Popatlas
€ 32,90
Iedereen kent het ‘tuinpad van mijn vader’, maar waar bevindt dat zich eigenlijk? En waar fietste ‘de eenzame fietser’?
Dit boek beschrijft de honderd belangrijkste plekken uit de Nederlandse popgeschiedenis. Zo lezen we het verhaal achter de hits ‘Oude Maasweg’ en ‘Kronenburg Park’ en lezen we waar bekende nummers zijn bedacht en opgenomen. Het alfabetisch geordende boek voert ons van het goudgele strand van Ameland, via het veilinghuis in Blokker (The Beatles), naar het Grolloo van Cuby + Blizzards en het Makkum van anti-Trump-punkers. De reis eindigt bij de plek waar Johnny Hoes het levenslied op de kaart zette, het lastig te begrijpen ‘Zoutelande’ van Bløf en het vrolijk hiphoppende (Opge)Zwolle. Ook worden beruchte festival- en videolocaties – waar is ‘When the Lady Smiles’ gefilmd? – beschreven, net als de plekken waar de eerste platenmaatschappijen ontstonden.
Dit boek bevat zowel foto’s als kaarten. Per grote stad zijn kaarten opgenomen en er zijn er ook met muzikale moorden, met de memorabele Provadya?-locaties, festivalplekken Rens Dietz is communicatiewetenschapper en meer.
en schrijft over muziekcultuur en de rol van muziek op de maatschappij. Van hem verscheen eerder GELOOF DE HYPE!, een boek over punkmuziek.
Gerelateerde boeken
-
Bombastisch, ondansbaar en weergaloos
Hoe progressieve popmuziek in de jaren zeventig alle conventies doorbrak€ 25,00Bombastisch, ondansbaar en weergaloos
Met de doorbraak van Spotify en het gebruik van rocksongs in commercials en Netflix-series staat de geschiedenis van de popmuziek volop in de belangstelling – óók de bombastische en ondansbare progrock van de jaren 1970.
Fred de Vries en Siebe Thissen waren jonge muziekliefhebbers in de jaren 1970. Het was de tijd waarin popmuziek zichzelf serieus begon te nemen, een kunstvorm werd. Musici koketteerden met filosofen, schrijvers, kunstenaars en goeroes. Ze verzonnen groteske namen voor hun bands, maakten artistieke klaphoezen en lapten alle conventies aan hun laars. Grenzen werden opgezocht en overschreden. Experimenteren was het parool. Virtuositeit een voorwaarde. En als je geen noten kon lezen of een gitaarsolo van dertien minuten kon spelen, dan was een dosis ongebreideld enthousiasme mooi meegenomen. Met of zonder drugs.
Ook jonge platenkopers en concertbezoekers werden meegesleept in dat uitdijende universum. Ze maakten kennis met nieuwe ideeën, beelden, boeken, kunstwerken en vooral die weergaloze muziek die nooit eerder was gehoord. Aan de hand van achtentwintig platen die een belangrijke rol in hun jeugd hebben gespeeld, brengen de auteurs een intrigerend landschap in kaart: radioshows en televisieprogramma’s, kantines en schoolpleinen, jongerencentra en platenwinkels, tijdschriften en platenhoezen creëerden een pre-digitaal informatieplatform voor nerds en muziekgeeks. Dat platform kreeg vorm in de stad én in de provincie, zoals de auteurs aan de hand van jeugdherinneringen laten zien.
De lezer krijgt een caleidoscopisch beeld van een interessante, maar nog weinig gedocumenteerde periode uit de popgeschiedenis: de jaren 1970, waarin niet alleen de Angelsaksische wereld maar ook het Europese continent een hoofdrol opeiste. Uiteraard, iconen als Yes, Pink Floyd, King Crimson en Genesis passeren de revue. Maar er is ook aandacht voor Nederlandse, Duitse, Franse, Italiaanse en Zuid-Afrikaanse muziek. Tevens rekenen de auteurs af met de mythe dat punk een einde maakte aan progressieve rock. Het genre blijkt vitaal, innovatief en neemt steeds weer nieuwe gedaantes aan – van avantprog tot postrock, van postpunk tot neoprog. Ten slotte is er aandacht voor zwarte rockbands en voor vrouwen in dit door mannen gedomineerde popdomein.
-
-
-
Final Blues
Wat de Rolling Stones voor de blues deden in Engeland, deden Cuby and the Blizzards in Nederland: de van oorsprong zwarte muziek populair maken. Beide bands ontstonden in 1962.
Harry Muskee en Eelco Gelling waren de kern van de groep uit Drenthe die heel het land op zijn kop ging zetten. Hun eerste LP Desolation kreeg in 1968 een Edison. Hij werd gevolgd door legendarische platen als Groeten uit Grollo en Appleknockers Flophouse. De bezetting van de band wisselde nogal eens, met fenomenen als Hans Waterman, Hans La Faille, Herman Deinum, Helmig van der Vegt en Herman Brood.C + B gaf in 1974 een afscheidsconcert. Harry Muskee ging door met andere bands. In 1995 kreeg Muskees oude vriend Johan Derksen het idee om Cuby and the Blizzards nieuw leven in te blazen. Toen kwam er een nieuwe stergitarist bij: Erwin Java. Het werd weer een fascinerende tijd, vol ups en downs. In juni 2011 ging het C + B Museum open, in de voormalige boerderij van Harry Muskee in Grolloo. Het was vlak voor zijn 70-ste verjaardag. Op 26 september 2011 overleed Harry.
In 2003 verscheen zijn biografie De Missie. Het boek werd bekroond in 2006. In 2008 kwam er een aangevulde heruitgave. Tien jaar na Harry’s dood besloot Jeroen Wielaert om de biografie af te ronden door het boek aan te vullen met alles wat er sinds 2008 rondom Harry Muskee gebeurd is.. Het werd Final Blues.
Final Blues beschrijft het erfgoed van Harry en de band. Die legacy blijft springlevend. Dat bleek ook uit de rondgang langs voormalige bandleden, vrienden en nabestaanden van Harry Muskee waaronder Daniël Lohues, Willy Middel, Hans La Faille, Herman Deinum, Helmig van der Vegt, Erwin Java, Eelco Gelling, Johan Derksen en Douwien Oosterhof-Muskee. Alles bij elkaar geeft dat dieper inzicht in zijn en hun leven en werken. Het boek is daarmee uitgegroeid tot popgeschiedenis tegen de achtergrond van veel grote maatschappelijke ontwikkelingen.
Huub ‘Huby’ van der Lubbe: ‘Hij had dat underdoggevoel en daarom ook een hart voor andere underdogs.’
Kaz Lux: ‘Een charismatische figuur.’
Ralph de Jongh: ‘Hij noemde zich ‘my angry uncle’.
Ben Jolink (Normaal): ‘ Hij was toch niet altijd somber en in wezen een goed en vriendelijk mens.’
Tineke Schoemaker (Barrelhouse): ‘Cuby was de held, by far de grootste.’