Natuur en economie in Nederland
€ 24,90
Natuurbescherming door de overheid wordt vooral gedreven vanuit het motief van de schoonheid. Natuur is mooi en waardevol. Maar de laatste decennia is er iets veranderd: de natuur wordt steeds vaker bekeken door een economische bril, de economisering van de natuur. Jan Veenstra onderzoekt in Natuur en economie in Nederland wat dat inhoudt en wat er gebeurt met de natuur als economische belangen steeds belangrijker worden.
In zijn analyse onderscheidt hij twee belangrijke vormen van economisering, geeft hij een historisch overzicht van de betrokkenheid van de overheid bij natuurbescherming en de dilemma’s waarmee natuurorganisaties als Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten mee worstelen. Het pleidooi van Veenstra? Natuurbehoud op lange termijn kan niet zonder economisch draagvlak. Daarom is het belangrijk de economische waarde van de natuur beter te kennen, moet de overheid blijvend investeren in natuur, en zal de economie zo ingericht moeten worden dat deze met de natuur meewerkt, niet ertegen.
Jan Veenstra is econoom en heeft 28 jaar bij Staatsbosbeheer gewerkt waarvan de laatste jaren als senior beleidsmedewerker Ecosysteemdiensten. Na zijn pensioen was hij voorzitter van de Eurosite groep ‘on Economics and Ecosystem Services’.
Gerelateerde boeken
-
Hout dat spreekt
Iedereen weet wat hout is en wat je ermee kan doen. Maar is dat echt zo? Na het lezen van dit boek zal u moeten bekennen dat er veel meer over hout te vertellen valt dan u denkt.
De invloed van hout op ons en onze beschaving is immens groot. Zonder hout geen vuur, geen houtskool en dus ook geen ijzertijd, geen luxueuze, zwarte stoffen, geen inkten of plakkaatverf, geen whisky of wijn. In hout dat spreekt maken we kennis met dit geweldige materiaal dat natuur ons brengt.
Wim Tavernier, Viviane Leyman, Ilse Boeren, Maaike De Ridder en Kristof Haneca brengen in dit boek hun wijsheid samen en verassen ons met boeiende inzichten.
Deze uitgave is tot stand gekomen in samenwerking met Plantentuin Meise.
-
-
De scharrelaar – 2019/2
Herfst, een nieuwe Scharrelaar! De herfsteditie van De scharrelaar staat weer boordevol met gedichten, verhalen en beschouwingen over vogels in binnen- en buitenland.
De scharrelaar is een tijdschrift voor alle vogelaars met liefde voor lezen en alle lezers met liefde voor vogels. Het knetterende en tetterende eerste nummer werd met liefde en jubelzang ontvangen. Wat een goed nieuws daarom, dat het tweede nummer er nu is! In de herfsteditie van De scharrelaar staan onder meer korte verhalen van Ellen de Bruin en Hedda Martens, een stuk van Marja Vuijsje over de vogels in het leven van communiste en activiste Rosa Luxemburg, Stefan Brijs over kraanvogels in Spanje, Kester Freriks over ooievaars en, in prachtig zwart-wit, illustraties van kunstenares Roos Holleman.
Managementboek Magazine
Recensie‘Editie 2019/2 is opnieuw een prachtbundel, gevuld met pareltjes van proza en poëzie, van fictie en non-fictie, van grappige, spannende en serieuze bijdragen van verschillende meer of minder bekende Nederlandse auteurs en publicisten.‘ – Marjan Maandag via Managementboek.nl
-
Het verhaal van de kolken in het Dollardgebied
In 2014 is de werkgroep Oldambt van het IVN gestart met het project ‘Kolken in het Dollardgebied’. Het doel was om de kolken in kaart te brengen en waar mogelijk de aanwezige natuur te inventariseren. Kolken zijn ontstaan als gevolg van dijkdoorbraken. Doordat het water zich met grote kracht door de opening perste, ontstond door het kolkende water een diep gat. De doorbraak is vervolgens hersteld door om de kolk heen een nooddijk aan te leggen, waardoor de kolk binnendijks kwam te liggen.
Door de eeuwen heen zijn kolken door de boeren en de lokale bevolking gebruikt als drinkplaats voor vee, stortplaats van afval en als vis-, zwem-, en schaatswater. In de loop van de tijd zijn ondiepe kolken verland of kolken zijn gedempt door de beschikbaarheid van grotere en sterke graafmachines. In het gebied rond de Westerwoldse Aa zijn in de jaren 60 van de vorige eeuw de meeste kolken gedempt. Een klein aantal kolken is als landschapselement bewaard gebleven. Bij de ruilverkavelingen van de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werden de kolken in het Oldambt in de meeste gevallen in het kader van het toen verplichte landschapsplan als kleine perceeltjes toegewezen aan Staatsbosbeheer. Daarop werd vaak een stukje bos aangeplant. De reden van deze bosaanplant is het idee dat natuur zonder bos geen natuur kon zijn en dat een landschapselement van verre herkenbaar moest zijn. Kolken zijn tegenwoordig kleine natuurgebiedjes, die als een archipel in het voornamelijk agrarische landschap van het Oldambt liggen.
De zoektocht van de werkgroep naar bestaande en voormalige kolken is begonnen met een kaart van de bodemkundige Ir. De Smet, die rond 1960 uitvoerig de bodemeigenschappen en bodemgesteldheid van het Oldambtgebied heeft beschreven en in kaart gebracht. Op een van zijn kaarten heeft hij met rode lijnen de tracés van de bestaande, voormalige en vermoedelijke dijken aangegeven, die gedurende eeuwen in dit gebied aanwezig zijn of waren. Met blauwe stippen heeft hij de plaatsen gemarkeerd van bestaande, voormalige en vermoedelijke kolken. In totaal heeft hij 90 locaties gemarkeerd en daarvan heeft de werkgroep er ruim 30 teruggevonden, die aanwezig of herkenbaar waren. In deze kolken hebben vrijwilligers van IVN, KNNV en Club Oldambster Groen geïnventariseerd wat de toestand per kolk is, welke organismen er zich bevinden en welke natuurwaarden aanwezig zijn. Naast deze natuurinventarisaties heeft het project ook de doelstelling de cultuurhistorische waarden per kolk te inventariseren. Ze onderzoeken de geschiedenis van elke kolk, verzamelen er verhalen over en proberen er achter te komen, wat er met en rondom elke kolk in de loop der eeuwen is gebeurd. Naast het veldwerk is ook veel tijd doorgebracht in meerdere archieven.