Georg Wilhelm Steller
€ 24,90
Georg Wilhelm Steller hoort thuis in het rijtje natuurhistorische onderzoekers zoals Darwin, von Humboldt en Wallace. Hij was een Duitse geleerde in Russische dienst, die als eerste bioloog in 1741 Alaska bereikte tijdens de Tweede Kamtsjatka-expeditie onder leiding van Bering. Op de terugreis strandde de expeditie op een onbewoond eiland. Tijdens zijn onvrijwillige verblijf aldaar beschreef Steller de flora en fauna die hij op dit eiland aantrof, waaronder de reusachtige zeekoeien. Uiteindelijk bereikten de overlevende zeelieden Kamtsjatka. Voor Steller terug kon keren in Sint-Petersburg stierf hij in het winterse Siberië, belasterd door tegenstanders en gemangeld door de Russische bureaucratie. Geleerden als Pallas en Linnaeus maakten zijn ontdekkingen wereldkundig en streken de eer op voor zijn pionierswerk.
Deze uitgave bevat Stellers dagboek van de ontdekkingsreis naar Alaska, fragmenten uit zijn werk over zeezoogdieren, passages uit zijn Beschrijving van Kamtsjatka en Beschrijving van Beringeiland, aangevuld met passages uit brieven en uit de dagboeken die hij bijhield in Siberië.
Gerelateerde boeken
-
-
-
-
Kraanvogels in Nederland
Ruim twintig jaar volgt Herman Feenstra kraanvogels in het Fochteloërveen, het gebied waar het eerste Nederlandse kraanvogelkuiken sinds eeuwen is geboren. Vanaf de eerste ontmoeting is hij gefascineerd door deze unieke vogel en volgt hij alle ontwikkelingen in en buiten het gebied op de voet.
Zo heeft hij de kraanvogelpopulatie zien ontstaan en leert hij elke dag meer over kraanvogels. “Als je hun gedrag kunt lezen en hun behoefte aan veiligheid respecteert, laten ze je toe in hun wereld.”
In dit boek deelt Feenstra zijn kennis. Hij beschrijft, vaak zeer gedetailleerd, wat er in elk broedjaar gebeurt en welke factoren het broedsucces positief of negatief beïnvloeden. Daardoor krijgen we inzicht in wat kraanvogels nodig hebben om zich veilig te vestigen, een nest te bouwen en hun kuikens te laten opgroeien.
De auteur hoopt hiermee een bijdrage te leveren aan de bescherming van deze unieke vogelsoort. Hoewel het aantal kraanvogels in Nederland toeneemt, blijft de ontwikkeling kwetsbaar. Dit boek laat zien wat wij als mensen samen kunnen doen om ervoor te zorgen dat de kraanvogel zich op zijn gemak voelt en wij van deze unieke soort kunnen genieten.
OVER DE AUTEUR
Herman Feenstra verzamelt al vanaf 1977 waarnemingen van vogels in het Fochteloërveen. Vanaf 1985 doet hij dat als vrijwilliger van Natuurmonumenten en sinds 1998 is hij ook actief als wetlandwacht voor Vogelbescherming Nederland. Het is niet verwonderlijk dat hij vanaf 2000 van zijn grote passie zijn werk maakt. Het eerste jaar nog in dienst van de provincie Noord-Brabant, maar een jaar later al als zzp’er, vanuit Bureau De Kraanvogel.
Die naam is niet toevallig gekozen. Herman ontdekte in 2001 het eerste broedgeval van kraanvogels in Nederland sinds eeuwen. Door broedparen en andere kraanvogels jarenlang en vaak dagelijks te observeren, heeft hij een schat aan kennis opgedaan over het gedrag en hun interactie met de omgeving. Die eigen kennis vult hij aan met inzichten die voortkomen uit de literatuur en uitwisseling met (kraan)vogelliefhebbers in binnen- en buitenland.
Herman is onvermoeibaar in zijn strijd voor bescherming van kraanvogels en andere soorten. Hij
deelt zijn kennis en bezorgdheid in rapporten, tijdens bijeenkomsten met natuurorganisaties en overheden, op de website www.kraanvogels.net en in publicaties zoals deze.