Een politiek gevangene in Nederland

Het verhaal van Hüseyin Baybasin
Rein Gerritsen

 27,50

Heeft Nederland een politieke gevangene? Het schokkende antwoord is: ja. De Koerdische politieke leider Hüseyin Baybasin zit al ruim 25 jaar vast in Nederland. Na de oprichting, in Den Haag, van het Koerdisch Parlement in Ballingschap werd hij in de raderen van de wereldpolitiek vermalen. Wetenschapsfilosoof Rein Gerritsen laat zien hoe een Turks-Nederlandse politie-eenheid bewijs vervalste, waarna criminologen, vertalers, rechters, raadsheren en politici in het web van leugens verstrikt raakten. Het voorwoord bij deze biografie is geschreven door een aantal gevangenisdirecteuren. Zij verzetten zich openlijk – heel ongebruikelijk voor ambtenaren – tegen Baybasins onterechte opsluiting.

Rein Gerritsen (1959) studeerde wijsbegeerte, natuurkunde en theoretische psychologie aan de Universiteit Utrecht. Hij is al jaren actief als wetenschapsfilosoof, vertaler en schrijver. Hij publiceerde eerder onder meer het boek James en vertaalde William James’ boek Pragmatism.

Dit boek werd gepresenteerd in Pakhuis de Zwijger op 13 september 2022. Sprekers waren onder meer hoogleraar wetenschapsfilosofie Ton Derksen, advocaat Adèle van der Plas, gevangenisdirecteur Frans Douw en natuurlijk auteur Rein Gerritsen zelf. Tevens betrad een aantal Koerdische politici en wetenschappers het podium.

Uitgiftedatum:
09-05-2022
ISBN:
9789056157715
Afmeting:
230x150x36 mm
Gewicht:
675 gram
Druk:
1
Aantal pagina's:
480
Uitgeverij:
Uitgeverij Noordboek
Taal:
Nederlands
Verschijningsvorm:
Paperback

Gerelateerde boeken

  • Kloostermoppen

    Kloostermoppen

    Middeleeuws bouwmateriaal in stad en provincie Groningen
    Edward Houting, Hans Vrijer
     35,00

    Kloostermoppen

    In de twaalfde en vooral de dertiende eeuw vestigden zich onder meer de kloosterorden van de cisterciënzers en de premonstratenzers in Noord-Nederland. Naar voorbeeld van de moederkloosters introduceerden de kloosterlingen grote bakstenen, kloostermoppen genoemd, waarmee ze vanaf het midden van de twaalfde eeuw tot in de zestiende eeuw kerken en kloosters bouwden. In dezelfde periode gebruikten ook vermogende particulieren de grote bakstenen voor de bouw van hun steenhuizen. Vanaf midden dertiende eeuw begonnen de steden zich te ontwikkelen, waarbij de bakstenen werden gebruikt voor stadsmuren en particuliere huizen. Baksteen bood de bouwheren goede mogelijkheden en was duurzamer dan de natuursteen die tot het einde van de twaalfde eeuw werd toegepast als bouwmateriaal. Klei was voor de productie en turf voor het bakken van stenen in ruime mate voorhanden in de provincie Groningen.

    In Kloostermoppen, middeleeuws bouwmateriaal in stad en provincie Groningen beschrijven Edward Houting en Hans Vrijer circa 200 middeleeuwse kerken, kloosters, steenhuizen en stadsmuren. Hiermee wordt voor het eerst een uitgebreid overzicht in boekvorm gegeven van het ontstaan en de toepassing van kloostermoppen in Groningen. De uitgave is ruim geïllustreerd met foto’s, bouwtekeningen van middeleeuwse kerken en kerktorens, kaarten en oude prenten. Bovendien voert een wandeling in de binnenstad van Groningen langs zichtbare overblijfselen van middeleeuwse gebouwen.

     35,00
  • Van top tot teen Molukker

    Van top tot teen Molukker

    Vijf generaties in Assen
    Djodjie CA Rinsampessy, Guido Abuys
     27,50

    Van top tot teen Molukker

    Winnaar DHV-prijs 2022

    De Molukse gemeenschap heeft in de 71 jaar in Nederland zijn voetafdruk achtergelaten. Weinigen zijn zich echter bewust van deze geschiedenis en de achtergrond en het heden van de Molukse gemeenschap in Nederland. Hun verhaal is meer dan een gijzeling van een gebouw of een kaping van een trein.

    In ‘Van Top tot Teen Molukker’ wordt teruggekeken op 71 jaar Molukse gemeenschap in Drenthe en Assen. Hoe ervoeren de Molukkers de reis naar Nederland en het verblijf in Schattenberg? Hoe verliep vervolgens de (gedwongen) verhuizing naar de Molukse wijken in Assen? Wat was de rol van de landelijke en de gemeentelijke politiek? Waarom verliep de huisvesting van de Molukse gemeenschap in verschillende fasen, wat uiteindelijk leidde tot drie verschillende wijken? En welke rol speelde de strijd voor de vrije Molukken?

    ‘Van Top tot Teen Molukker’ vertelt het verhaal van de ontmoeting en confrontatie met de Nederlandse cultuur aan de hand van twaalf interviews met Molukkers uit de eerste, tweede, derde, vierde en vijfde generatie. Ook worden drie Nederlanders geïnterviewd die veel contacten hebben met Molukkers, privé en professioneel.

    Djodjie CA Rinsampessy kijkt met de geïnterviewden terug op hun geschiedenis en hoe zij deze hebben ervaren. Guido Abuys beschrijft in een historisch overzicht de komst van de Molukkers en het ontstaan van de wijken.
    Het verhaal van de eerste generatie, waarvan er nog slechts enkelen in leven zijn, krijgt een speciaal kader als het wordt afgezet tegen dat van de volgende generaties. De eerste generatie vertelt over haar herinneringen aan de reis naar Nederland, waarbij de tweede generatie soms ook nog iets kan vertellen over het wonen in Schattenberg en de overgang naar de Molukse wijken in Assen. De latere generaties komen aan het woord over hun jeugd, in hoeverre zij zich nog verbonden voelen met het moederland, en waar zij hun toekomst zien.

    Van Top tot Teen Molukker is het zesde deel in de Nieuwe Asser Historische Reeks.

     27,50
  • Eene quaestie van vraag en aanbod

    Eene quaestie van vraag en aanbod

    Veenbaas Alle Wytzes en zijn arbeiders in Appelscha
    Reitze Jonkman
     19,50

    Eene quaestie van vraag en aanbod

    Het is eene quaestie van vraag en aanbod, antwoordde veenbaas Van der Sluis tegenover een parlementaire commissie  op de vraag hoe in zijn Appelschaster veenderij de hoogte van de arbeiderslonen werd bepaald. Dat de machtspositie van de veenbaas bij dit overleg veel sterker was dan die van de arbeider liet hij wijselijk in het midden. Maar hoe verhield de winst van de baas zich eigenlijk tot het loon van de arbeider? Dat wordt duidelijk door de boekhouding over de jaren 1866-1897 van Alle Wytzes van der Sluis, die met zijn neven en zonen de belangrijkste verveendersfamilie in Zuidoost Friesland vormde, onder de loep te nemen. Zijn uitgaafboeken van de veenderijen in Appelscha en onder Haulerwijk geven inzicht in de uitgaven aan kapitaal en arbeid. Erfenissen en boedelbeschrijvingen tonen de omvang van de vergaarde rijkdom en dagboeken brengen de uitgekiende werkwijze van de familie aan het licht. Ook de andere kant van de medaille komt in beeld: de verdiensten van de gravers en kruiers en hun vrouwen en kinderen. Zij treden in dit boek uit de anonimiteit. Aan de hand van het cijfermateriaal kan zelfs een ‘Quote 30’ van Appelschaster veengravers worden opgesteld. Waren de veelbesproken slechte levensomstandigheden van de veenwerkers nu Mythe of Werkelijkheid? Waren de veenbazen Weldoeners of Uitbuiters? Met een aanbod van nieuw cijfermateriaal en persoonlijke verhalen van betrokkenen kan dit boek licht werpen op de discussies in onze tijd over de sociale omstandigheden van die tijd.

    Reitze Jonkman ( Wijnjeterp 1950) was werkzaam als docent wiskunde en conrector aan het Drachtster Lyceum. De combinatie van interesse in familiegeschiedenis, regionale historie en een cijfermatige aanpak daarvan leidde tot deze publicatie.

     19,50
  • Zuivelfabrieken in Friesland

    Zuivelfabrieken in Friesland

    Marijn Molema, Peter Karstkarel
     39,90

    Zuivelfabrieken in Friesland

    In Friesland zijn sinds het einde van de negentiende eeuw meer dan 160 zuivelfabrieken gebouwd. Ruim een derde van de dorpen en steden had zo’n fabriek. Net als de kerk werd de zuivelfabriek een sociaal referentiepunt, een plek die de mensen in en rondom dorp of stad verenigde in een gemeenschappelijke activiteit, namelijk het maken van boter en kaas.

    Van al die oude zuivelfabrieken zijn nog slechts enkele in bedrijf, en meer dan honderd zijn er – soms gedeeltelijk – afgebroken. Zuivelfabrieken in Friesland geeft voor het eerst een compleet en rijk geïllustreerd overzicht van deze fabrieken en hun geschiedenis.

    In Zuivelfabrieken in Friesland plaatst historicus Marijn Molema de komst en ontwikkeling van de Friese zuivelfabrieken in een bredere, maatschappelijke context. Architectuurkenner Peter Karstkarel behandelt in het tweede deel de zuivelfabrieken alfabetisch per plaats. Hij gaat daarbij in op ontstaan, geschiedenis en architectonische kenmerken van zowel de fabriek als de directeurswoning.

    De basis voor dit standaardwerk is de collectie van Robert Visser, die al zo’n dertig jaar alles verzamelt wat ook maar enigszins te maken heeft met zuivelfabrieken en industriële processen die daarin plaatsvonden. Een unieke collectie die in dit boek is vastgelegd.

     39,90