De mens is geen plaag
€ 17,90
In De mens is geen plaag betoogt Cees Buisman dat er best plaats is voor 10 miljard mensen op aarde, zoals de voorspelling voor het jaar 2100 luidt.
Buisman analyseert in dit essay scherpzinnig enkele van de problemen waarvoor de wereld zich gesteld ziet, voornamelijk het gebrek aan zoet water. Ook rekent hij af met clichés en komt hij met onverwachte, positieve oplossingen. Overbevolking is niet het probleem, het effect van ons handelen op de rest van de wereld heeft veel meer invloed. We staan steeds weer voor de keuze tussen twee richtingen. Gaan we voor een maakbare wereld, waarin luxe en onsterfelijkheid onze drijfveren zijn, maar waarin we met milieucrises en ongelijkheid langzaam onze menselijkheid verliezen? Of kiezen we voor nieuwe drijfveren om meer mens te worden en zo te bouwen aan een schone en eerlijke wereld met alle kansen voor toekomstige generaties?
Cees Buisman studeerde waterzuivering en daarnaast bedrijfskunde, communicatieleer en toegepaste integrale psychologie. Zijn hele leven heeft hij gewerkt aan nieuwe milieutechnologieën voor het zuiveren van allerlei afvalstromen, die worden toegepast over de hele wereld. Dit heeft hij gedaan vanuit posities bij zowel het bedrijfsleven als de universiteit. Buisman is directeur van Wetsus, Europees centrum voor duurzame watertechnologie, en hoogleraar biologische kringlooptechnologie aan Wageningen Universiteit.
Gerelateerde boeken
-
De brilslang, de boktor en de andere dieren
Is er al een opvolger voor Toon Tellegen? Jazeker: Jan Bouwstra. In 100 korte fabels maken we kennis de dieren in het bos. En dieren zijn precies als mensen. Ze denken na over hun leven en praten over wat hen bezighoudt: liefde, schoonheid, macht, vriendschap, tijd, taal, identiteit en nog veel meer. De fabels van Jan Bouwstra kenmerken zich door milde humor. Ze hebben de vorm van kleine, lichtvoetige filosofische dialogen. Veel dierenpersonages keren regelmatig terug: de brilslang en de uil, de neushoorn en de olifant, de krekel en de egel, de muis en de kikker, de mol, de padden, de boktor, de eekhoorn, de ekster en de merel en vele anderen. En ze hebben zo hun eigen kijk op het leven. Met vrolijke illustraties van Angela van der Meulen.
-
Verhandeling over de aanleg van vrouwen voor de wetenschap
De begaafde Anna Maria van Schurman kreeg als eerste vrouw in Nederland toestemming om colleges te volgen. De Universiteit van Utrecht bouwde voor de gelegenheid een hokje met een gordijntje voor haar. Van Schurman kon van daaruit de colleges van theoloog Voetius bijwonen, zonder daarbij de mannelijke studenten af te leiden.
In dit korte essay uit 1641 legt Van Schurman uit waarom het logisch is om meer vrouwen toegang tot de
universiteit te verlenen. Het argumentatieve geschrift inspireerde Margaret Cavendish en Mary Wollstonecraft en gaf de aanzet tot de eerste feministische beweging. Het zeer invloedrijke essay verschijnt in een geactualiseerde vertaling van Renée Ter Haar, met een voorwoord van Angela Roothaan. Jacob Bouwman zorgde voor de selectie van relevante brieven.“Wat een genot om zo’n erudiet pleidooi te lezen van een moedige vrouw. In zijn opdracht noemt tijdgenoot Johan van Beverwijck haar ‘onsterfelijk sieraad onder de vrouwen’. Met recht.” – Trouw
-
Geschonden wereld
Midden in de Tweede Wereldoorlog schrijft historicus Johan Huizinga zijn laatste werk, een boek met een veelzeggende titel: De geschonden wereld. Door de opkomst van de massacultuur, het fascisme, en zeker het nazisme, ligt de beschaving onder vuur. De beschaving is niet alleen in de praktijk teloorgegaan, ook als idee ligt ze onder vuur. Huizinga vraagt zich af of het tij te keren is. Herstel van de beschaving is mogelijk, stelt hij, als we afstand nemen van massacultuur en materialisme. Zo scheppen we ruimte voor het individu en de geest.
Helaas weer actueel
Johan Huizinga (1872-1945) was Nederlands invloedrijkste historicus van de twintigste eeuw. Hij publiceerde onder meer het wereldberoemde Herfsttij der Middeleeuwen en het filosofisch getinte Homo Ludens.
-
De vrije wil
Kan ik doen wat ik wil? En kan ik willen wat ik wil? Wie zichzelf
kent, weet het antwoord. Natuurlijk heb ik een vrije wil en kan
ik doen wat ik wil zolang niets of niemand mij dwingt.
Toch ontkennen tal van hedendaagse wetenschappers het
bestaan van een vrije wil omdat zij menen dat de natuurwetten
het menselijk gedrag determineren. Aan die ontkenning zijn
dramatische consequenties verbonden. Welke verantwoordelijkheid
draag ik nog als mijn handelingen alleen maar de effecten
van blinde moleculaire processen zijn? Hoe zouden we de
misdadiger nog iets kunnen verwijten? Hij handelde immers
onvrijwillig. Een humane samenleving op deze basis inrichten
is onmogelijk. In het dagelijks leven blijven we hoe dan ook
kiezen en beslissen.
Over deze kwestie woedt al eeuwenlang een discussie.
Gerard Bodifee verkent de cruciale momenten die het debat
blijvend inspireerden. Zo komen onder meer de opvattingen
van Spinoza, Kant, Schopenhauer en de moderne natuurkunde
aan bod.
Ondanks al deze wijsheid en wetenschap is het wonderlijk dat
het debat nog steeds niet is beëindigd. Hebben we een vrije wil?
Het antwoord vinden we in ons dagelijks leven.Gerard Bodifee is astrofysicus, filosoof en essayist. Hij richtte het
Huis voor Filosofi e op en organiseert cursussen en lezingen in
binnen- en buitenland.