Kort bericht over Nieuw Nederland
€ 22,90
Franciscus van den Enden, Spinoza’s leraar Latijn en geestverwant, was een van de radicaalste denkers van de vroege Verlichting. Hij had zich nooit zo met politiek beziggehouden, totdat hij in 1661 door een groep mensen werd benaderd die een vrije coöperatie in de kolonie Nieuw Nederland wilde stichten. Van den Enden schreef namens hen verzoekschriften aan het stadsbestuur; tevergeefs, want daar vond men het plan te eigenzinnig en te duur.
Van den Enden publiceerde zijn verzoekschriften met een wervende inleiding en een politiek nawoord. Daarmee vormt het Kort bericht de basis voor de revolutionaire ideeën die hij in zijn Vrije staatkundige stellingen uitwerkte en die uiteindelijk tot zijn executie in Parijs zouden leiden.
In dezelfde tijd kreeg de al even radicale Pieter Plockhoy wél toestemming om met een groep gelijkgestemden scheep te gaan naar de Amsterdamse kolonie aan de Zuidrivier (nu de Delaware). Ook Plockhoy publiceerde zijn plan.
Beide teksten verschijnen nu voor het eerst in modern Nederlands, met een inleiding en verklarende noten van vertaler Roek Vermeulen
Gerelateerde boeken
-
-
En toch zal ik
Marten Douwes Teenstra maakte in zijn tijd naam in de koloniën en als schrijver. Door zijn reizen, eerst in ‘de Oost’, later in ‘de West’ werd hij één van de eerste voorstanders van afschaffing slavernij (abolitionist). Nog vóór Max Havelaar (1860) en De hut van oom Tom (1852) verschenen, veroordeelde Marten al de barbaarse behandeling van de slaafgemaakten in Zuid Afrika, Java en Suriname. Het werd hem niet in dank afgenomen en leverde hem een ‘functie elders’ op.
Met zijn felle woordkeuze maakte Marten zich bij veel mensen niet geliefd. Naast zijn voortdurende strijd tegen de slavernij bleef hij tot zijn dood aantrappen tegen schijnheiligheid en hypocrisie, tegen ‘Cocksianen’, ambtenaren en bijgelovigheid.
Marten was lid van de Nederlandsche Maatschappij ter Bevordering van de Afschaffing der Slavernij,
en na zijn terugkeer in Groningen bestookte hij de regering in Den Haag onvermoeibaar met verzoekschriften om een einde te maken aan de slavernij in de Nederlandse koloniën. Mede door zijn inbreng kwam na 1854 de discussie over de slavernij op gang, waarna vlak voor zijn dood op 1 juli 1863 de slavernij werd afgeschaft.Toch is zijn naam voor veel mensen nu onbekend. Door dit boek krijgt de naam Teenstra weer de bekendheid die het verdient.
-