Kleine orchideeëngids voor Nederland en omstreken
€ 20,00
Dat er in Nederland wilde orchideeën voorkomen, is niet algemeen bekend. In De kleine orchideeëngids voor Nederland en omstreken beschrijft Hans Dekker op beknopte wijze alle voorkomende soorten die in ons land en buurgebieden voorkomen.
Omdat Nederland veel verschillende soorten landschappen kent is de orchideeënrijkdom voor een klein land als het onze groot. Hotspots voor orchideeën zijn bijvoorbeeld Zuid-Limburg met de prachtige kalkgraslanden en hellingbossen en de duinen zoals op onze Waddeneilanden. Maar eigenlijk komen in elk Nederlandse landschap wel orchideeën voor. Als je goed oplet tussen maart en september kun je ze vinden. De nieuwe orchideeëngids helpt daarbij. Zelfs als je een stukje over de grens gaat kun je de gids goed gebruiken.
De nieuwe gids bevat talrijke gedetailleerde foto’s van orchideeën, waardoor het herkennen in het veld makkelijker wordt. Een bondige puntsgewijze omschrijving van de belangrijkste kenmerken completeert het boek. De gids is ideaal om mee te nemen op wandelingen om zo de orchideeën in hun natuurlijke omgeving te herkennen.
Gerelateerde boeken
-
Kraanvogels in Nederland
Ruim twintig jaar volgt Herman Feenstra kraanvogels in het Fochteloërveen, het gebied waar het eerste Nederlandse kraanvogelkuiken sinds eeuwen is geboren. Vanaf de eerste ontmoeting is hij gefascineerd door deze unieke vogel en volgt hij alle ontwikkelingen in en buiten het gebied op de voet.
Zo heeft hij de kraanvogelpopulatie zien ontstaan en leert hij elke dag meer over kraanvogels. “Als je hun gedrag kunt lezen en hun behoefte aan veiligheid respecteert, laten ze je toe in hun wereld.”
In dit boek deelt Feenstra zijn kennis. Hij beschrijft, vaak zeer gedetailleerd, wat er in elk broedjaar gebeurt en welke factoren het broedsucces positief of negatief beïnvloeden. Daardoor krijgen we inzicht in wat kraanvogels nodig hebben om zich veilig te vestigen, een nest te bouwen en hun kuikens te laten opgroeien.
De auteur hoopt hiermee een bijdrage te leveren aan de bescherming van deze unieke vogelsoort. Hoewel het aantal kraanvogels in Nederland toeneemt, blijft de ontwikkeling kwetsbaar. Dit boek laat zien wat wij als mensen samen kunnen doen om ervoor te zorgen dat de kraanvogel zich op zijn gemak voelt en wij van deze unieke soort kunnen genieten.
OVER DE AUTEUR
Herman Feenstra verzamelt al vanaf 1977 waarnemingen van vogels in het Fochteloërveen. Vanaf 1985 doet hij dat als vrijwilliger van Natuurmonumenten en sinds 1998 is hij ook actief als wetlandwacht voor Vogelbescherming Nederland. Het is niet verwonderlijk dat hij vanaf 2000 van zijn grote passie zijn werk maakt. Het eerste jaar nog in dienst van de provincie Noord-Brabant, maar een jaar later al als zzp’er, vanuit Bureau De Kraanvogel.
Die naam is niet toevallig gekozen. Herman ontdekte in 2001 het eerste broedgeval van kraanvogels in Nederland sinds eeuwen. Door broedparen en andere kraanvogels jarenlang en vaak dagelijks te observeren, heeft hij een schat aan kennis opgedaan over het gedrag en hun interactie met de omgeving. Die eigen kennis vult hij aan met inzichten die voortkomen uit de literatuur en uitwisseling met (kraan)vogelliefhebbers in binnen- en buitenland.
Herman is onvermoeibaar in zijn strijd voor bescherming van kraanvogels en andere soorten. Hij
deelt zijn kennis en bezorgdheid in rapporten, tijdens bijeenkomsten met natuurorganisaties en overheden, op de website www.kraanvogels.net en in publicaties zoals deze. -
Het verhaal van de kolken in het Dollardgebied
In 2014 is de werkgroep Oldambt van het IVN gestart met het project ‘Kolken in het Dollardgebied’. Het doel was om de kolken in kaart te brengen en waar mogelijk de aanwezige natuur te inventariseren. Kolken zijn ontstaan als gevolg van dijkdoorbraken. Doordat het water zich met grote kracht door de opening perste, ontstond door het kolkende water een diep gat. De doorbraak is vervolgens hersteld door om de kolk heen een nooddijk aan te leggen, waardoor de kolk binnendijks kwam te liggen.
Door de eeuwen heen zijn kolken door de boeren en de lokale bevolking gebruikt als drinkplaats voor vee, stortplaats van afval en als vis-, zwem-, en schaatswater. In de loop van de tijd zijn ondiepe kolken verland of kolken zijn gedempt door de beschikbaarheid van grotere en sterke graafmachines. In het gebied rond de Westerwoldse Aa zijn in de jaren 60 van de vorige eeuw de meeste kolken gedempt. Een klein aantal kolken is als landschapselement bewaard gebleven. Bij de ruilverkavelingen van de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werden de kolken in het Oldambt in de meeste gevallen in het kader van het toen verplichte landschapsplan als kleine perceeltjes toegewezen aan Staatsbosbeheer. Daarop werd vaak een stukje bos aangeplant. De reden van deze bosaanplant is het idee dat natuur zonder bos geen natuur kon zijn en dat een landschapselement van verre herkenbaar moest zijn. Kolken zijn tegenwoordig kleine natuurgebiedjes, die als een archipel in het voornamelijk agrarische landschap van het Oldambt liggen.
De zoektocht van de werkgroep naar bestaande en voormalige kolken is begonnen met een kaart van de bodemkundige Ir. De Smet, die rond 1960 uitvoerig de bodemeigenschappen en bodemgesteldheid van het Oldambtgebied heeft beschreven en in kaart gebracht. Op een van zijn kaarten heeft hij met rode lijnen de tracés van de bestaande, voormalige en vermoedelijke dijken aangegeven, die gedurende eeuwen in dit gebied aanwezig zijn of waren. Met blauwe stippen heeft hij de plaatsen gemarkeerd van bestaande, voormalige en vermoedelijke kolken. In totaal heeft hij 90 locaties gemarkeerd en daarvan heeft de werkgroep er ruim 30 teruggevonden, die aanwezig of herkenbaar waren. In deze kolken hebben vrijwilligers van IVN, KNNV en Club Oldambster Groen geïnventariseerd wat de toestand per kolk is, welke organismen er zich bevinden en welke natuurwaarden aanwezig zijn. Naast deze natuurinventarisaties heeft het project ook de doelstelling de cultuurhistorische waarden per kolk te inventariseren. Ze onderzoeken de geschiedenis van elke kolk, verzamelen er verhalen over en proberen er achter te komen, wat er met en rondom elke kolk in de loop der eeuwen is gebeurd. Naast het veldwerk is ook veel tijd doorgebracht in meerdere archieven.
-
61 eilanden in de Waddenzee
Evert Jan Prins brengt als eerste alle 61 bewoonde en onbewoonde Waddeneilanden in beeld met schitterende fotografie en unieke reisverhalen. De Nederlandse, Duitse en Deense eilanden kennen landschappelijk en historisch veel overeenkomsten, maar de auteur laat ook feilloos het eigen karakter van ieder eiland zien. Hij neemt de tijd om de inwoners aan het woord te laten, heeft veel oog voor de cultuurhistorie en overal is de overweldigende natuur aanwezig. Een schitterend cadeauboek met meer dan 500 foto’s en kaarten over dit geweldige gebied dat aangewezen is als Unesco Werelderfgoed.
Evert Jan Prins is kenner van het Waddengebied en heeft jarenlang rondgezworven om alle eilanden te kunnen bezoeken.