Hans Vermeulen
€ 24,90
Hans Vermeulen (1947-2017) was zanger, instrumentalist, producer, arrangeur en songwriter van Sandy Coast, Rainbow Train en onder meer Anita Meyer. Hits als ‘True Love That’s A Wonder’ en ‘The Eyes Of Jenny’ zijn nog regelmatig te horen op de radio. Een prima gozer wordt hij genoemd, charismatisch maar ook gevoelig voor verleidingen en gemakzuchtig. Daardoor breekt hij nooit door in Amerika.
Na een echtscheiding, een buitenechtelijke dochter, een miljoenenschuld en een drank- en drugsverslaving emigreerde Vermeulen eind jaren negentig naar het Thaise eiland Koh Samui, waar hij huwde met zangeres/gitariste Jariya ‘Aom’ Chatsuwan en leefde van de opbrengst van zijn hits.
In dit boek laat Jos de Gruiter dertig direct betrokkenen aan het woord, onder wie Vermeulens Thaise weduwe, zijn kinderen, managers, voormalige bandleden, touroperators, roadies, Anita Meyer, Hilde Marchal (Vermeulens eerste vrouw), Harry Knipschild, Earringbassist Rinus Gerritsen, voormalig deejay en ondernemer Tony Berk en dirigent Dick Bakker van het Metropole Orkest. Zij schetsen het beeld van een muzikant die door velen geniaal werd genoemd, ‘maar niet iedere dag’, zoals een van de geïnterviewden vaststelt.
Jos de Gruiter is journalist, bladenmaker en schrijver van non-fictie boeken, onder meer over de rechterlijke macht, het verschijnsel ‘nakomertje’ en het leven tijdens de bezettingsjaren in het duodorp Hoogmade/Woubrugge.
Gerelateerde boeken
-
Tussen Grolloo en Austin
Begin jaren zestig maakte Egbert Meijers kennis met zenders als AFN en Radio Luxembourg en de blues- en countrymuziek: Hank Williams, Jimmie Rodgers, Son House, John Lee Hooker. Het werd een ommekeer in zijn leven. De accordeon werd een gitaar en Beethovens ‘Für Elise’ werd vervangen door ‘Mean Woman Blues’ van Elvis. De in Grolloo geboren en getogen boerenzoon Meijers ging achter de muziek aan en vond daarin een liefde die zijn leven inhoud en betekenis gaf.
De liedjes die hij sinds de jaren zeventig schreef, zong hij liever tussen de coulissen dan frontaal voor het voetlicht. Desondanks brachten ze hem in Nederland, België, Duitsland, Noorwegen en Amerika op podia en in radio en tv-programma’s. Vaak met andere artiesten: Harry Muskee, Frédérique Spigt, JP den Tex, Ad Vanderveen, Ad van Meurs, Fred Eaglesmith, Peter Rowan, Walt Wilkins, Paula Nelson, Jerry Jeff Walker.
Meijers nam tevens als culturele duizendpoot talrijke initiatieven, zoals het Big Bear Festival, het Muzem! festival, De Drentse Bluesopera, symfonie Ode an de Ao en diverse radio- en tv-programma’s. Daarnaast werkte hij mee aan tal van activiteiten en publicaties op het gebied van regionale taal en cultuur.
Aan dit rijk geïllustreerde boek leverden meer dan vijftig mensen een bijdrage. Zij laten door hun ogen zien wie Egbert Meijers is en wat hij voor hen, en Drenthe, betekent. Daarmee is ‘Tussen Grolloo en Austin’ een bijzondere biografie geworden van een man die in hart en ziel artiest is.
‘Tussen Grolloo en Austin’ neemt je ook mee op een reis langs talrijke ingrijpende gebeurtenissen van de afgelopen vijftig jaar. Gebeurtenissen die Meijers inspireerden tot het schrijven van indringende en persoonlijke liedjes.
“Ze brengen deze in Grolloo geboren songwriter naar het absolute erebankje van de Nederlandse artiesten die zich wagen aan dit genre”. Rein van den Berg, Plato
-
The Kinks
In augustus 1964 schiet de single You Really Got Me van The Kinks als een komeet de internationale hitlijsten binnen. Het zijn de hoogtijdagen van de British Invasion. De gebroeders Davies vormen het hart van de band, die als een van de meest originele en invloedrijke de popgeschiedenis in zal gaan. Muziekstromingen als hardrock, heavy metal, punk en Britpop zijn schatplichtig aan The Kinks.
Toch verloopt hun carrière niet altijd voorspoedig. In 1965 krijgt de band voor vier jaar een inreisverbod voor de Verenigde Staten wegens ‘onprofessioneel gedrag’. Terwijl concurrenten als The Beatles, The Rolling Stones en The Who enorme successen boeken, staan The Kinks aan de zijlijn en verliezen de aandacht van de grootste muziekmarkt ter wereld.
Vanaf dat moment richt frontman Ray Davies zich op zijn vaderland en zijn geboortestad Londen, en becommentarieert hij in met humor doorspekte liedjes het typisch Engelse leven van alledag. In de jaren 70 en 80 wordt Amerika alsnog veroverd. The Kinks, vaak aangeduid als ”the most quintessential English band”, zijn actief tot 1996.The Kinks. Een oer-Engelse band is het eerste boek over The Kinks dat binnen het Nederlandse taalgebied verschijnt en een must-have voor de Nederlandse fans en muziekliefhebbers in het algemeen. Dick van Veelen beschrijft met veel kennis van zaken de achtergronden en levensloop van de band. Verder is het boek rijk geïllustreerd met vele niet eerder verschenen foto’s.
Met een voorwoord van Mart Smeets: “The Kinks waren eigenlijk beter dan The Beatles”.
Op www.vangorcum.nl is een gratis te downloaden verslag te vinden van alle concerten die The Kinks in Nederland hebben gegeven.
Dick van Veelen (Oosterbeek, 1952) koestert twee grote passies: de schilderkunst en dan vooral het werk van de groep Schilders van de Veluwezoom en de muziek van The Kinks. Hij is dan ook zeer betrokken bij het uitdragen en het bekendmaken van beide fenomenen als bestuurslid van respectievelijk de Stichting Museum Veluwezoom in de gemeente Renkum en de (in 2014 opgeheven) Stichting The Dutch Kinks Preservation Society. Over een aantal kunstenaars, die aan de Veluwezoom woonde en werkte schreef hij monografieën. Als bestuurslid van The Dutch Kinks Preservation Society was hij medeorganisator van de Dutch Kinks-fan-meetings in Rockcafé Stairway to Heaven in Utrecht en Muziekpodium Estrado in Harderwijk.
-
Bombastisch, ondansbaar en weergaloos
Hoe progressieve popmuziek in de jaren zeventig alle conventies doorbrak€ 25,00Bombastisch, ondansbaar en weergaloos
Met de doorbraak van Spotify en het gebruik van rocksongs in commercials en Netflix-series staat de geschiedenis van de popmuziek volop in de belangstelling – óók de bombastische en ondansbare progrock van de jaren 1970.
Fred de Vries en Siebe Thissen waren jonge muziekliefhebbers in de jaren 1970. Het was de tijd waarin popmuziek zichzelf serieus begon te nemen, een kunstvorm werd. Musici koketteerden met filosofen, schrijvers, kunstenaars en goeroes. Ze verzonnen groteske namen voor hun bands, maakten artistieke klaphoezen en lapten alle conventies aan hun laars. Grenzen werden opgezocht en overschreden. Experimenteren was het parool. Virtuositeit een voorwaarde. En als je geen noten kon lezen of een gitaarsolo van dertien minuten kon spelen, dan was een dosis ongebreideld enthousiasme mooi meegenomen. Met of zonder drugs.
Ook jonge platenkopers en concertbezoekers werden meegesleept in dat uitdijende universum. Ze maakten kennis met nieuwe ideeën, beelden, boeken, kunstwerken en vooral die weergaloze muziek die nooit eerder was gehoord. Aan de hand van achtentwintig platen die een belangrijke rol in hun jeugd hebben gespeeld, brengen de auteurs een intrigerend landschap in kaart: radioshows en televisieprogramma’s, kantines en schoolpleinen, jongerencentra en platenwinkels, tijdschriften en platenhoezen creëerden een pre-digitaal informatieplatform voor nerds en muziekgeeks. Dat platform kreeg vorm in de stad én in de provincie, zoals de auteurs aan de hand van jeugdherinneringen laten zien.
De lezer krijgt een caleidoscopisch beeld van een interessante, maar nog weinig gedocumenteerde periode uit de popgeschiedenis: de jaren 1970, waarin niet alleen de Angelsaksische wereld maar ook het Europese continent een hoofdrol opeiste. Uiteraard, iconen als Yes, Pink Floyd, King Crimson en Genesis passeren de revue. Maar er is ook aandacht voor Nederlandse, Duitse, Franse, Italiaanse en Zuid-Afrikaanse muziek. Tevens rekenen de auteurs af met de mythe dat punk een einde maakte aan progressieve rock. Het genre blijkt vitaal, innovatief en neemt steeds weer nieuwe gedaantes aan – van avantprog tot postrock, van postpunk tot neoprog. Ten slotte is er aandacht voor zwarte rockbands en voor vrouwen in dit door mannen gedomineerde popdomein.
-
The Who
‘We zijn anti-bazen, anti-jong getrouwde stelletjes en anti-middelbare leeftijd’. Pete Townshend.
Voor velen is en blijft The Who met reden de ultieme rockband.The Who behoort samen met The Beatles, The Kinks en The Rolling Stones onbetwist tot de grootste van de Engelse bands uit de jaren zestig. Hun bekendste hit uit die jaren, My Generation, is een icoon van de popmuziek geworden. Door het grote succes van de rockopera Tommy (1969), Who’s Next (1971) en Quadrophenia (1973) wist de groep zijn populariteit in de jaren zeventig te continueren. Dan behoort The Who – met Led Zeppelin, Deep Purple, Pink Floyd en opnieuw The Rolling Stones – tot de absolute top.
The Who maakt dankzij het creatieve brein van gitarist Pete Townshend rock met inhoud, zodat zowel ‘arbeider als intellectueel’ van de muziek van The Who kan genieten. Maar Townshend kon zijn composities alleen goed vormgeven dankzij de uitzonderlijke muzikale kwaliteiten van zanger Roger Daltrey, bassist John Entwistle en drummer Keith Moon. Niet alleen op de albums, maar zeker ook live. Het boek besteedt dan ook veel aandacht aan hun befaamde optredens, zoals die op de festivals van Monterey (1967), Woodstock (1969) en Wight (1969/ 1970). De in Nederland gegeven concerten, het laatste in 2015 in het Ziggo Dome, komen eveneens aan bod.
Naast de aandacht voor de muziek en optredens van The Who, komen ook de turbulente privélevens van de band voorbij, inclusief de tragische, vroegtijdige dood van Keith Moon in 1978. The Who ging door zonder hem en dat gebeurde ook na de dood van John Entwistle in 2002. Nog in 2019 verraste Pete Townshend en Roger Daltrey hun publiek met het uiterst vitale album Who.
The Who, de ultieme rockband is een must-have voor de fan maar ook voor iedere lezer die geïnteresseerd is in de geschiedenis van de (rock)muziek.Loek Dekker (1957) is historicus. Hij publiceerde over de Franse Tijd en het verzet in de Tweede Wereldoorlog en van zijn hand verschenen twee muziekbiografieën in de reeks Rockklassiekers: Livin’ Blues, bluesrock met internationale allure (2016) en Crosby, Stills, Nash & Young, de Woodstock-generatie (2019).