Gigantisch luid en tegendraads
€ 29,90
In de jaren 70 en 80 is de Apeldoornse Gigant hét podium voor bands die op het punt van doorbreken staan. Veel van de new wave-, reggae- en bluesartiesten die er optreden, staan even later op de grote festivals. Daaronder Bo Diddley, UB40, U2, Nirvana, Mink Deville, Nico, The Only Ones, Simple Minds, Fischer Z, Virgin Prunes, Dr Feelgood, Killing Joke, The Sound, Johnny Thunders, The Beat, The Cramps en Joan Jett.
Dit boek bevat vermakelijke anekdotes over en uniek fotomateriaal uit de periode 1975-1995; een tijd waarin Gigant werd gerund met een ontwapenende naïviteit en een niet te stuiten ambitie: alles moest anders. Met als leidend motief de popmuziek.
Auteurs Siwert Hoogenberg en Jan Westerhof behoren vijftig jaar geleden tot de oprichters van Gigant. Roy Tee fotografeert meer dan honderd bands in Gigant voor landelijke kranten en tijdschriften.
Gerelateerde boeken
-
-
The Kinks
In augustus 1964 schiet de single You Really Got Me van The Kinks als een komeet de internationale hitlijsten binnen. Het zijn de hoogtijdagen van de British Invasion. De gebroeders Davies vormen het hart van de band, die als een van de meest originele en invloedrijke de popgeschiedenis in zal gaan. Muziekstromingen als hardrock, heavy metal, punk en Britpop zijn schatplichtig aan The Kinks.
Toch verloopt hun carrière niet altijd voorspoedig. In 1965 krijgt de band voor vier jaar een inreisverbod voor de Verenigde Staten wegens ‘onprofessioneel gedrag’. Terwijl concurrenten als The Beatles, The Rolling Stones en The Who enorme successen boeken, staan The Kinks aan de zijlijn en verliezen de aandacht van de grootste muziekmarkt ter wereld.
Vanaf dat moment richt frontman Ray Davies zich op zijn vaderland en zijn geboortestad Londen, en becommentarieert hij in met humor doorspekte liedjes het typisch Engelse leven van alledag. In de jaren 70 en 80 wordt Amerika alsnog veroverd. The Kinks, vaak aangeduid als ”the most quintessential English band”, zijn actief tot 1996.The Kinks. Een oer-Engelse band is het eerste boek over The Kinks dat binnen het Nederlandse taalgebied verschijnt en een must-have voor de Nederlandse fans en muziekliefhebbers in het algemeen. Dick van Veelen beschrijft met veel kennis van zaken de achtergronden en levensloop van de band. Verder is het boek rijk geïllustreerd met vele niet eerder verschenen foto’s.
Met een voorwoord van Mart Smeets: “The Kinks waren eigenlijk beter dan The Beatles”.
Op www.vangorcum.nl is een gratis te downloaden verslag te vinden van alle concerten die The Kinks in Nederland hebben gegeven.
Dick van Veelen (Oosterbeek, 1952) koestert twee grote passies: de schilderkunst en dan vooral het werk van de groep Schilders van de Veluwezoom en de muziek van The Kinks. Hij is dan ook zeer betrokken bij het uitdragen en het bekendmaken van beide fenomenen als bestuurslid van respectievelijk de Stichting Museum Veluwezoom in de gemeente Renkum en de (in 2014 opgeheven) Stichting The Dutch Kinks Preservation Society. Over een aantal kunstenaars, die aan de Veluwezoom woonde en werkte schreef hij monografieën. Als bestuurslid van The Dutch Kinks Preservation Society was hij medeorganisator van de Dutch Kinks-fan-meetings in Rockcafé Stairway to Heaven in Utrecht en Muziekpodium Estrado in Harderwijk.
-
Ray en Dave Davies
Duik dieper in de boeiende wereld van The Kinks met het nieuwste meesterwerk van auteur Dick van Veelen, “Ray en Dave Davies: Going Solo na the Kinks”. Dit boek vormt het kroonstuk van een trilogie gewijd aan de legendarische Engelse band en werpt een verhelderende blik op de solocarrières van de broers Ray en Dave Davies.
Het avontuur begon met “The Kinks – Een oer-Engelse band” in 2020, waarin de opkomst en ondergang van The Kinks werd verteld, van de jeugdjaren in de Noord-Londense wijk Muswell Hill tot het ‘officieuze’ einde van de band in 1996. Het vervolg, “The Kinks – Concerten in Nederland” uit 2021, documenteerde gedetailleerd alle memorabele optredens in Nederland, verrijkt met recensies, documenten en unieke foto’s.
In “Ray en Dave Davies: Going Solo na the Kinks” opent zich een nieuw hoofdstuk. Vanaf 1996, gedurende een periode van (voorlopig) 25 jaar, verkent het boek de solocarrières van de broers, waarbij albums, boeken, musicals, documentaires en live optredens de revue passeren. Ondanks dat de solocarrières niet de legendarische hoogten bereiken zoals die met The Kinks werden bereikt, zijn de projecten van beide broers zeker het ontdekken waard.
Met oog voor detail en diepgaand onderzoek neemt Dick van Veelen ons mee naar het jaar 1993, een tijd van overlappende activiteiten tussen de band en de opkomende soloprojecten van vooral Ray. Ontdek de stappen die Ray zet om los te komen van zijn band, terwijl The Kinks in 1993 nog steeds actief zijn en zelfs een volwaardig album, “Phobia,” uitbrengen.
Van Veelen werpt ook een blik op de nostalgische momenten, zoals Dave Davies’ meest nostalgische compositie “Fortis Green” uit 1999, die op zijn gelijknamige album verschijnt en teruggrijpt naar zijn jeugd en het gezin waarin beide broers opgroeiden.
“Ray en Dave Davies: Going Solo” is een meeslepende reis door de individuele artistieke paden van twee muzikale iconen. Met aandacht voor zowel hoogte- als dieptepunten belicht Van Veelen de rijke erfenis van Ray en Dave Davies na The Kinks. Een absolute must-have voor elke muziekliefhebber en fan van The Kinks!
Thomas Verbogt, auteur en columnist van Dagblad de Gelderlander, schreef het voorwoord.
-
Bombastisch, ondansbaar en weergaloos
Hoe progressieve popmuziek in de jaren zeventig alle conventies doorbrak€ 25,00Bombastisch, ondansbaar en weergaloos
Met de doorbraak van Spotify en het gebruik van rocksongs in commercials en Netflix-series staat de geschiedenis van de popmuziek volop in de belangstelling – óók de bombastische en ondansbare progrock van de jaren 1970.
Fred de Vries en Siebe Thissen waren jonge muziekliefhebbers in de jaren 1970. Het was de tijd waarin popmuziek zichzelf serieus begon te nemen, een kunstvorm werd. Musici koketteerden met filosofen, schrijvers, kunstenaars en goeroes. Ze verzonnen groteske namen voor hun bands, maakten artistieke klaphoezen en lapten alle conventies aan hun laars. Grenzen werden opgezocht en overschreden. Experimenteren was het parool. Virtuositeit een voorwaarde. En als je geen noten kon lezen of een gitaarsolo van dertien minuten kon spelen, dan was een dosis ongebreideld enthousiasme mooi meegenomen. Met of zonder drugs.
Ook jonge platenkopers en concertbezoekers werden meegesleept in dat uitdijende universum. Ze maakten kennis met nieuwe ideeën, beelden, boeken, kunstwerken en vooral die weergaloze muziek die nooit eerder was gehoord. Aan de hand van achtentwintig platen die een belangrijke rol in hun jeugd hebben gespeeld, brengen de auteurs een intrigerend landschap in kaart: radioshows en televisieprogramma’s, kantines en schoolpleinen, jongerencentra en platenwinkels, tijdschriften en platenhoezen creëerden een pre-digitaal informatieplatform voor nerds en muziekgeeks. Dat platform kreeg vorm in de stad én in de provincie, zoals de auteurs aan de hand van jeugdherinneringen laten zien.
De lezer krijgt een caleidoscopisch beeld van een interessante, maar nog weinig gedocumenteerde periode uit de popgeschiedenis: de jaren 1970, waarin niet alleen de Angelsaksische wereld maar ook het Europese continent een hoofdrol opeiste. Uiteraard, iconen als Yes, Pink Floyd, King Crimson en Genesis passeren de revue. Maar er is ook aandacht voor Nederlandse, Duitse, Franse, Italiaanse en Zuid-Afrikaanse muziek. Tevens rekenen de auteurs af met de mythe dat punk een einde maakte aan progressieve rock. Het genre blijkt vitaal, innovatief en neemt steeds weer nieuwe gedaantes aan – van avantprog tot postrock, van postpunk tot neoprog. Ten slotte is er aandacht voor zwarte rockbands en voor vrouwen in dit door mannen gedomineerde popdomein.