De staalwoestijn
€ 24,90
Ooit een van de mooiste landschappen van Nederland, met uitgestrekte bossen en vruchtbare landerijen. Dichters noemden het ‘Hollands Arcadië’. Tegenwoordig is het een van onze meest vervuilende en vervuilde industriegebieden. De omslag begon met het graven van het Noordzeekanaal. Het gebied werd interessant voor de zware industrie. Hoogovens, het huidige Tata, nestelde zich kort na de Eerste Wereldoorlog in het dan nog ongerepte duingebied, waarna het landschap langzaam maar zeker veranderde in een staalwoestijn.
De Staalwoestijn zoomt in op het veranderende landschap en de invloeden daarvan op de bewoners. Het eerste deel beschrijft het arcadische leven tot de komst van Hoogovens. Vervolgens lezen we over de jaren van Hoogovens tot de oliecrisis in 1973. Het slotdeel beschrijft de recente geschiedenis en blikt vooruit. Hoe moet het verder met het gebied en met de vervuilende Tata-fabriek?
Saskia Sluiter schrijft artikelen en boeken die plaatselijke- en internationale geschiedenis met elkaar verbinden. Ze is gastblogger op de Mainzer Beobachter en schrijft regelmatig artikelen in Kennemer Verleden Bulletin. Ze publiceerde eerder het boek Kibboets Beverwijk. Palestina-pioniers in Velsen-Noord en Beverwijk. Naast auteur is ze beeldend kunstenaar. Ze werkte eerder als docent ruimtelijke vormgeving aan Kunstacademie Haarlem.
Gerelateerde boeken
-
De papegaai is niet dood
Geheim agenten Albert Deweer, Albert Mélot en Albert Wouters-Gent 1944€ 27,50De papegaai is niet dood
€ 27,50Gent 1944
Marc Verschooris, geassocieerd onderzoeker bij het CEGESOMA, haalt drie geheim agenten voor het voetlicht: Albert Deweer, Albert Mélot en Albert Wouters. Op basis van tal van tot nu toe onbekende archiefstukken, ook familie-archieven, reconstrueert hij hun verzetsdaden. Vele nooit eerder gepubliceerde foto’s tonen de onverschrokken helden van toen.
Geheim agent Albert Mélot wordt geparachuteerd op 11 april 1944 en krijgt Gent als werkterrein. In de donkere nacht van de ‘nieuwe maan van mei’ springt ook zijn marconist, Albert Wouters, uit het vliegtuig. Een week na D-Day is het over en uit voor Mélot: de Duitsers brengen hem naar de Gentse gevangenis waar nog een ander geheim agent gevangenzit: Albert Deweer.
Het verzet wil beiden koste wat kost bevrijden. Op 15 juli 1944 wordt Mélot bevrijd uit een Duitse gevangeniswagen in de Gentse Papegaaistraat. De gevolgen van deze daad zijn dramatisch. Ongeveer 100 mensen, onder wie de familie Mélot, worden opgepakt. Een groot deel wordt in concentratiekampen vastgezet. De dodentol bedraagt ongeveer zestig personen.
Albert Deweer komt vrij door omkoping. Het geld wordt ter beschikking gesteld door een economische collaborateur die op een toekomstige clementie rekent. In oktober 1945 zal Deweer zijn ‘redder’, ter dood veroordeeld, op een spectaculaire manier uit dezelfde gevangenis halen en naar Frankrijk brengen waar hij als uitvinder geschiedenis zal schrijven.
Albert Wouters heeft minder geluk. In de eerste bevrijdingsmaand en met de radio op pad, treft hij de allerlaatste Duitsers, die hem genadeloos doden.
Met meer dan 100 foto’s, vaak niet eerder gepubliceerd
-
Rijk, maar niet in geld
€ 49,95Rijk, maar niet in geld vertelt het verhaal van twee opeenvolgende Friese uitgevers, Kamminga en Laverman, tegen de achtergrond van de intellectualisering van het Fries tussen 1920 en 1970. Deze periode is achteraf beschouwd de ‘Gouden halve eeuw’ van de Friese cultuur: in die halve eeuw settelde het Fries, dat begin 1900 nog een volkstaal was, zich stevig als cultuurtaal, en dat ging gepaard met (en hing ook samen met) een opbloei van de Friestalige cultuur.
De taal is in die periode zowel geïnstitutionaliseerd als geïntellectualiseerd en met name aan die intellectualisering hebben de uitgevers van nature een belangrijke bijdrage geleverd. In die halve eeuw verschenen zo’n 3500 Friese titels op een breed gebied, waaronder kinderboeken, prentenboekjes, literatuur, biografieën, studies over ruimtevaart, sportboeken, handboeken op allerlei gebied, reisgidsen en kookboeken.
Het boek gaat dieper in op de manier waarop uitgevers functioneren in een bepaalde ontwikkelingsfase van een minderheidstaal. En niet alleen dat, maar ook hoe ze functioneerden te midden van andere instituties, zoals emancipatiebewegingen, (semi-)overheidsorganen en culturele en wetenschappelijke instellingen. Waar uitgevers in grotere taalgebieden vooral te maken hebben met de markt en in mindere mate met die institutionele achtergrond, is die verhouding in een kleinschalige omgeving geheel anders.
Tegelijk biedt dit boek ook een kijkje in de uitgeverskeuken. Dat gebeurt aan de hand van de opeenvolgende uitgevers Kamminga (ruwweg voor 1945) en Laverman (ruwweg ná 1945). Daarbij staat Kamminga model voor de aanvankelijk vernieuwingsdrang en latere politisering van het interbellum en Laverman voor de consolidatie van de naoorlogse periode. Ook de andere Friese uitgevers komen overigens uitgebreid aan bod.
Louw Dijkstra (1958) studeerde theologie, maar koos na zijn afstuderen voor een loopbaan in het boekenvak. Na een aantal jaren als vertaler voor verschillende Nederlandse uitgevers te hebben gewerkt, richtte hij in 1994 samen met een compagnon een eigen Friese uitgeverij op. Op dit moment is hij uitgever van Wijdemeer.
-
Buigen onder de storm
€ 23,95Philip Mechanicus (Amsterdam 1889 – Auschwitz-Birkenau 1944) was voor de oorlog een beroemd journalist, wiens carrière na de Duitse inval eindigde met zijn verwijdering van het Algemeen Handelsblad. Toch zou hij zijn grootste prestatie pas daarna leveren, tijdens zijn anderhalfjarig verblijf in Durchgangslager Westerbork. Daar schreef hij onder zware omstandigheden, in schoolschriftjes, het dagboek In depot, een van de meest indrukwekkende egodocumenten uit de Tweede Wereldoorlog.
‘Ik heb het gevoel alsof ik als officieel reporter een schipbreuk versla,’ omschreef hij zelf zijn gedwongen internering in dit voorportaal van de hel. Na Westerbork werd Mechanicus via Bergen-Belsen naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd, waar hij in oktober 1944 werd doodgeschoten.Mechanicus’ leven weerspiegelt de bewogen geschiedenis van zijn tijd. Hij was afkomstig uit de arme jodenbuurt van Amsterdam en ontwikkelde zich door zelfstudie tot journalist. Via Het Volk en twee bladen in Nederlands-Indië kwam hij in 1920 bij het Algemeen Handelsblad terecht. Hij was een pionier in het verslaan van de ontwikkelingen in de Sovjet-Unie en in Palestina. Zijn scherpe analyses van het opkomende nazisme geven een wrange dimensie aan zijn eigen lot.
In Buigen onder de storm beschrijft journalist Koert Broersma op basis van diepgaand onderzoek en gesprekken met tientallen getuigen het bijzondere leven van Philip Mechanicus. Deze uitgebreide en geheel herziene uitgave bevat tal van nieuwe, recente onderzoeksresultaten en niet eerder gepubliceerde dagboek- en brieffragmenten.
Koert Broersma (1955) heeft diverse boeken over uiteenlopende onderwerpen geschreven. In 2016 publiceerde hij een interviewbundel over de Drentse bluesband Cuby & the Blizzards (Somebody will know someday), dat een jaar later de Publieksprijs van de Drentse Historische Vereniging won. Als vrijwillig onderzoeksmedewerker was hij enkele jaren verbonden aan Herinneringscentrum Kamp Westerbork. Deze uitgave over Philip Mechanicus, maar ook het onderzoek dat hij samen met collega Gerard Rossing naar de beroemde Westerbork-film verrichtte (Kamp Westerbork gefilmd, 1997), zijn hiervan het gevolg.
‘Je weet wel zo’n beetje wat zich in kamp Westerbork heeft afgespeeld. Denk je. Juist daarom is het zo schokkend dat je in dit boek elke keer weer wordt verrast door nieuwe feiten. Bijzonder is ook de ontdekking van nooit gepubliceerde dagboekgegevens. Alleen al het opvullen van deze omissie geeft deze indrukwekkende heruitgave een heel bijzondere lading.’ Frits Barend





