Kaas = NL? Melk, koe, ras, kolonie, taal, kunst, mest en meer
Kaas en Nederland worden vaak in een adem genoemd. Bovendien worden kaas en Nederland verbonden met een nostalgische idealisering van het platteland. Dit boek zoekt de werkelijkheid achter de mythe van ‘kaas als typisch voor Nederland’. Het resultaat toont een kleurrijk palet waarbij kaas en alles wat met kaas te maken heeft op de studietafel wordt gelegd. De auteurs nemen u mee naar koeienstallen en ultrarechtse social media, naar kaasletters, vroegmoderne diplomatie en emigratieliteratuur, naar koeienrassen, koeientaal, Texelse groene kaas en achttiende-eeuwse poëzie over de winsten uit vette melkkoeien, naar kunst over kaas en de uitspraak van kaas, naar de (mede)klinkers die een koe uitspreekt, naar raciale theorieën over witte melk … Een geschiedenis van het kaasmaken, van alle woorden voor kaas die het Nederlands gekend heeft en een analyse van de koe in de Nederlandse landbouwpolitiek kunnen natuurlijk niet ontbreken. Hoe maakt kaas Nederland?
Leonie Cornips, Marieke Hendriksen en Geertje Mak zochten een groep auteurs bijeen, die elk vanuit hun eigen discipline zoals etnografie, agrarische geschiedenis en mens-dier studies, taalkunde, genderstudies, koloniale geschiedenis, moderne kunst, literatuur- en religiewetenschappen …, het antwoord op deze vraag uitzochten.
Gerelateerde boeken
-
-
Rottumeroorlog
Op een kleine stukje natuurgebied met een oppervlakte van 2.5 km2 verwachtte men eind jaren 30 van de vorige eeuw weinig dreiging van de op handen zijnde oorlog. Maar omdat Rottumeroog vlak bij het Duitse eiland Borkum ligt, was al in april 1939 de Nederlandse marine gestationeerd op het eiland en voegden in september 1939 een aantal mannen van de infanterie zich bij deze groep. Op 10 mei 1940 was dan toch zover: vanuit het eiland Borkum werd Rottumeroog met een aantal bewapende boten ingelijfd door de Duitse bezetters. Zonder geweld werd het eiland overgegeven en de 30 Nederlandse militairen zonder problemen krijgsgevangen gemaakt en via Borkum naar een kamp in Wilhelmshaven, en later Lückenwalde overgebracht.
Er werd door de Duitsers een zware luchtafweerbatterij gebouwd, ondersteund door zoeklichten en een luisterapparaat. Voor de ongeveer 100 Duitse soldaten werden barakken gebouwd op het eiland. De verveling was dodelijk en de barakken werden bedreigd door overstromingen. Na enkele maanden verhuisde men het geheel naar Schiermonnikoog en werden er verder naar het oosten toe andere stellingen gebouwd. Door de continue afkalving van het eiland moesten keer op keer de stellingen steeds verder naar het oosten verhuisd worden. Bovendien spoelden op het eiland regelmatig oorlogsslachtoffers aan en kwamen er veel vliegtuigen in de omgeving terecht.
Waarom werd er door de Duitsers zoveel moeite gedaan om de verdediging op Rottumeroog in stand te houden en hoe zag die verdediging er precies uit? Hoe was het dagelijkse leven van de soldaten en hoe werd er omgegaan met de aangespoelde lijken en welke vliegtuigen crashten er? Hoe verging het met de eilandvoogd Toxopeus en zijn familie? Door intensief onderzoek en gebruik te maken van uniek bronnenmateriaal wist auteur Ties Groenewold de geheimen van Rottumeroog te ontrafelen.
Het rijk geïllustreerde boek belicht de geschiedenis van Rottumeroog van zowel de Nederlandse als Duitse zijde, zowel militair als civiel. Het boek is voorzien van uniek beeldmateriaal o.a. afkomstig uit persoonlijke fotoalbums van de Duitse soldaten en is daarnaast voorzien van uniek kaartmateriaal. Het verhaal wordt geschreven vanuit betrouwbare bronnen, zoals Duitse oorlogsrapporten en het journaal van de toenmalige eilandvoogd Jan Toxopeus en is interessant voor een breed publiek.
Ties Groenewold (1992) uit Middelstum, thans woonachtig in Delfzijl, is werkzaam als hovenier. De uren buiten werktijd worden besteed aan de Tweede Wereldoorlog. Ties is eigenaar van het Oorlogsmuseum Middelstum waar hij allerhande zaken uit de oorlog tentoonstelt, vooral gericht op Noord-Nederland en Ostfriesland. Verder verricht hij onderzoek naar de oorlog in de provincie Groningen en de Eems-Dollard regio en publiceert hierover in tijdschriften van verschillende verenigingen. In 2019 verscheen zijn eerste boek Flugwache Warffum.
-
De Leeuwarder Weeshuisrekeningen 1541 – 1608
Spiegels van het dagelijks leven in de zestiende eeuw€ 75,00De Leeuwarder Weeshuisrekeningen 1541 – 1608
Met als stichtingsjaar 1534 is het Old Burger Weeshuis in Leeuwarden een van de oudste burgerweeshuizen in Nederland. Vrijwel vanaf het begin is een administratie bijgehouden van zijn inkomsten en uitgaven in rekenboeken en jaarrekeningen. Zij bevatten een schat aan informatie over aard, kwaliteit en prijs van voedingsmiddelen, kleding en schoeisel, bouwmaterialen en gereedschappen, over het boerenbedrijf, maar ook over verdere uiteenlopende zaken als de werkgelegenheid (ambacht en losse arbeid), huizen en landerijen, lonen, huren, renten en legaten, verkeer en vervoer, de inrichting van de stad, het weer en de relatie tussen Leeuwarden en zijn omgeving. Ze bieden zowel professionele onderzoekers als amateurs ‘elck wat wils’. De Leeuwarder Weeshuisrekeningen 1541-1608 geeft als nagenoeg ononderbroken bron een beeld van het dagelijks leven in Leeuwarden en zijn omgeving gedurende het grootste deel van de zestiende eeuw zowel als de beginjaren van de zeventiende eeuw. Geograaf en historicus Meindert Schroor heeft met zijn transcriptie en inleiding op de rekeningen van de destijds als ‘Arme Weeshuys’ aangeduide instelling een van de belangrijkste historische bronnen voor de sociaaleconomische geschiedbeoefening van Friesland toegankelijk gemaakt.
With summary in English/Met Engelse samenvatting.
-
Prinsentuin Leeuwarden
In de monumentale stadskern van Leeuwarden ligt de Prinsentuin, een van de groene parels die de Friese hoofdstad rijk is. Halverwege de zeventiende eeuw werd de tuin als lusthof aangelegd door Stadhouder Willem Frederik van Nassau. Deze lusthof kennen we nu als de Prinsentuin en bevat een schat aan bijzondere verhalen uit verschillende perioden in de geschiedenis van de stad.
Nadat in 1819 koning Willem I de hoftuin teruggaf aan de bewoners van de stad, schreef het stadsbestuur een opdracht uit tot herinrichting. Deze opdracht hield verband met de ontmanteling van het bolwerk. Daarmee was Leeuwarden een van de eerste steden in Nederland die een openbaar stadswandelpark op de vestingwerken liet aanleggen. Stadsarchitect Gerrit van der Wielen (1767-1858) en ‘architect van buitengoederen’ Lucas Pieters Roodbaard (1782-1851) werkten circa vijfentwintig jaar aan de transformatie van de stad. Naast de Prinsentuin ontwierp Roodbaard een aaneengesloten groenstructuur op het bolwerk, waarin de wandeling centraal stond. Zijn collectie ontwerptekeningen geeft een prachtige inzage in de gefaseerde aanleg vanaf 1821 tot ongeveer 1846.
Nu, tweehonderd jaar nadat werd aangevangen met de omvorming van de Prinsentuin tot openbaar stadswandelpark, heeft het monumentale groen een nieuwe betekenis gekregen. Het park herbergt het verhaal van het verleden, maar het vraagt tegelijkertijd om een toekomstbestendige visie.