De fictie van de buitenplaats

Over het komen en gaan van elites
Arnon Grunberg, Hanneke Ronnes

 15,00

In 2022 verblijft Arnon Grunberg op uitnodiging van de Rijksuniversiteit Groningen en Het Drentse Landschap een week op Landgoed Overcingel in Drenthe. Vlak voor dit stadspaleis zal worden omgebouwd tot woning en B&B mag Grunberg nog even de geuren van het verleden opsnuiven, samen met de laatste bewoner van Overcingel, kat Marcus.

Omgang met het aristocratische verleden is omgang met klassenverschillen, met onvermijdelijke mythologisering, met morele vraagstukken; vanuit het heden lijkt het verleden al snel één grote wandaad.

Dat menige buitenplaats tegenwoordig een luxehotel is, borduurt voort op de traditie dat de buitenplaats een ideaal decor is voor escapisme. En escapisme mag wat kosten, hoe rijker de mens hoe uitbundiger het escapisme. Na de uitspatting de weemoed.

Moet je schuldig en minder schuldig verleden levend houden en zo ja, hoe?

In deze bundel reflecteren Grunberg en anderen over een tijd dat de Voorzienigheid nog de scepter zwaaide over de mensen. Zoals de worm gedoemd is om te kruipen en de vogel om te vliegen, zo leken ooit ongelijkheid en onrechtvaardigheid de vanzelfsprekende doem van de mensheid.

Verschijningsvorm:
Paperback
Taal:
Nederlands
Uitgeverij:
Koninklijke Van Gorcum b.v.
Aantal pagina's:
80
Druk:
1
Uitgiftedatum:
08-11-2023
Gewicht:
141 gram
Afmeting:
210x148x6 mm
ISBN:
9789023259879

Gerelateerde boeken

  • Tussen Aduard en Auschwitz

    Tussen Aduard en Auschwitz

    En die ene ben ik - Elie Aron Cohen (1909-1993)
    Stefan van der Poel
     22,50

    Tussen Aduard en Auschwitz

    De kampervaringen en de doorwerking daarvan in het leven van Elie Aron Cohen (1909-1993) staan in deze biografie centraal. De oorlog vormde voor hem niet alleen een breuk tussen twee werelden – gesymboliseerd door Aduard en Auschwitz – maar ook tussen Joden en niet-Joden. En zelfs binnen de naoorlogse Joodse gemeenschap trok Elie scheidslijnen. Scheidslijnen die een duidelijke hiërarchie in leed aangaven, maar waarmee hij ook zijn eigen naoorlogse exclusiviteit als kampoverlevende strikt afbakende.

    Elie was naast kampoverlevende tevens arts en schrijver, aspecten die in zijn leven nauw met elkaar verbonden bleven. Het arts-zijn was, zoals hij het zelf cynisch omschreef, ‘het beroep voor de kampen’ en hielp hem te overleven. In zijn publicaties keerde Elie steeds opnieuw terug naar het kamp om zo te getuigen van wat er in de kampen gebeurd was en zijn eigen handelen als ‘prominent’ kritisch te bezien.

    Deze biografie is grotendeels gebaseerd op uniek bronnenmateriaal; met name Elie’s naoorlogse correspondentie vormt de ruggengraat van deze biografie. De vele persoonlijke brieven werpen een helder licht op zijn leven en persoonlijkheid.

     22,50
  • Op reis met de Klipfontein

    Op reis met de Klipfontein

    Verhalen van een scheepsarts 1946-1948
    Mirjam de Meijer
     22,90

    Op reis met de Klipfontein

    In 1946 monsterde Toine de Meijer als scheepsarts aan op de Klipfontein, een vrachtschip met passagiersaccommodatie. Zijn eerste reis was naar Nederlands-Indië, waar ze onder andere militairen naartoe brachten en repatrianten ophaalden. Vervolgens voer hij langs de kusten van Afrika en ten slotte naar West-Indië. Bijna dagelijks schreef hij brieven aan zijn ouders en vertelde daarin over de plaatsen die hij bezocht, het leven aan boord en over de mensen die hij ontmoette. Toine was een humoristische en vaak vileine observator. De welgestelde elite met wie hij dineerde aan de officierstafels, de bemanning, de dekpassagiers met hun levende have, de mensen aan de wal: ze komen tot leven in zijn beschrijvingen én in zijn potloodtekeningen. Ook geven de brieven een inkijk in de koloniale wereld waarin Europa destijds nog volop verkeerde, met de grote verschillen tussen de westerse passagiers en de inheemse bevolking.

    Tijdens de eerste reis met de Klipfontein ontsproot de liefde tussen Toine en Steventje Ligtelijn. Ze trouwden in 1948 en uiteindelijk besloot Toine zijn varende bestaan op te geven en huisarts aan wal te worden. Hun oudste dochter, Mirjam de Meijer, kreeg pas na de dood van haar ouders de brieven in handen. Ze besloot deze brieven te bundelen in dit boek. Een uniek stuk familiegeschiedenis wordt hiermee blootgelegd, maar ook een reisverhaal dat een interessant tijdsbeeld geeft, met als rode draad het reilen en zeilen van een scheepsarts.

     22,90
  • Amerikaanse boerderijen in Fryslân

    Amerikaanse boerderijen in Fryslân

    Hans de Haan, Jacob H.P. van der Vaart
     22,90

    Amerikaanse boerderijen in Fryslân

    De meeste mensen denken bij Friese boerderijen aan de drie traditionele modellen: de kop-hals-romp-, de kop-romp- en de stelpboerderijen. Veel minder bekend zijn de nieuwe types boerderijen, zoals de Amerikaanse modellen, die in de eerste helft van de twintigste eeuw voor het eerst in Fryslân verschijnen.

    De introductie van het Amerikaanse boerderijmodel past goed bij het vooruitstrevende karakter van boeren en landeigenaren die op zoek waren naar modernisering van hun agrarische bedrijven. Door de import van Amerikaanse bouwtechnieken en dito materialen via de Amerikaanse producent Louden worden de Amerikaanse modellen een groot succes. In Amerikaanse boerderijen in Fryslân worden deze opmerkelijke boerderijen voor het eerst in boekvorm onder de aandacht gebracht.

    Hans de Haan en Jacob H.P. van der Vaart zijn verbonden aan de Boerderijenstichting Fryslân en deden samen de afgelopen vijf jaar onderzoek naar de modernisering van de landbouw in Fryslân in de eerste helft van de twintigste eeuw.

     22,90
  • Eene quaestie van vraag en aanbod

    Eene quaestie van vraag en aanbod

    Veenbaas Alle Wytzes en zijn arbeiders in Appelscha
    Reitze Jonkman
     19,50

    Eene quaestie van vraag en aanbod

    Het is eene quaestie van vraag en aanbod, antwoordde veenbaas Van der Sluis tegenover een parlementaire commissie  op de vraag hoe in zijn Appelschaster veenderij de hoogte van de arbeiderslonen werd bepaald. Dat de machtspositie van de veenbaas bij dit overleg veel sterker was dan die van de arbeider liet hij wijselijk in het midden. Maar hoe verhield de winst van de baas zich eigenlijk tot het loon van de arbeider? Dat wordt duidelijk door de boekhouding over de jaren 1866-1897 van Alle Wytzes van der Sluis, die met zijn neven en zonen de belangrijkste verveendersfamilie in Zuidoost Friesland vormde, onder de loep te nemen. Zijn uitgaafboeken van de veenderijen in Appelscha en onder Haulerwijk geven inzicht in de uitgaven aan kapitaal en arbeid. Erfenissen en boedelbeschrijvingen tonen de omvang van de vergaarde rijkdom en dagboeken brengen de uitgekiende werkwijze van de familie aan het licht. Ook de andere kant van de medaille komt in beeld: de verdiensten van de gravers en kruiers en hun vrouwen en kinderen. Zij treden in dit boek uit de anonimiteit. Aan de hand van het cijfermateriaal kan zelfs een ‘Quote 30’ van Appelschaster veengravers worden opgesteld. Waren de veelbesproken slechte levensomstandigheden van de veenwerkers nu Mythe of Werkelijkheid? Waren de veenbazen Weldoeners of Uitbuiters? Met een aanbod van nieuw cijfermateriaal en persoonlijke verhalen van betrokkenen kan dit boek licht werpen op de discussies in onze tijd over de sociale omstandigheden van die tijd.

    Reitze Jonkman ( Wijnjeterp 1950) was werkzaam als docent wiskunde en conrector aan het Drachtster Lyceum. De combinatie van interesse in familiegeschiedenis, regionale historie en een cijfermatige aanpak daarvan leidde tot deze publicatie.

     19,50