De betovering van de ondergang
€ 24,90
Elke avond wandelt archeoloog en directeur van Pompeii Gabriel Zuchtriegel door de straten van de antieke stad, die bij de uitbarsting van de Vesuvius in 79 n.Chr. onder een metersdikke aslaag bedolven werd. Geconfronteerd met de bijzondere restanten van de ooit bruisende stad, overpeinst hij wat Pompeii zo bijzonder maakt. Waarom bezoeken wij deze plek en wat verwachten wij daar te vinden?
Zuchtriegel neemt de lezer mee op een betoverende reis door de eeuwen heen en laat zien hoe relevant de oudheid ook in onze tijd nog is. Deze reis vol ontdekkingen voert van de eerste serieuze opgravingen in de 19e eeuw tot de meest recente vondsten die inzicht geven in het eenvoudige leven van slaven, armoede en overbevolking. Tevens werpt hij nieuw licht op de gangbare interpretatie van de beroemde muurschildering in de Villa der Mysteriën en het Huis van de Vettii.
Archeologie gaat volgens Zuchtriegel niet alleen over mooi objecten, maar ook over menselijke ervaring en sociale veranderingen. Vol passie en met diepgaande kennis toont hij hoe Pompeii ook in de moderne tijd nog altijd resoneert met onze eigen ervaringen, gevoelens en verhalen. Zijn persoonlijke visie zorgt ervoor dat iedereen geraakt kan worden door deze betoverende schoonheid van de ondergang.
Gerelateerde boeken
-
Verdwaald in de werkelijkheid
De mens stond eeuwenlang in het centrum van een behapbaar en geborgen universum, tot Copernicus de mens uit het centrum van de kosmos verjoeg, en we uiteindelijk zelfs verbannen werden naar een uithoek van de Melkweg, een onbeduidend stipje in een onpeilbaar groot universum. Hoe meer we weten, hoe raadselachtiger de wereld blijkt. Een kosmos geregeerd door toeval, zonder plan, zonder doel. Vandaag zijn we nog steeds op zoek naar het ultieme inzicht in de fundamenten van de werkelijkheid en onze verhouding tot de kosmos. Is onze eindbestemming wel bereikbaar? Zijn we niet stilaan hopeloos verdwaald?
Hans Plets is fysicus, sterrenkundige en filosoof. In dit boek combineert hij deze drie domeinen bij zijn zoektocht naar onze kennis over de werkelijkheid en komt tot unieke inzichten op het gebied van de wetenschap, filosofie en geschiedenis.
-
Geschiedenis van Drenthe
Drenthe kent een lange bewoningsgeschiedenis. De oudste sporen van menselijke aanwezigheid gaan zeker 50.000 jaar terug, misschien wel meer dan 100.000 jaar. In die lange periode voltrekken zich grote veranderingen. Gedurende het grootste deel van die eindeloze tijd leven de bewoners als jager-verzamelaars. Vanaf 5000 v.C. nemen ze zeer geleidelijk agrarische praktijken uit zuidelijker streken over. De invloed op het landschap wordt steeds groter. Er worden akkers aangelegd en opvallende grafmonumenten opgericht: eerst hunebedden, later grafheuvels en uitgestrekte urnenvelden. Lange tijd kan de bevolking, die in kleine gehuchten woonde, haar zelfstandigheid behouden. Ze blijft buiten het Romeinse Rijk, maar rond 800 na C. volgt dan de hardhandige inlijving bij het Frankische Rijk van Karel de Grote.
De veranderingen die dat met zich meebrengt, zijn diepgaand. De oude religie wordt langzaam verdrongen door het Christendom, er worden kerken gebouwd en de dorpen komen op hun huidige plaats terecht. Drenthe blijft ook in de eeuwen daarna een agrarische regio, met slechts enkele kleine stedelijke kernen. Adel speelt er nauwelijks een rol. De grootschalige veenafgravingen, die kort na 1600 beginnen, zullen het aanzien van het ooit door moerassen omgeven ‘oude landschap’ dramatisch veranderen.Geschiedenis van Drenthe – Een archeologisch perspectief geeft een overzicht van wat de archeologie heeft bijgedragen aan de kennis over Drenthe vanaf de vroegste tijden tot aan de Tweede Wereldoorlog. Vanaf de 9e eeuw zijn er weliswaar historische bronnen, maar die vertellen maar een deel van het verhaal. Archeologen kunnen met hun specifieke onderzoeksmethoden kennis over de Middeleeuwen en de Nieuw(st)e Tijd genereren die niet uit geschreven bronnen te halen is. We maken kennis met jachtkampementen, monumentale en bescheiden grafmonumenten, opgegraven gehuchten en sporen van rituelen in nederzettingen en daarbuiten. En natuurlijk ontmoeten we (anonieme) mensen, waaronder machtige hoofdmannen en een onfortuinlijk ‘lelijk eendje’.
Dr. Wijnand van der Sanden (1953) studeerde West-Europese Prehistorie aan de Rijksuniversiteit Groningen en was 30 jaar provinciaal archeoloog van Drenthe, de eerste tien jaar in combinatie met het conservatorschap bij het Drents Museum. Sinds 2017 is hij conservator archeologie bij het Drents Museum. Hij schreef diverse boeken over veenlijken in en buiten Nederland, houten ‘godenbeelden’ uit Noordwest-Europa en galgenbergen en hunebedden in Drenthe.
-
-
Mensenjacht
Het optreden van de Sicherheitspolizei in Drenthe tijdens de Tweede Wereldoorlog€ 39,90