Gewist genot
€ 17,90
In anatomische atlassen en op naakttekeningen was ze niet te zien, in de literatuur kwam ze niet ter sprake, aan het denken onttrok ze zich, en lichamelijk werd ze onderdrukt: lange tijd gold de clitoris als een te negeren orgaan van genot, een duistere en dreigende locus van het vrouwelijke. Vandaag vormt ze het brandpunt van tal van manifesten, symposia, boeken en kunstwerken: het ‘klitje’ is terug en wordt zelfs niet meer als exclusief vrouwelijk gezien.
En toch blijft de clitoris de plaats van miljoenen verwondingen, het merkteken van zoveel verboden lust en verminkt leven. Om ons te herinneren aan al haar branderigheid laat dit geëngageerd essay het woord aan een orgaan van lust dat nooit eerder een orgaan van gedachten kon worden.
Catherine Malabou is verbonden aan het Centrum voor moderne Europese wijsbegeerte van Kingston University London, en aan het Departement vergelijkende literatuurwetenschap van de Universiteit van Californië, in Irvine. Aan de Universiteit van Amsterdam bekleedde ze in 2019 de Spinoza-leerstoel.
Gerelateerde boeken
-
-
Verhandeling over de aanleg van vrouwen voor de wetenschap
De begaafde Anna Maria van Schurman kreeg als eerste vrouw in Nederland toestemming om colleges te volgen. De Universiteit van Utrecht bouwde voor de gelegenheid een hokje met een gordijntje voor haar. Van Schurman kon van daaruit de colleges van theoloog Voetius bijwonen, zonder daarbij de mannelijke studenten af te leiden.
In dit korte essay uit 1641 legt Van Schurman uit waarom het logisch is om meer vrouwen toegang tot de
universiteit te verlenen. Het argumentatieve geschrift inspireerde Margaret Cavendish en Mary Wollstonecraft en gaf de aanzet tot de eerste feministische beweging. Het zeer invloedrijke essay verschijnt in een geactualiseerde vertaling van Renée Ter Haar, met een voorwoord van Angela Roothaan. Jacob Bouwman zorgde voor de selectie van relevante brieven.“Wat een genot om zo’n erudiet pleidooi te lezen van een moedige vrouw. In zijn opdracht noemt tijdgenoot Johan van Beverwijck haar ‘onsterfelijk sieraad onder de vrouwen’. Met recht.” – Trouw
-