De renga-meester
€ 29,90
De haiku’s van de Japanse dichter Matsuo Bashō (1644-1694) zijn wereldberoemd. Veel minder bekend is dat ze oorspronkelijk meestal onderdeel waren van zogenoemde renga, oftewel kettingverzen. Een renga werd al improviserend samengesteld door een groep van vaak jonge dichters, die onder leiding stond van een renga meester die zelf ook meedichtte. In één sessie maakten de meester en zijn leerlingen 36 coupletten van afwisselend drie en twee regels.
Dit boek bevat de eerste integrale vertaling van de zeventien renga die onder leiding van Bashō tot stand zijn gekomen en zijn overgeleverd; hij heeft er ongetwijfeld meer gemaakt. We zien de meester aan het werk met zijn leerlingen, lezen zijn eigen haiku in de context waarvoor ze bedoeld zijn, en maken kennis met de Japanse cultuur van het groepsdichten. Elk couplet treffen we eerst in het Japans, vervolgens in een woordelijke weergave met toelichting, en daarna in een fraaie vertaling van de hand van Wim Boot en Henk Akkermans.
Wim Boot is emeritus-hoogleraar Taal en Cultuur van Japan (Universiteit Leiden). Henk Akkermans heeft onder andere Japans gestudeerd in Leiden en is thans hoogleraar aan Tilburg University. Eerder publiceerden zij Een regenjasje voor het aapje, een integrale vertaling van Bashō’s Sarumino.
Gerelateerde boeken
-
-
Tussen Aduard en Auschwitz
De kampervaringen en de doorwerking daarvan in het leven van Elie Aron Cohen (1909-1993) staan in deze biografie centraal. De oorlog vormde voor hem niet alleen een breuk tussen twee werelden – gesymboliseerd door Aduard en Auschwitz – maar ook tussen Joden en niet-Joden. En zelfs binnen de naoorlogse Joodse gemeenschap trok Elie scheidslijnen. Scheidslijnen die een duidelijke hiërarchie in leed aangaven, maar waarmee hij ook zijn eigen naoorlogse exclusiviteit als kampoverlevende strikt afbakende.
Elie was naast kampoverlevende tevens arts en schrijver, aspecten die in zijn leven nauw met elkaar verbonden bleven. Het arts-zijn was, zoals hij het zelf cynisch omschreef, ‘het beroep voor de kampen’ en hielp hem te overleven. In zijn publicaties keerde Elie steeds opnieuw terug naar het kamp om zo te getuigen van wat er in de kampen gebeurd was en zijn eigen handelen als ‘prominent’ kritisch te bezien.
Deze biografie is grotendeels gebaseerd op uniek bronnenmateriaal; met name Elie’s naoorlogse correspondentie vormt de ruggengraat van deze biografie. De vele persoonlijke brieven werpen een helder licht op zijn leven en persoonlijkheid.
-
-