Leuven en zijn colleges

Trefpunt van intellectueel leven in de Nederlanden (1425-1797)

 29,90

Studenten komen al eeuwenlang uit alle windstreken van de Lage Landen naar de Katholieke Universiteit Leuven (gesticht in 1425). Van Artesië in het zuiden tot Friesland in het noorden. Filips Willem, zoon van Willem van Oranje, Marnix van Sint-Aldegonde, Johan van Oldenbarnevelt, Erasmus, Dodoens, Vesalius, Mercator, zelfs paus Adrianus van Utrecht, zaten er op de studiebanken. Leuven was hét trefpunt van het intellectuele leven in de Nederlanden. Edward De Maesschalck geeft een verrassend en vernieuwend beeld van een tot nu toe onderbelicht maar belangrijk facet van de universiteitsgeschiedenis: de colleges. Deze werden gesticht door weldoeners die hun bezittingen voorbestemden om tot ver na hun dood te voorzien in de kost en inwoning voor familieleden, streekgenoten of gewoon voor arme studenten. Het was mecenaat avant-la-lettre, een zeldzame kans om de maatschappelijke ladder te beklimmen.

Verschijningsvorm:
Paperback
Taal:
Nederlands
Uitgeverij:
Sterck & De Vreese
Aantal pagina's:
368
Druk:
2
ISBN:
9789464712308
Gewicht:
1200 gram
Afmeting:
250x196x29 mm
Uitgiftedatum:
17-09-2024
Bekijk meer informatie over de auteur(s) van deze titel:

Gerelateerde boeken

  • Appelscha

    Appelscha

    Door de eeuwen heen
    Rinze Lenstra
     25,00

    Appelscha

    Appelscha door de eeuwen heen

    Appelscha. Een plaats met een lang en rijk verleden. Hoewel we de naam Appelscha voor het eerst halverwege de dertiende eeuw tegenkomen, was het gebied al lange tijd daarvoor, ver voor het begin van onze jaartelling, bewoond. Eeuwenlang vormden akkerbouw en veeteelt de belangrijkste bronnen van bestaan en bestond het dorp uit boeren en landarbeiders. Dit veranderde met de grootschalige afgraving van het noordoostelijk van de plaats gelegen hoogveengebied. Veenbazen en veenarbeiders van buiten vestigden zich aan de rand van het hoogveen. Naast het oorspronkelijke boerendorp vormde zich een veenkolonie. Tegelijkertijd verplaatste het centrum zich van het ‘oude’ naar het ‘nieuwe’ Appelscha.
    Het hoogveen verdween en de betekenis van de landbouw nam in de loop van de tijd af. Nieuwe middelen van bestaan werden gevonden in het toerisme, de industrie en dienstverlening.
    Deze sociaaleconomische ontwikkelingen worden in het boek beschreven. Daarnaast is er aandacht voor demografische en landschappelijke veranderingen, voor verenigingen (toneel, zang, muziek en sport), de gezondheidszorg, het kerkelijk leven, het lager onderwijs, de wegverbindingen, vaart en tramlijn.

    Rinze Lenstra (Appelscha 1945) studeerde economische en sociale geschiedenis. Hij werkte in het middelbaar beroepsonderwijs. Was medeauteur van Geschiedenis van Emmen en Zuidoost-Drenthe (1989) en schreef onder meer Anarchisme en syndicalisme in Spanje (2007).

     25,00
  • Eelko Alta (1723-1798)

    Eelko Alta (1723-1798)

    Biografie van een verlicht volksvoorlichter
    Philippus Breuker
     29,90
  • Onderweg naar 1832

    Onderweg naar 1832

    Een groepsbiografie uit de Groningse school
    Mineke van Essen
     22,50

    Onderweg naar 1832

    Onderweg naar 1832 vertelt het verhaal van zes jonge mensen uit eenvoudige milieus, met ieder een bijzondere geschiedenis. Twee vrouwen en vier mannen, van wie één met Joodse migrantenwortels. Het speelt tegen de achtergrond van de schoolwereld uit de vroege negentiende eeuw en loopt vanaf hun kindertijd tot 1832. In dat jaar waren ze als dertigers aanwezig op een legendarisch jubileumfeest ter ere van hun onderwijsinspecteur. Ze hadden toen, gegeven hun afkomst en sekse, binnen het onderwijs opvallend carrière gemaakt. Op basis van historische bronnen laat het boek zien hoe dit kwam en wat ze onderweg naar 1832 meemaakten.

    Samen geven de zes biografische verhalen een beeld van vroege ontwikkelingen binnen het lerarenberoep. Onderwijsvernieuwing was in deze periode het sleutelwoord. Geleidelijk nam daardoor de vakbekwaamheid toe, verbeterden de arbeidsomstandigheden en steeg het sociale aanzien van de beroepsgroep – maar alleen voor de mannen. Het boek maakt ook de onontkoombare man-vrouw verschillen van deze periode zichtbaar.

    De jonge levens van de zes speelden zich grotendeels af in de stad Groningen, toen een belangrijk centrum van onderwijsvernieuwing. Ze stonden in de voorhoede van de nieuwe Nederlandse school. Het boek vertelt de nauw met elkaar verweven verhalen over deze bijzondere pioniers: een idealistische dovenonderwijzer, de ontwerper van de pabo, Nederlands eerste kleuterpedagoge, een talenvirtuoos die botste op de grenzen van de tolerantie, een heel vroege carrièrevrouw, en de wegbereider van de Algemene Onderwijsbond (AOb). Ingekleurde momentopnamen van opvallende gebeurtenissen in hun bestaan – een dramatische vergadering, een liefde, een stedentripje naar Amsterdam, een onvergetelijke les – brengen de personen tot leven. Een bijzondere combinatie van feiten en fictie.

    Mineke van Essen is historisch pedagoog en emeritus hoogleraar van de Rijksuniversiteit Groningen.

     22,50