Op reis met de NTM
€ 17,50
In 1880 werd de Nederlandsche Tramweg Maatschappij (NTM) opgericht. Doel van het bedrijf was in Nederland trambanen aan te leggen en te exploiteren, te beginnen met paardentrams, al snel gevolgd door de stoomtram.
Busliefhebber Melle van der Goot schetst in dit boek de geschiedenis van de NTM; de uitbreiding van het bedrijf in Noord-Nederland tot 1920 en de concurrentie van en overstap naar autobussen in de jaren dertig. Vervolgens beschrijft de auteur de woelige oorlogsjaren en de bloei van het bedrijf in het eerste decennium na de bevrijding, totdat de NTM in 1971 opging in de FRAM. Op reis met de NTM is rijk geïllustreerd met uniek beeldmateriaal uit privéverzamelingen en bedrijfsarchieven.
Gerelateerde boeken
-
Exodus
De impact van een bijbelse migratie
Migraties en deportaties tekenen de geschiedenis van de mensheid. De bijbelse uittocht van het volk Israël uit de slavernij van Egypte naar het Beloofde Land is hiervan een iconisch voorbeeld.
Intrigerend is de vraag naar de historische kern van het Exodusverhaal. Waren er inderdaad Israëlieten aanwezig in Egypte tijdens de faraonische periode? Is er een wetenschappelijke verklaring voor de bijbelse plagen? Wanneer vond de Exodus precies plaats? En hoe zit het met de doortocht door de Rode Zee en de militaire verovering van Kanaän door de Israëlieten? De Exodus inspireerde door de eeuwen heen vele westerse kunstenaars. Hun werk bepaalde in grote mate onze beeldvorming van de diverse verhaalelementen.
Marleen Reynders maakt een duidelijk onderscheid tussen het historische bronnenmateriaal en de theologische betekenis ervan. Zij laat zien dat dit bijbels bevrijdingsepos is bedoeld om de grootsheid van Jahweh en de unieke alliantie tussen deze god en zijn volk te onderstrepen en dat het de kern van het Joodse geloof vormt.
Marleen Reynders is egyptoloog en musicoloog. Ze geeft lezingen en gastcolleges in binnen- en buitenland, begeleidt cultuurreizen en is auteur van verschillende boeken over het oude Egypte. -
En toch zal ik
Marten Douwes Teenstra maakte in zijn tijd naam in de koloniën en als schrijver. Door zijn reizen, eerst in ‘de Oost’, later in ‘de West’ werd hij één van de eerste voorstanders van afschaffing slavernij (abolitionist). Nog vóór Max Havelaar (1860) en De hut van oom Tom (1852) verschenen, veroordeelde Marten al de barbaarse behandeling van de slaafgemaakten in Zuid Afrika, Java en Suriname. Het werd hem niet in dank afgenomen en leverde hem een ‘functie elders’ op.
Met zijn felle woordkeuze maakte Marten zich bij veel mensen niet geliefd. Naast zijn voortdurende strijd tegen de slavernij bleef hij tot zijn dood aantrappen tegen schijnheiligheid en hypocrisie, tegen ‘Cocksianen’, ambtenaren en bijgelovigheid.
Marten was lid van de Nederlandsche Maatschappij ter Bevordering van de Afschaffing der Slavernij,
en na zijn terugkeer in Groningen bestookte hij de regering in Den Haag onvermoeibaar met verzoekschriften om een einde te maken aan de slavernij in de Nederlandse koloniën. Mede door zijn inbreng kwam na 1854 de discussie over de slavernij op gang, waarna vlak voor zijn dood op 1 juli 1863 de slavernij werd afgeschaft.Toch is zijn naam voor veel mensen nu onbekend. Door dit boek krijgt de naam Teenstra weer de bekendheid die het verdient.
-