De brilslang, de boktor en de andere dieren
€ 19,90
In honderd korte fabels maken we kennis met de dieren in het bos. En dieren zijn precies als mensen. Ze denken na over hun leven en praten over wat hen bezighoudt: liefde, schoonheid, macht, vriendschap, identiteit en nog veel meer.
De fabels van Jan Bouwstra kenmerken zich door milde humor. Ze hebben de vorm van kleine, lichtvoetige, filosofische dialogen. Veel dierenpersonages keren regelmatig terug: de brilslang en de uil, de neushoorn en de olifant, de krekel en de egel, de muis en de kikker, de mol, de padden, de boktor, de eekhoorn, de ekster en de merel en vele anderen. En ze hebben zo hun eigen kijk op het leven.
Er is in Nederland een lange traditie van fabels, vanaf de Middeleeuwen (Van den vos Reynaerde) tot aan onze tijd (Toon Tellegen). De fabels van Jan Bouwstra passen naadloos in deze traditie, en wie zich afvraagt of er al een opvolger is voor Toon Tellegen hoeft niet langer te zoeken. Hij is er: Jan Bouwstra
Met illustraties van Angela van der Meulen
Gerelateerde boeken
-
Mens & ruimte
In 1963 publiceerde de Duitse natuurkundige en filosoof Otto Friedrich Bollnow dit standaardwerk over de relatie tussen mens en ruimte. We lezen over de plekken waar we wonen en werken; over schimmige ruimten, de prettige omgeving en angstaanjagende ruimten. Bollnow legt uit hoe we ruimten ervaren en waarom we op sommige plekken aarden en op andere niet. In het bijzonder bij antropologen, pedagogen en architecten behoort dit boek, dat in tal van talen is vertaald, inmiddels tot de verplichte literatuur.
‘Wat valt van Bollnow te leren? Bijvoorbeeld dat normen en waarden niet alleen een kwestie zijn van recht en orde, fatsoensregels en gezin, stadswachten en tourniquets, maar ook van joie de vivre, hoogwaardige stedenbouw en voldoende groen. Tijd om Bollnow aan de vergetelheid te ontrukken.’ – Jos Simons in Trouw
‘Bollnow zoekt in zijn filosofie naar de kenmerken van ‘de gelukkige ruimte’; de ruimte waarin mensen zich kunnen ontplooien. Hij streeft naar ruimtes waarin je je kunt settelen zonder te verstijven, waarin je wortel kunt schieten zonder jezelf te isoleren en waarin je jezelf kunt vertrouwen zonder jezelf op te geven.’ – Frankfurter Allgemeine Zeitung
-
De lach van de Boeddha
In de zesde eeuw voor Christus ontwikkelde de Boeddha een praktische levensfilosofie. Na zijn dood legden boeddhistische monniken zijn uitspraken vast in talloze sutta’s (Pali-Canon). Latere denkers zoals Nagarjuna (ca. 150–250) en Shantideva (ca. 685–763) werkten de boeddhistische filosofie op hun eigen wijze verder uit.
Ward Vandepitte, filosoof, promovendus aan de Radboud Universiteit en praktiserend boeddhist, legt in dit boek op heldere wijze uit wat de kernideeën zijn van het boeddhisme. Hij laat zien hoe je het boeddhisme in je eigen leven kunt toepassen. Het boeddhisme is namelijk meer dan een leer; het is ook een praktijk. Het helpt je in je dagelijkse leven bij het maken van keuzes, het omgaan met de dood, het vormen van een zelfbeeld en onthaasting.Een toegankelijke, diepgravende, vernieuwende en praktisch toepasbare ontmoeting met het boeddhisme.
Met een voorwoord door Prof. Paul van der Velde. -
Wat zouden dieren zeggen als we ze de juiste vragen stelden?
Een must voor iedereen die met dieren werkt en een genot voor iedereen die al grinnikend wil begrijpen hoe dieren denken.
Staan koeien de hele dag te niksen? Maken vogels kunst? Kunnen apen werkelijk na-apen? Zien dieren zichzelf zoals wij hen zien? Kunnen ze in opstand komen? En — misschien een vreemde vraag — is het wel gepast om in hun bijzijn te plassen?
In dit boek beantwoordt de Belgische filosofe Vinciane Despret zesentwintig verrassende vragen die vastgeroeste ideeën over dieren op de proef stellen. Ze laat onderzoekers, filosofen en dierverzorgers aan het woord en laat zien hoe we anders over dieren kunnen denken.
Met een voorwoord van Bruno Latour en een nawoord van Michel Vandenbosch
Vinciane Despret is filosoof aan de Universiteit van Luik. Ze schreef meerdere boeken over dieren, waaronder Bêtes et hommes (Gallimard, 2007) en Penser comme un rat (Quae, 2009).