met zwarte soldaten door de brousse trekt om de lokale chefs te onderwerpen en bestookt wordt met gifpijlen, de standrechtelijke executies van muitende soldaten, de gebrekkige koloniale geneeskunde – in 1908 waren er slechts 30! artsen actief –, de vreselijke slaapziekte in het eerste decennium van de negentiende eeuw die de zwarte bevolking decimeerde …

Onderworpen, onderdrukt, geplunderd. Congo 1876-1914 onthult het echte gelaat van Congo Vrijstaat.

Zana Mathieu Etambala werd geboren in Congo en arriveerde in 1962 in Vlaanderen. Van 1982 tot 1985 werkte hij in zijn thuisland. Sinds 2020 doceert hij Afrikaanse geschiedenis aan de UGent. Als lid van de Bijzondere commissie belast met het onderzoek over het koloniaal verleden van België, schreef hij mee aan het rapport.
“Etambala levert met ‘Veroverd. Bezet. Gekoloniseerd. Congo 1876 1914’ een krachttoer. Nooit eerder werd de prelude van het Belgische kolonialisme zo uitvoerig en met zoveel zin voor detail bestudeerd.” (De Morgen)

Afmeting:
247x180x42 mm
Gewicht:
934 gram
ISBN:
9789056157272
Druk:
1
Aantal pagina's:
456
Uitgeverij:
Sterck & De Vreese
Taal:
Nederlands
Verschijningsvorm:
Hardcover
Uitgiftedatum:
10-03-2023

Gerelateerde boeken

  • God, de staat en andere vormen van dictatuur 

    Schud jezelf wakker uit je religieuze en kapitalistische sluimer!

    « Als God bestond, zou men hem moeten afschaffen,» schrijft de Russische filosoof Michail Bakoenin in zijn essay ‘God en de Staat’. Bakoenin pleit voor een samenleving zonder God, zonder meester, zonder dictator, zonder wetenschappelijke genootschappen die ons van alles voorschrijven, zelfs zonder staat. Zijn belangrijkste teksten over vrijheid en dictatuur zijn hier opgenomen met een inleiding door Paul van Dijk.

    Michail Bakoenin (1814–1876) was een Russische anarchistische filosoof. Tegenover het communistische ideaal van een sterke staat plaatste hij het idee van federale gemeenschappen met zelfbestuur. In 1848 was hij betrokken bij de opstanden in Parijs en Praag.

     22,50
  • Geschiedenis van Drenthe

    Geschiedenis van Drenthe

    Een archeologisch perspectief
    Wijnand van der Sanden
     39,50

    Geschiedenis van Drenthe

    Drenthe kent een lange bewoningsgeschiedenis. De oudste sporen van menselijke aanwezigheid gaan zeker 50.000 jaar terug, misschien wel meer dan 100.000 jaar. In die lange periode voltrekken zich grote veranderingen. Gedurende het grootste deel van die eindeloze tijd leven de bewoners als jager-verzamelaars. Vanaf 5000 v.C. nemen ze zeer geleidelijk agrarische praktijken uit zuidelijker streken over. De invloed op het landschap wordt steeds groter. Er worden akkers aangelegd en opvallende grafmonumenten opgericht: eerst hunebedden, later grafheuvels en uitgestrekte urnenvelden. Lange tijd kan de bevolking, die in kleine gehuchten woonde, haar zelfstandigheid behouden. Ze blijft buiten het Romeinse Rijk, maar rond 800 na C. volgt dan de hardhandige inlijving bij het Frankische Rijk van Karel de Grote.
    De veranderingen die dat met zich meebrengt, zijn diepgaand. De oude religie wordt langzaam verdrongen door het Christendom, er worden kerken gebouwd en de dorpen komen op hun huidige plaats terecht. Drenthe blijft ook in de eeuwen daarna een agrarische regio, met slechts enkele kleine stedelijke kernen. Adel speelt er nauwelijks een rol. De grootschalige veenafgravingen, die kort na 1600 beginnen, zullen het aanzien van het ooit door moerassen omgeven ‘oude landschap’ dramatisch veranderen.

    Geschiedenis van Drenthe – Een archeologisch perspectief geeft een overzicht van wat de archeologie heeft bijgedragen aan de kennis over Drenthe vanaf de vroegste tijden tot aan de Tweede Wereldoorlog. Vanaf de 9e eeuw zijn er weliswaar historische bronnen, maar die vertellen maar een deel van het verhaal. Archeologen kunnen met hun specifieke onderzoeksmethoden kennis over de Middeleeuwen en de Nieuw(st)e Tijd genereren die niet uit geschreven bronnen te halen is. We maken kennis met jachtkampementen, monumentale en bescheiden grafmonumenten, opgegraven gehuchten en sporen van rituelen in nederzettingen en daarbuiten. En natuurlijk ontmoeten we (anonieme) mensen, waaronder machtige hoofdmannen en een onfortuinlijk ‘lelijk eendje’.

    Dr. Wijnand van der Sanden (1953) studeerde West-Europese Prehistorie aan de Rijksuniversiteit Groningen en was 30 jaar provinciaal archeoloog van Drenthe, de eerste tien jaar in combinatie met het conservatorschap bij het Drents Museum. Sinds 2017 is hij conservator archeologie bij het Drents Museum. Hij schreef diverse boeken over veenlijken in en buiten Nederland, houten ‘godenbeelden’ uit Noordwest-Europa en galgenbergen en hunebedden in Drenthe.

     39,50
  • Rijk, maar niet in geld

    Rijk, maar niet in geld

    Vijftig jaar Friese uitgevers 1920 - 1970
    Louw Dijkstra
     49,95

    Rijk, maar niet in geld

    Rijk, maar niet in geld vertelt het verhaal van twee opeenvolgende Friese uitgevers, Kamminga en Laverman, tegen de achtergrond van de intellectualisering van het Fries tussen 1920 en 1970. Deze periode is achteraf beschouwd de ‘Gouden halve eeuw’ van de Friese cultuur: in die halve eeuw settelde het Fries, dat begin 1900 nog een volkstaal was, zich stevig als cultuurtaal, en dat ging gepaard met (en hing ook samen met) een opbloei van de Friestalige cultuur.

    De taal is in die periode zowel geïnstitutionaliseerd als geïntellectualiseerd en met name aan die intellectualisering hebben de uitgevers van nature een belangrijke bijdrage geleverd. In die halve eeuw verschenen zo’n 3500 Friese titels op een breed gebied, waaronder kinderboeken, prentenboekjes, literatuur, biografieën, studies over ruimtevaart, sportboeken, handboeken op allerlei gebied, reisgidsen en kookboeken.

    Het boek gaat dieper in op de manier waarop uitgevers functioneren in een bepaalde ontwikkelingsfase van een minderheidstaal. En niet alleen dat, maar ook hoe ze functioneerden te midden van andere instituties, zoals emancipatiebewegingen, (semi-)overheidsorganen en culturele en wetenschappelijke instellingen. Waar uitgevers in grotere taalgebieden vooral te maken hebben met de markt en in mindere mate met die institutionele achtergrond, is die verhouding in een kleinschalige omgeving geheel anders.

    Tegelijk biedt dit boek ook een kijkje in de uitgeverskeuken. Dat gebeurt aan de hand van de opeenvolgende uitgevers Kamminga (ruwweg voor 1945) en Laverman (ruwweg ná 1945). Daarbij staat Kamminga model voor de aanvankelijk vernieuwingsdrang en latere politisering van het interbellum en Laverman voor de consolidatie van de naoorlogse periode. Ook de andere Friese uitgevers komen overigens uitgebreid aan bod.

    Louw Dijkstra (1958) studeerde theologie, maar koos na zijn afstuderen voor een loopbaan in het boekenvak. Na een aantal jaren als vertaler voor verschillende Nederlandse uitgevers te hebben gewerkt, richtte hij in 1994 samen met een compagnon een eigen Friese uitgeverij op. Op dit moment is hij uitgever van Wijdemeer.

     49,95