Typisch Twente

Van aardappelkelders tot zoutmijnen

 22,90

Let op! Verwacht rond 22-10-2025

‘Unmundig veel eigenheid’ is het geheim, en tevens de aantrekkingskracht van Twente. Dat bestaat niet alleen uit het bekende naoberschap, maar ook uit de bijzondere mix van witte wieven, goudschatten, nooit opdrogende bronnen, biethaonders, ganzenkerels, brune paoterkes, bloedworst en naegelholt, tuffelkelders, bakhuizen, stiepeltekens, sprokkelaars en smokkelaars.

Twente is een afgelegen hoek van Nederland, waar in de herfst en de winter de zandwegen onbegaanbaar waren, waar nauwelijks een herberg was te vinden om te overnachten, en waarover we nog net weten dat het een wingewest was voor zout, vlas en later katoen. Een ongerepte regio, een eldorado voor rust en authenticiteitszoekers. Culinair schrijver René Zanderink, wiens ouders werden geboren in Denekamp en Bornebroek, geeft een schat aan informatie over het heden en verleden van de culinaire bijzonderheden die van het land van Twente komen.

René Zanderink is bioloog en culinair schrijver. Er verschenen verschillende titels van zijn hand, waaronder Typisch Texel en Liever Lokaal.

Verschijningsvorm:
Paperback
Taal:
Nederlands
Uitgeverij:
Uitgeverij Noordboek
Druk:
1
Datum verwacht:
22-10-2025
ISBN:
9789464713664
Bekijk meer informatie over de auteur(s) van deze titel:

Gerelateerde boeken

  • Zul oes Sunterklaos wel kommen

    Zul oes Sunterklaos wel kommen

    Sinterklaasviering in Drenthe door de eeuwen heen
    Abel Darwinkel
     20,00

    Zul oes Sunterklaos wel kommen

    De eerste decennia van de twintigste eeuw bestonden er nog grote regionale en sociale verschillen in de viering van het Sinterklaasfeest. Pakjesavond was een stedelijk verschijnsel dat op het platteland nauwelijks voorkwam. In dorpen werd wel een schoen of klomp gezet met iets voor het paard, maar alleen in burgerlijke kringen was het pakjesavond en verscheen de Sint ook zelf. Scholen gebruikten Sinterklaas als steun bij de opvoeding en ontleenden er prestige aan.

    Daarnaast bood de nieuwe viering een alternatief tegen de wilde vormen van sinterklaasvieren die nog op het platteland bestonden: het Klaasjagen, Zwarte Klazen of Sunterklaoslopen. Lawaai makende jongelui trokken potsierlijk verkleed, met onherkenbaar gemaakte zwarte gezichten en uitgerust met kettingen langs de huizen. Ze vroegen naar stoute kinderen, maakten kinderen bang, strooiden pepernoten en vroegen om geld of lekkers. Eind negentiende, begin twintigste eeuw groeide het verzet tegen dit wilde gedoe dat gezien wordt als een vorm van bedelarij. Daartegenover stelde men de nieuwe beschaafde Sinterklaas. Dit proces van verburgerlijking heeft de uniformering van het feest in Nederland tot gevolg gehad.

    In dit boek wordt de Drentse Sinterklaastraditie van de afgelopen eeuwen beschreven. Aan het boek werken schrijvers mee die al dan niet in het Drents over Sinterklaas in Drenthe vertellen.

    “Een feest als Sinterklaas dat door zovelen wordt gevierd kun je moeilijk beschermen, want het is een cultureel proces dat voortdurend in beweging is. Sinterklaas zal blijven veranderen.” Henk Nijkeuter

    “Kalenderfeesten en tradities veranderen door de jaren heen. Als iets duidelijk wordt uit dit boek is het wel dat dat in hoge mate geldt voor het Sinterklaasfeest.” Abel Darwinkel

     20,00
  • Kloostermoppen

    Kloostermoppen

    Middeleeuws bouwmateriaal in stad en provincie Groningen
    Edward Houting, Hans Vrijer
     35,00

    Kloostermoppen

    In de twaalfde en vooral de dertiende eeuw vestigden zich onder meer de kloosterorden van de cisterciënzers en de premonstratenzers in Noord-Nederland. Naar voorbeeld van de moederkloosters introduceerden de kloosterlingen grote bakstenen, kloostermoppen genoemd, waarmee ze vanaf het midden van de twaalfde eeuw tot in de zestiende eeuw kerken en kloosters bouwden. In dezelfde periode gebruikten ook vermogende particulieren de grote bakstenen voor de bouw van hun steenhuizen. Vanaf midden dertiende eeuw begonnen de steden zich te ontwikkelen, waarbij de bakstenen werden gebruikt voor stadsmuren en particuliere huizen. Baksteen bood de bouwheren goede mogelijkheden en was duurzamer dan de natuursteen die tot het einde van de twaalfde eeuw werd toegepast als bouwmateriaal. Klei was voor de productie en turf voor het bakken van stenen in ruime mate voorhanden in de provincie Groningen.

    In Kloostermoppen, middeleeuws bouwmateriaal in stad en provincie Groningen beschrijven Edward Houting en Hans Vrijer circa 200 middeleeuwse kerken, kloosters, steenhuizen en stadsmuren. Hiermee wordt voor het eerst een uitgebreid overzicht in boekvorm gegeven van het ontstaan en de toepassing van kloostermoppen in Groningen. De uitgave is ruim geïllustreerd met foto’s, bouwtekeningen van middeleeuwse kerken en kerktorens, kaarten en oude prenten. Bovendien voert een wandeling in de binnenstad van Groningen langs zichtbare overblijfselen van middeleeuwse gebouwen.

     35,00
  • Nieuwe Drentse Volksalmanak 2025 | 142ste jaar

    Jaarboek voor geschiedenis en archeologie
    Ineke den Hollander, Mark Goslinga
     24,90
  • Spiegels van Rome

    Spiegels van Rome

    Gids in zeven eeuwig actuele thema’s
    Sandrina Bokhorst
     39,90