Eeuwig landschap
€ 24,90
Teken je een ideaal landschap, dan kom je waarschijnlijk uit op het Zuid-Limburgse landschap tussen Epen en de Belgische grens. Een heuvelland met verspreid liggende bossen en buurtschappen, doorsneden door beken die uitmonden in de rivier de Geul. Toen natuurvorser Eli Heimans (1861-1914) er begin vorige eeuw voor het eerst kwam, raakte hij betoverd door de schoonheid van het glooiende landschap en de plantengroei, en vooral door het oude gesteente dat er aan de oppervlakte kwam. In 1911 verscheen Heimans’ boek Uit ons Krijtland, een onovertroffen voorbeeld van een natuurhistorische streekbeschrijving.
De auteurs Wim Huijser en Jeroen Bosch wandelen met een aantal deskundigen en betrokkenen – waaronder boswachters en boeren – in het voetspoor van Heimans en laten zien hoe uniek dit Nationaal Landschap nog altijd is. Tegelijk tonen de gesprekken die zij voeren aan dat het agrarisch grondgebruik en het toenemende toerisme sluipenderwijs een bedreiging vormen voor het landschap en de biodiversiteit. Maar ook verkennen zij de perspectieven om dit arcadisch stukje Krijtland
voor komende generaties te behouden
Gerelateerde boeken
-
-
-
Werk in een natuurmuseum
Over sabeltandkatten, watervlooien, stadsreuzen, en een steenmarter op mijn bagagedrager€ 24,90 -
Het verhaal van de kolken in het Dollardgebied
In 2014 is de werkgroep Oldambt van het IVN gestart met het project ‘Kolken in het Dollardgebied’. Het doel was om de kolken in kaart te brengen en waar mogelijk de aanwezige natuur te inventariseren. Kolken zijn ontstaan als gevolg van dijkdoorbraken. Doordat het water zich met grote kracht door de opening perste, ontstond door het kolkende water een diep gat. De doorbraak is vervolgens hersteld door om de kolk heen een nooddijk aan te leggen, waardoor de kolk binnendijks kwam te liggen.
Door de eeuwen heen zijn kolken door de boeren en de lokale bevolking gebruikt als drinkplaats voor vee, stortplaats van afval en als vis-, zwem-, en schaatswater. In de loop van de tijd zijn ondiepe kolken verland of kolken zijn gedempt door de beschikbaarheid van grotere en sterke graafmachines. In het gebied rond de Westerwoldse Aa zijn in de jaren 60 van de vorige eeuw de meeste kolken gedempt. Een klein aantal kolken is als landschapselement bewaard gebleven. Bij de ruilverkavelingen van de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werden de kolken in het Oldambt in de meeste gevallen in het kader van het toen verplichte landschapsplan als kleine perceeltjes toegewezen aan Staatsbosbeheer. Daarop werd vaak een stukje bos aangeplant. De reden van deze bosaanplant is het idee dat natuur zonder bos geen natuur kon zijn en dat een landschapselement van verre herkenbaar moest zijn. Kolken zijn tegenwoordig kleine natuurgebiedjes, die als een archipel in het voornamelijk agrarische landschap van het Oldambt liggen.
De zoektocht van de werkgroep naar bestaande en voormalige kolken is begonnen met een kaart van de bodemkundige Ir. De Smet, die rond 1960 uitvoerig de bodemeigenschappen en bodemgesteldheid van het Oldambtgebied heeft beschreven en in kaart gebracht. Op een van zijn kaarten heeft hij met rode lijnen de tracés van de bestaande, voormalige en vermoedelijke dijken aangegeven, die gedurende eeuwen in dit gebied aanwezig zijn of waren. Met blauwe stippen heeft hij de plaatsen gemarkeerd van bestaande, voormalige en vermoedelijke kolken. In totaal heeft hij 90 locaties gemarkeerd en daarvan heeft de werkgroep er ruim 30 teruggevonden, die aanwezig of herkenbaar waren. In deze kolken hebben vrijwilligers van IVN, KNNV en Club Oldambster Groen geïnventariseerd wat de toestand per kolk is, welke organismen er zich bevinden en welke natuurwaarden aanwezig zijn. Naast deze natuurinventarisaties heeft het project ook de doelstelling de cultuurhistorische waarden per kolk te inventariseren. Ze onderzoeken de geschiedenis van elke kolk, verzamelen er verhalen over en proberen er achter te komen, wat er met en rondom elke kolk in de loop der eeuwen is gebeurd. Naast het veldwerk is ook veel tijd doorgebracht in meerdere archieven.