De brilslang, de boktor en de andere dieren
€ 19,90
In honderd korte fabels maken we kennis met de dieren in het bos. En dieren zijn precies als mensen. Ze denken na over hun leven en praten over wat hen bezighoudt: liefde, schoonheid, macht, vriendschap, identiteit en nog veel meer.
De fabels van Jan Bouwstra kenmerken zich door milde humor. Ze hebben de vorm van kleine, lichtvoetige, filosofische dialogen. Veel dierenpersonages keren regelmatig terug: de brilslang en de uil, de neushoorn en de olifant, de krekel en de egel, de muis en de kikker, de mol, de padden, de boktor, de eekhoorn, de ekster en de merel en vele anderen. En ze hebben zo hun eigen kijk op het leven.
Er is in Nederland een lange traditie van fabels, vanaf de Middeleeuwen (Van den vos Reynaerde) tot aan onze tijd (Toon Tellegen). De fabels van Jan Bouwstra passen naadloos in deze traditie, en wie zich afvraagt of er al een opvolger is voor Toon Tellegen hoeft niet langer te zoeken. Hij is er: Jan Bouwstra
Met illustraties van Angela van der Meulen
Gerelateerde boeken
-
Bekentenissen en banvloeken
‘Cioran is zwart en cynisch, maar nooit grauw. Zijn stijl is lucide, geestig, scherpzinnig. In zijn werk komt geen saaie zin voor.’ — Jan Siebelink
Na het schrijven van dit even navrante als geestige slotstuk besloot de Roemeense denker Emil Cioran (1911-1995) dat hij ‘het heelal genoeg belasterd had’. Hij schreef niet verder. Bekentenissen en banvloeken is een boek met bijtende aforismen over verveling, erfzonde, orgasme, Stalin, Keats, Heidegger, Bach, de kerkvaders, islamitische mystici, begraafplaatsen en veel meer.
De alomtegenwoordigheid van het lijden, de irrealiteit van het bestaan, de futiliteit van elk handelen en terugkerende slapeloosheid vormen de basso continuo van dit meesterwerk, want: ‘Het is terecht dat men in elk tijdperk gelooft dat men het verdwijnen van de laatste sporen van het aardse Paradijs bijwoont.’Emil Cioran was van Roemeense komaf, studeerde filosofie en schreef vanaf 1949 uitsluitend nog in het Frans. Dagenlang at hij soms niets dan aardappelen; alle arbeid noemde hij ‘hoererij’, al erkende hij ‘graden van prostitutie’. Hij las en schreef, geplaagd door slapeloosheid en depressies. Elk nieuw boek was ‘een uitgestelde zelfmoord’. De slotzin van dit boek typeert Cioran. ‘Ook ik heb mij, net als iedereen, onledig gehouden in dit abnormale universum.’
-
-
-
Hek
Het stormt in het Nederlandse landschap. De maatschappij is verzeild geraakt in een verhitte discussie over de manier waarop we ons landschap moeten gebruiken. De actuele discussie over de wijze waarop wij in Nederland ons voedsel produceren, wordt gevoed door de stikstofdiscussie en bijvoorbeeld de komst van de wolf. Het produceren van voedsel is een gerechtvaardigd doel, maar waar ligt dan de grens? De verschillende posities in het debat over natuur versus veehouderij worden ondersteund vanuit verschillende morele opvattingen en ethische theorieën. Wat is belangrijker? Het actief waarborgen van het welzijn van onze fauna of moeten we de natuur zoveel mogelijk met rust laten? De Nederlandse
boeren mengen zich fel in het debat, met een eigen pakket aan ethische overwegingen die deels overlappen met, maar deels ook tegengesteld zijn aan die van de natuurbeschermers. Martin Drenthen ontrafelt van beide partijen de argumenten en plaatst deze in een ethisch kader, zodat de discussie met alle voors en tegens in ieder geval helder gevoerd kan worden.