De 19 treinen naar Sobibor
€ 24,90
Tussen 2 maart en 20 juli 1943 reden 19 treinen naar Sobibor, met daarin 34.313 Nederlandse Joden. Slechts 19 van hen overleefden het vernietigingskamp.
In de jaren na de oorlog overheerste het stilzwijgen. Het onmetelijke en onbevattelijke werd weggestopt en was niet in woorden te vatten. Dit gold echter niet voor Elie Cohen, hij kon er juist niet over zwijgen. In 1979 verscheen de eerste uitgave van zijn boek De negentien treinen naar Sobibor. Hierin beschrijft Cohen niet alleen de vernietiging van de Joden in concentratiekamp Sobibor, maar onderzoekt hij ook de achterliggende redenen van de Jodenvervolging. Tegen deze bredere achtergrond worden de gebeurtenissen in het kamp weergegeven: de aankomst van de treinen, het gedwongen werk, de wanhopige opstand en het gruwelijke beulswerk.
Cohens De negentien treinen naar Sobibor blijkt noodzakelijk en actueel. Geredigeerd, geannoteerd en voorzien van een nawoord door Elie’s zoon Dan Cohen.
Dr. Elie A. Cohen (1909 – 1993) studeerde medicijnen en werd in 1935 huisarts in Aduard. Hij was de enige uit zijn familie die Auschwitz overleefde. Hij schreef veel over de concentratiekampen en de psychische problemen die het overleven met zich meebrachten en werd door vele interviews op radio, tv en in de kranten een bekende Nederlander.
Ook bij ons beschikbaar: Tussen Aduard en Auschwitz – een indrukwekkende biografie van Elie Aron Cohen (1909–1993), waarin zijn kampervaringen en de blijvende invloed daarvan op zijn leven centraal staan.
Gerelateerde boeken
-
Joden van Leeuwarden
“Hartog Beem heeft de geschiedenis van de Joodse gemeenten buiten de Randstad op de kaart gezet. Daarvan is dit boek over Leeuwarden een onovertroffen hoogtepunt.” – Rabbijn Edward van Voolen
In 1974 verscheen de eerste editie van ‘Joden van Leeuwarden – Geschiedenis van een Joods Cultuurcentrum’. Als kenner van de joodse bronnen en jarenlang bestuurslid van de gemeente was Hartog Beem (1892 – 1987) als geen ander in staat Joods Leeuwarden van binnenuit te beschrijven, vanaf het prille begin in de zeventiende eeuw tot de jaren zeventig van de vorige eeuw. Hij was al in 1940 gevraagd maar het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog leidde tot uitstel van de plannen. Architectuurhistoricus J.F. van Agt (1922-2013) voegde een hoofdstuk toe over de Friese synagogen, de meeste inmiddels verdwenen.
Voor deze herziene editie schreef Chaim Caran, genealoog van de Friese Joden, een hoofdstuk met nieuwe gegevens over de oudste en de meer recente geschiedenis van de Joden in de Friese hoofdstad, terwijl Edward van Voolen Hartog Beem aan de huidige lezers voorstelt. Ook is het nu voorzien van een namenindex.
De bewogen geschiedenis van de Joden van Leeuwarden krijgt een bijzonder perspectief door de vele citaten uit de notulen van de gemeente, eerst in het Jiddisch en later in het Nederlands. Het tragische lot van de joden in Leeuwarden en het moeizame naoorlogse herstel beschrijft Beem als ooggetuige met ingehouden emotie.
-
Helmen vol verhalen
Helmen Vol Verhalen is een landelijk project waarin veteranen worden gekoppeld aan kunstenaars, die het persoonlijke missieverhaal van de veteraan vertalen in een kunstwerk waarin de ‘helm’ als metafoor voor het militaire beroep is verwerkt. In het boek Helmen Vol Verhalen worden de verhalen van de veteranen opgenomen en ook het verhaal van de kunstenaar achter het werk. Het vertelt waarom en hoe het kunstwerk tot stand is gekomen. Op de voorgrond staat het verhaal van de veteraan, over ‘op missie gaan’. Veel Nederlanders kunnen zich daar niets bij voorstellen. Deze verhalen geven een indrukwekkend inzicht in de werkelijkheid en de impact dat het heeft op de veteranen en hun thuisfront.
Als oud-matroos en veteraan leidt Amy van Son het project Helmen vol verhalen. ‘In vroegere tijden rukte het hele dorp uit om haar krijgers binnen te halen na een veldslag. Dat kun je je nu niet meer voorstellen. Zeker niet als het ‘jonge’ veteranen betreft. Om weer meer begrip en erkenning voor veteranen te krijgen, moeten burgers weten wat het betekent om naar een oorlog gestuurd te worden. Maar veel veteranen vinden het moeilijk hun ervaringen onder woorden te brengen. Daarom laten we veteranen hun verhaal vertellen aan een kunstenaar. Die vertaalt dat naar een kunstwerk. Het proces, het eindresultaat en de band die daaruit ontstaan, zijn helend.’
Ook voor Amy zelf. ‘De onthulling van elk kunstwerk – tweeëntwintig tot nu toe – emotioneert me telkens weer. Want door iets te betekenen voor anderen, erken ik ook mezelf.’Amy van Son brengt met Helmen vol verhalen een eerbetoon aan degenen die hun leven gewijd hebben aan de bescherming van vrijheid en vrede. Dit boek is een diepgaande en aangrijpende ervaring die je kijk op oorlog, moed en menselijkheid zal veranderen.
-
Uit de lus van de strop
Al in de jaren 1920-30 komen vele Joodse studenten uit de Oost-Europese landen naar Gent, op de vlucht voor discriminatie en raciale vervolgingen. Deze toekomstige ingenieurs studeren in de ‘Bijzondere Scholen voor de Burgerlijke Bouwkunde, Mijnen en Kunst- en Fabriekwezen’. Na hun studies kan een groot deel van hen in het Gentse industriebekken terecht.
En dan breekt de Tweede Wereldoorlog uit. Vanaf 1942 is het vooral de hoop, het vertrouwen, de moed en de kracht die in sterke mate de overlevingsdrang van de Joodse families bepalen. Niet alle verhalen lopen goed af. In het Gentse verzet nemen de ingenieurs een belangrijke plaats in, maar ook burgers uit alle lagen van de
bevolking bieden weerwerk.
Marc Verschooris reconstrueert het leven van de slachtoffers maar brengt ook de verhalen van de overlevenden die als bij wonder aan de strop van de haat zijn ontsnapt. Naast angst voor het antisemitisme van vroeger en nu, is er ook dankbaarheid voor de heldendaden van zij die resoluut kozen voor steun, respect en solidariteit. Vele, niet eerder gepubliceerde foto’s, geven de hoofdrolspelers in dit boek, een gelaat.Marc Verschooris is geassocieerd onderzoeker bij het CEGESOMA. ‘De papegaai is niet dood. Geheim agenten Albert Deweer, Albert Mélot en Albert Wouters – Gent 1944’ verscheen bij uitgeverij Sterck & De Vreese.
-
Franse para’s in Drenthe
Op 8 april 1945 sprongen 702 Franse parachutisten boven Drenthe de donkere nacht in. Het was de start van operatie Amherst.
Het doel was om het Canadese leger te ondersteunen bij de langverwachte bevrijding van Noord-Nederland. De parachutisten kregen de opdracht om het opblazen van bruggen te verhinderen, zodat het Canadese leger snel zou kunnen oprukken, maar ook om verwarring te stichten onder de vijandelijke troepen en informatie te verzamelen. Vijf dagen lang deden zevenenveertig groepjes van ongeveer vijftien man met wisselend succes hun werk. Er sneuvelden drieëndertig parachutisten, maar ook meer dan negentig Nederlanders. Uit angst voor de opmars van de geallieerden besloten de Duitsers namelijk om in de nadagen van de oorlog (veelal onschuldige) Nederlanders te doden die zij verdachten van hulp aan de para’s.
Franse para’s in Drenthe beschrijft niet alleen de opzet van operatie Amherst maar bevat ook kaarten van de landingszones. Met het boek kan de lezer de locaties bezoeken en zo een goed beeld krijgen van de situatie toen en nu.
Hoewel er in Noord-Nederland 18 herdenkingsmonumenten staan die de locaties markeren waar de parachutisten om het leven zijn gekomen, is hun bijdrage aan de bevrijding van het noorden vrij onbekend. Dit boek is niet alleen een eerbetoon aan de Franse en Nederlandse gesneuvelden, maar levert ook een belangrijke bijdrage aan het vergroten van de kennis over de bevrijding van Nederland en Noord-Nederland in het bijzonder.
Harold de Jong (1963) is sinds 1981 beroepsmilitair en bedrijfskundige. Hij zag dat er nog ruimte in de informatievoorziening was voor het verhaal over de inzet van Franse parachutisten in de provincie Drenthe en de vele burgerslachtoffers tijdens WOII. Door zijn militaire inzicht wist hij nieuw licht te werpen op de indrukwekkende geschiedenis van operatie Amherst.