Sprekende stenen
€ 34,90
Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn 456 Joodse Zwollenaren vermoord of omgekomen door toedoen van de nazi’s en hun handlangers. Stolpersteine (struikelstenen) markeren hun laatste woonadres. Een Stolperstein is een vierkant betonnen blokje waarin een messing plaatje van 10 bij 10 centimeter is gevat met daarop de naam, het geboortejaar, de overlijdensplaats en de sterfdatum van het slachtoffer. Een voorbijganger kan met een kleine buiging de tekst op het gedenksteentje lezen, er even met hoofd en hart over ‘struikelen’.
Al deze Zwolse mannen en vrouwen, volwassenen en kinderen, leidden een eigen leven. Zij maakten deel uit van de rijkgeschakeerde vooroorlogse Zwolse gemeenschap. Sommigen manifesteerden zich nadrukkelijk in woord en daad. Anderen leidden een leven meer op de achtergrond. Wat deze mensen met elkaar gemeen hadden, was dat ze Joden waren en alleen daarom de dood in werden gejaagd. Zij werden het slachtoffer van de genocide die begon met stigmatisering, discriminatie en isolatie en uitliep op massamoord in Auschwitz, Sobibor en andere plaatsen.
Sprekende stenen memoreert niet alleen de gewelddadige dood, maar ook – en dikwijls voor het eerst – het levensverhaal van onze Joodse stad- en buurtgenoten.
Zolang hun namen worden genoemd, zijn zij niet vergeten.
Gerelateerde boeken
-
Tussen Aduard en Auschwitz
De kampervaringen en de doorwerking daarvan in het leven van Elie Aron Cohen (1909-1993) staan in deze biografie centraal. De oorlog vormde voor hem niet alleen een breuk tussen twee werelden – gesymboliseerd door Aduard en Auschwitz – maar ook tussen Joden en niet-Joden. En zelfs binnen de naoorlogse Joodse gemeenschap trok Elie scheidslijnen. Scheidslijnen die een duidelijke hiërarchie in leed aangaven, maar waarmee hij ook zijn eigen naoorlogse exclusiviteit als kampoverlevende strikt afbakende.
Elie was naast kampoverlevende tevens arts en schrijver, aspecten die in zijn leven nauw met elkaar verbonden bleven. Het arts-zijn was, zoals hij het zelf cynisch omschreef, ‘het beroep voor de kampen’ en hielp hem te overleven. In zijn publicaties keerde Elie steeds opnieuw terug naar het kamp om zo te getuigen van wat er in de kampen gebeurd was en zijn eigen handelen als ‘prominent’ kritisch te bezien.
Deze biografie is grotendeels gebaseerd op uniek bronnenmateriaal; met name Elie’s naoorlogse correspondentie vormt de ruggengraat van deze biografie. De vele persoonlijke brieven werpen een helder licht op zijn leven en persoonlijkheid.
-
-
-
Martha’s labyrint
Een filmscenario waard!
‘Verschooris is een ongelooflijke speurneus die écht baanbrekend werk doet’ – Stefan Hertmans in Humo
Na de Anschluss van maart 1938 vlucht de Weens-joodse biologe Martha Geiringer, lid van de illegale Revolutionäre Sozialisten, naar België. In Gent maakt ze kennis met de arts Yvonne Fontaine, lid van de YWCA (Young Women Christian Association). De steun en opvang die Yvonne aan Martha biedt is uniek. Yvonne, talentvol en hoogopgeleid, en de vrijgevochten Martha, emancipatorisch en op zijn minst biseksueel. Een uitzonderlijk treffen, eigenzinnig en gepassioneerd.
Naar Londen, waar haar familie huist, wil Martha niet. De oorlog drijft haar naar de Filipijnen – een totale misrekening – maar het eindeloze verlangen naar onvoorwaardelijke steun brengt haar, na goede en minder goede tijden, snel bij de stormbestendige Yvonne terug. Aan de magie van het verbond komt echter een einde. Door verraad wordt Martha, nauwelijks dertig, naar Auschwitz gedeporteerd. Yvonne blijft achter, een bijzondere vrouw, een monument van dienstbaarheid.
Verzet, collaboratie, openlijk en verborgen antisemitisme, solidariteit en verklikking, vluchten en migreren, kolonisatie, pandemie en gender komen samen in deze vrouwengeschiedenis, te lezen als sensitieve non-fictie.
Marc Verschooris is geassocieerd onderzoeker bij het CEGESOMA.