De onuitspreekbare zonde

Sodomie in de Zuidelijke Nederlanden (1400-1700)
Jonas Roelens

 27,90

Sodomie, afgeleid van de Bijbelse stad Sodom, was een breed paraplubegrip in de late middeleeuwen.

De term werd vooral gebruikt om seks tussen mannen te beschrijven. Maar ook om seks tussen vrouwen en andere seksuele handelingen niet gericht op voortplanting te benoemen.

Sodomie, de onuitspreekbare zonde, was vroeger zo verwerpelijk dat het woord in de mond nemen al een misdaad leek. Het was namelijk niet alleen een tegennatuurlijke zonde maar ook een vreselijk misdrijf waar wrede straffen op stonden.

Hoewel de bronnen schaars zijn, vond Jonas Roelens dankzij een jarenlange zoektocht in verschillende archieven
onverwacht veel informatie over deze onnoembare zonde.

Juridische, literaire, religieuze en artistieke bronnen geven houvast om het vervolgingspatroon in kaart te brengen, maar laten ook toe om na te gaan hoe men bevolkingsbreed over dit vergrijp dacht, of er sprake was van klassenjustitie en waarom in deze periode nergens in West-Europa meer sodomieten werden vervolgd dan in de Zuidelijke Nederlanden.

JONAS ROELENS is docent aan de Universiteit Gent en het KASK Gent. Met zijn proefschrift won hij in 2019 zowel de jury- als de publieksprijs van de Vlaamse PhD Cup, en de Erik Duverger-prijs.

Verschijningsvorm:
Paperback
Taal:
Nederlands
Uitgeverij:
Sterck & De Vreese
Aantal pagina's:
256
Druk:
1
ISBN:
9789464712261
Gewicht:
506 gram
Afmeting:
241x170x25 mm
Uitgiftedatum:
05-11-2024

Gerelateerde boeken

  • De onuitspreekbare zonde

    De onuitspreekbare zonde

    Sodomie in de Zuidelijke Nederlanden (1400-1700)
    Jonas Roelens
     27,90
  • Geschiedenis van Drenthe

    Geschiedenis van Drenthe

    Een archeologisch perspectief
    Wijnand van der Sanden
     39,50

    Geschiedenis van Drenthe

    Drenthe kent een lange bewoningsgeschiedenis. De oudste sporen van menselijke aanwezigheid gaan zeker 50.000 jaar terug, misschien wel meer dan 100.000 jaar. In die lange periode voltrekken zich grote veranderingen. Gedurende het grootste deel van die eindeloze tijd leven de bewoners als jager-verzamelaars. Vanaf 5000 v.C. nemen ze zeer geleidelijk agrarische praktijken uit zuidelijker streken over. De invloed op het landschap wordt steeds groter. Er worden akkers aangelegd en opvallende grafmonumenten opgericht: eerst hunebedden, later grafheuvels en uitgestrekte urnenvelden. Lange tijd kan de bevolking, die in kleine gehuchten woonde, haar zelfstandigheid behouden. Ze blijft buiten het Romeinse Rijk, maar rond 800 na C. volgt dan de hardhandige inlijving bij het Frankische Rijk van Karel de Grote.
    De veranderingen die dat met zich meebrengt, zijn diepgaand. De oude religie wordt langzaam verdrongen door het Christendom, er worden kerken gebouwd en de dorpen komen op hun huidige plaats terecht. Drenthe blijft ook in de eeuwen daarna een agrarische regio, met slechts enkele kleine stedelijke kernen. Adel speelt er nauwelijks een rol. De grootschalige veenafgravingen, die kort na 1600 beginnen, zullen het aanzien van het ooit door moerassen omgeven ‘oude landschap’ dramatisch veranderen.

    Geschiedenis van Drenthe – Een archeologisch perspectief geeft een overzicht van wat de archeologie heeft bijgedragen aan de kennis over Drenthe vanaf de vroegste tijden tot aan de Tweede Wereldoorlog. Vanaf de 9e eeuw zijn er weliswaar historische bronnen, maar die vertellen maar een deel van het verhaal. Archeologen kunnen met hun specifieke onderzoeksmethoden kennis over de Middeleeuwen en de Nieuw(st)e Tijd genereren die niet uit geschreven bronnen te halen is. We maken kennis met jachtkampementen, monumentale en bescheiden grafmonumenten, opgegraven gehuchten en sporen van rituelen in nederzettingen en daarbuiten. En natuurlijk ontmoeten we (anonieme) mensen, waaronder machtige hoofdmannen en een onfortuinlijk ‘lelijk eendje’.

    Dr. Wijnand van der Sanden (1953) studeerde West-Europese Prehistorie aan de Rijksuniversiteit Groningen en was 30 jaar provinciaal archeoloog van Drenthe, de eerste tien jaar in combinatie met het conservatorschap bij het Drents Museum. Sinds 2017 is hij conservator archeologie bij het Drents Museum. Hij schreef diverse boeken over veenlijken in en buiten Nederland, houten ‘godenbeelden’ uit Noordwest-Europa en galgenbergen en hunebedden in Drenthe.

     39,50
  • Zuivelfabrieken in Friesland

    Zuivelfabrieken in Friesland

    Marijn Molema, Peter Karstkarel
     39,90

    Zuivelfabrieken in Friesland

    In Friesland zijn sinds het einde van de negentiende eeuw meer dan 160 zuivelfabrieken gebouwd. Ruim een derde van de dorpen en steden had zo’n fabriek. Net als de kerk werd de zuivelfabriek een sociaal referentiepunt, een plek die de mensen in en rondom dorp of stad verenigde in een gemeenschappelijke activiteit, namelijk het maken van boter en kaas.

    Van al die oude zuivelfabrieken zijn nog slechts enkele in bedrijf, en meer dan honderd zijn er – soms gedeeltelijk – afgebroken. Zuivelfabrieken in Friesland geeft voor het eerst een compleet en rijk geïllustreerd overzicht van deze fabrieken en hun geschiedenis.

    In Zuivelfabrieken in Friesland plaatst historicus Marijn Molema de komst en ontwikkeling van de Friese zuivelfabrieken in een bredere, maatschappelijke context. Architectuurkenner Peter Karstkarel behandelt in het tweede deel de zuivelfabrieken alfabetisch per plaats. Hij gaat daarbij in op ontstaan, geschiedenis en architectonische kenmerken van zowel de fabriek als de directeurswoning.

    De basis voor dit standaardwerk is de collectie van Robert Visser, die al zo’n dertig jaar alles verzamelt wat ook maar enigszins te maken heeft met zuivelfabrieken en industriële processen die daarin plaatsvonden. Een unieke collectie die in dit boek is vastgelegd.

     39,90