Roofvogelgids
€ 34,90
Met deze vernieuwde gids kan iedere natuur- en vogelliefhebber alle Europese roofvogels op naam brengen. De auteur heeft hiervoor meer dan 500 nieuwe, vaak unieke foto’s verzameld.
In de tekst beschrijft hij per soort een groot aantal handige kenmerken. Ter ondersteuning van een snelle en zekere determinatie heeft Lars Gejl voor het eerst vergelijkingsplaten samengesteld met foto’s van de vogels in vlucht.
De uitvoerige soortbeschrijvingen bevatten de volgende onderdelen:
– De biologie van alle roofvogels
– Beschrijving van de verspreidingsgebieden en trek
– Tekeningen van de silhouetten en de jizz
– Rui en kleden
– Gelijkende soorten
– Vergelijkingsplaten met pijlaanwijzingen naar de typische kenmerken per soort
– QR-codes voor de geluiden van de roofvogels
Lars Gejl is een van de beste natuurfotografen van de wereld en gespecialiseerd in vogelfotografie.
Gerelateerde boeken
-
Sweltsjes fan Gaast
Theunis Piersma is heechlearaar Trekfûgelekology yn Grins en is in ynternasjonale autoriteit op dat gebied. Op syn fakgebied hat Piersma in ôfgryslik soad skreaun. Yn syn frije tiid docht er yn syn wenplak Gaast ûndersyk nei sweltsjes. Syn buorfrou frege him ‘Wêr bliuwe ús sweltsjes winterdeis, Theunis’. Dy fraach wie oanlieding foar in syktocht nei sweltsjes, nei hoe’t se libje en wêr’t se bliuwe.. Piersma ferstiet de keunst om syn wittenskiplik ynsjoch oer de bringen oan in breed publyk sûnder de kwaliteit te koart te dwaan. Dit is syn earste boek yn syn memmetaal. In oade oan sweltsjes en oan Fryslân.
-
Mijn -Mieren- Hoop
Kijk naar de bosmieren! Achilles Cools heeft een hoge mierenterp in zijn tuin en probeert binnen te dringen in dat superorganisme: een mierenvolk dat functioneert als één brein met een collectief bewustzijn. Op basis van nieuwe wetenschappelijke inzichten en indrukwekkende voorbeelden introduceert hij de lezer in de wereld van de mier. Je leeft mee tussen prinsessen en koninginnen, hofdames, de oermoeder, dauwmeisjes, kuddewachters en poppen die kunnen zingen. Al ver voor wij de landbouw ontdekten, hielden ze al vee. Ze houden bruidsvluchten, praten met geurcodes, kennen een SOS alarm, en vragen wachtwoorden. Hun succesverhaal steunt op een oerdegelijke sociale organisatie. Dan vraag je je toch wel af: hoe is het om een bosmierenvolk te zijn?
-
Van landschap naar tuin
Toegankelijk, vooruitstrevend en herkenbaar Nederlands. Deze drie kenmerken hebben het Nederlandse ontwerp wereldfaam bezorgd en Dutch Design tot een wereldmerk gemaakt. Ook tuin- en landschapsontwerp maakt deel uit van dit wereldwijde merk.
Tuinen vormen vaak een reactie op het omringende landschap, dat ze temmen en idealiseren. Niet zelden is het een miniatuurversie van het landschap dat de tuinontwerper om zich heen ziet. In dit boek kijken we naar het tuin- en landschapsverleden van Nederland, belichten we het werk van hedendaagse tuinontwerpers, en laten ze zien hoe hun werk aansluit bij het lokale landschap.
We bekijken tuinontwerpen en hun makers in samenhang met drie verschillende aspecten: allereerst de Nederlandse cultuurlandschappen – resultaat van vele eeuwen interactie van de mens met wat de aanwezige natuur aanreikte – vervolgens de kunstmatige, zeer planmatig georganiseerde, maar altijd functionele landschapsvormen, en ten slotte de landschappen die werden ontworpen om ervan te genieten en leefruimte aan mensen te bieden. Daarbij wordt uitgebreid aandacht besteed aan de grote rol van ontwerpers als
Jac. P. Thijsse, Mien Ruys en Piet Oudolf.Wat voor ons normaal en zelfs doorsnee is, is voor Noel Kingsbury, als Brits tuinontwerper en plantenkenner, een verrassende ontdekkingstocht. Ondanks de vele overeenkomsten tussen de Engelse en Nederlandse tuin weet hij op bijzondere wijze de vinger te leggen op wat ons land uniek maakt en hoe de Nederlandse ontwerpers een moderne draai geven aan tuinontwerp, een draai die je niet snel zult vinden in het buitenland. De blik van Kingsbury en de overvloed aan schitterende foto’s van Maayke de Ridder, maken dit tot een puur Nederlands boek met internationale allure.
-
De Naturalis Historia
Welke plantensoorten dienden om bier te brouwen, leer te looien, inkt, touwen en kleren te fabriceren, papier te maken, om ongedierte te verjagen, vlekken te verwijderen of te gebruiken als tabak-, thee- en -koffiesurrogaat, poetsmiddel, stalstrooisel? Alle planten die in de velden, in bossen en weiden groeiden dienden wel ergens voor en onze voorouders wisten precies waarvoor ze deze planten met sprookjesachtige namen als grote wederik, vlasbekje, koningskaars, wilde bertram, zilverschoon en rapunzelklokje voor konden gebruiken.
Dit boek, gebaseerd op bronnen van ca. 2000 jaar geleden tot en met de twintigste eeuw, brengt de vergeten toepassingen van zo’n 250 plantensoorten opnieuw voor het voetlicht.
Em. prof. dr. Marcel De Cleene is plantenfysioloog. Hij was werkzaam aan de UGent. Bij uitgeverij Sterck & De Vreese verscheen eerder het veelgeprezen boek De historia naturalis. De geschiedenis van de kruidengeneeskunde.