Uit de bajes
€ 24,90
De bajes van Veenhuizen, in 1823 gebouwd als Pauperopvang voor wezen en bedelaars, werd na 1875 uiteindelijk een gevangenisdorp met strenge bewaking voor de zwaarste misdadigers. Veenhuizen, met louter gevangenen en bewakers, werd bijna geheel zelfvoorzienend en was afgesloten van de buitenwereld tot 1985. De verhalen bleven onder de pet …
In Uit de bajes vind je de best bewaarde, aangrijpende, vaak spannende verhalen over hoe het vroeger was. Met veel mannen in een kleine ruimte was er vaak onrust, een opstand of vluchtpoging. Het viel niet mee om iedereen binnen de poort te houden. In het diepste geheim werden de gevaarlijkste ontsnappingspogingen beraamd. Wie zat er en wat gebeurde er? Door zwijgplicht bleven de verhalen van ex-gevangenen en bewakers lang geheim. In dit boek zijn ze door Clemens van den Brink verwoord en ingeleid, met veel authentieke beelden.
Clemens van den Brink werd in 1940 geboren in het Oude Tweede Gesticht, nu deel van het Nationaal Gevangenismuseum in Veenhuizen. Zijn vader was bewaker van 1938 tot 1946. Tot 1962 maakte hij de ontwikkelingen in Veenhuizen van dichtbij mee. Eerder schreef hij al een succesvolle trilogie over de bajes van Veenhuizen.
Gerelateerde boeken
-
-
Fûgels yn ús
De ferhalen yn dizze bondel binne licht absurdistysk fan toan en koart en krêftich. Mei emoasje en gefoel foar taal nimt Catharina Lautenbach de lêzer mei yn humoristyske situaasjes, famyljekonflikten en geheimen. Ferskate personaazjes passearje yn fûgelflecht de revu en sjogge har steld foar fragen en problemen dy’t yntrigearje. Faak komt in ûnferwachte ûntjouwing ta stân.
Catharina Lautenbach is berne yn Drachten (1964). Fûgels yn ús is har literêre debút.
-
-
Tussen Aduard en Auschwitz
De kampervaringen en de doorwerking daarvan in het leven van Elie Aron Cohen (1909-1993) staan in deze biografie centraal. De oorlog vormde voor hem niet alleen een breuk tussen twee werelden – gesymboliseerd door Aduard en Auschwitz – maar ook tussen Joden en niet-Joden. En zelfs binnen de naoorlogse Joodse gemeenschap trok Elie scheidslijnen. Scheidslijnen die een duidelijke hiërarchie in leed aangaven, maar waarmee hij ook zijn eigen naoorlogse exclusiviteit als kampoverlevende strikt afbakende.
Elie was naast kampoverlevende tevens arts en schrijver, aspecten die in zijn leven nauw met elkaar verbonden bleven. Het arts-zijn was, zoals hij het zelf cynisch omschreef, ‘het beroep voor de kampen’ en hielp hem te overleven. In zijn publicaties keerde Elie steeds opnieuw terug naar het kamp om zo te getuigen van wat er in de kampen gebeurd was en zijn eigen handelen als ‘prominent’ kritisch te bezien.
Deze biografie is grotendeels gebaseerd op uniek bronnenmateriaal; met name Elie’s naoorlogse correspondentie vormt de ruggengraat van deze biografie. De vele persoonlijke brieven werpen een helder licht op zijn leven en persoonlijkheid.