De platenkast van Paul McCartney
€ 39,90
Met meer dan 280 miljoen verkochte albums en talloze klassiekers op zijn naam, geldt Paul McCartney als een van de grootste en invloedrijkste songwriters aller tijden. Maar naar welke albums en artiesten luisterde de componist van tijdloze klassiekers als ‘Let It Be’, ‘Yesterday’ en ‘Hey Jude’ eigenlijk zelf?
In De platenkast van Paul McCartney onthult Yorick van Norden als een muzikale detective het verborgen muzikale universum van de ex-Beatle. Aan de hand van een unieke foto van McCartneys persoonlijke verzameling reconstrueerde hij de collectie en ontdekte hij de verrassende invloeden achter zijn iconische liedjes. Hoog tijd dus voor een kijkje in De platenkast van Paul McCartney.
Yorick van Norden (1986) is zanger, songwriter en muzikant. Hij maakt albums, treedt op en schuift als popkenner regelmatig aan in radio- en tv-programma’s. Over zijn album The Jester (2018) schreef de Volkskrant: ‘Voor de nieuwe Van Norden laat je de nieuwe Paul McCartney gerust even liggen.’ Muziektijdschrift OOR noemde zijn laatste plaat Playing by Ear (2021) ‘een van de absolute hoogtepunten in de Nederlandse popmuziek.’ Yorick verdiept zich al jaren in het werk van McCartney en trad meermaals in diens voetsporen. Zo begeleidt hij muziekreizen naar Liverpool en toert hij met zijn theatervoorstelling De platenkast van Paul McCartney. Recent nam hij een album op in de legendarische Abbey Road Studios.
Gerelateerde boeken
-
-
-
-
Bombastisch, ondansbaar en weergaloos
Hoe progressieve popmuziek in de jaren zeventig alle conventies doorbrak€ 25,00Bombastisch, ondansbaar en weergaloos
€ 25,00Met de doorbraak van Spotify en het gebruik van rocksongs in commercials en Netflix-series staat de geschiedenis van de popmuziek volop in de belangstelling – óók de bombastische en ondansbare progrock van de jaren 1970.
Fred de Vries en Siebe Thissen waren jonge muziekliefhebbers in de jaren 1970. Het was de tijd waarin popmuziek zichzelf serieus begon te nemen, een kunstvorm werd. Musici koketteerden met filosofen, schrijvers, kunstenaars en goeroes. Ze verzonnen groteske namen voor hun bands, maakten artistieke klaphoezen en lapten alle conventies aan hun laars. Grenzen werden opgezocht en overschreden. Experimenteren was het parool. Virtuositeit een voorwaarde. En als je geen noten kon lezen of een gitaarsolo van dertien minuten kon spelen, dan was een dosis ongebreideld enthousiasme mooi meegenomen. Met of zonder drugs.
Ook jonge platenkopers en concertbezoekers werden meegesleept in dat uitdijende universum. Ze maakten kennis met nieuwe ideeën, beelden, boeken, kunstwerken en vooral die weergaloze muziek die nooit eerder was gehoord. Aan de hand van achtentwintig platen die een belangrijke rol in hun jeugd hebben gespeeld, brengen de auteurs een intrigerend landschap in kaart: radioshows en televisieprogramma’s, kantines en schoolpleinen, jongerencentra en platenwinkels, tijdschriften en platenhoezen creëerden een pre-digitaal informatieplatform voor nerds en muziekgeeks. Dat platform kreeg vorm in de stad én in de provincie, zoals de auteurs aan de hand van jeugdherinneringen laten zien.
De lezer krijgt een caleidoscopisch beeld van een interessante, maar nog weinig gedocumenteerde periode uit de popgeschiedenis: de jaren 1970, waarin niet alleen de Angelsaksische wereld maar ook het Europese continent een hoofdrol opeiste. Uiteraard, iconen als Yes, Pink Floyd, King Crimson en Genesis passeren de revue. Maar er is ook aandacht voor Nederlandse, Duitse, Franse, Italiaanse en Zuid-Afrikaanse muziek. Tevens rekenen de auteurs af met de mythe dat punk een einde maakte aan progressieve rock. Het genre blijkt vitaal, innovatief en neemt steeds weer nieuwe gedaantes aan – van avantprog tot postrock, van postpunk tot neoprog. Ten slotte is er aandacht voor zwarte rockbands en voor vrouwen in dit door mannen gedomineerde popdomein.





