Veldgids Paardenbloemen
€ 34,90
In het voorjaar kleuren de bermen en weilanden geel van de paardenbloemen. Deze cultuurvolger is niet alleen een van de meest algemene soorten van onze flora, maar ook een hele bijzondere. De paardenbloem roept emoties op (weg met dat onkruid!), wordt gegeten, geschilderd en er is veel discussie over taxonomie en ecologie. De ene ecoloog beschrijft de paardenbloem als één soort met veel verschijningsvormen, andere specialisten herkennen in heel Nederland tot meer dan duizend soorten!
Om tot een goede herkenning te komen, onderscheidt de auteur tien verschillende secties, waarbij de sectie Taraxacum (weidepaardenbloem) de meest algemene is en de sectie Palustria (moeraspaardenbloem) de meest bedreigde. Karst Meijer heeft overzichtelijke nieuwe determinatiesleutels gemaakt. Aan de hand van deze sleutels en vele foto’s van Erik van den Ham kan iedere natuurliefhebber de grote soortenrijkdom moeiteloos op naam brengen. Het boek is gemakkelijk te gebruiken in Nederland en aangrenzend Duitsland en België.
Karst Meijer is botanicus (gespecialiseerd in paardenbloemen en bramen), plantenjager en tuinontwerper. Hij beheert het Herbarium Frisicum, het grootste particuliere herbarium van Nederland.
Erik van den Ham is botanicus, fotograaf en kweker van bomen en planten. Hij zit in het bestuur van Stichting Herbarium Frisicum.
Gerelateerde boeken
-
De scharrelaar 2020/1
Een nieuwe lente, een nieuwe Scharrelaar! De lente-editie van De scharrelaar staat weer boordevol met gedichten, verhalen en beschouwingen over vogels in binnen- en buitenland.
‘De scharrelaar’ is een literair tijdschrift voor vogelliefhebbers, geschreven door diverse auteurs. In deze overvolle lente-editie 2020 van De scharrelaar, het derde nummer alweer, vindt u onder meer bijdragen van Willem Jan Otten en Daan Remmerts de Vries. Verder schrijft Marja Vuijsje over de kauwen op haar balkon, vertelt Bert Keizer over de helaas uitgestorven trekduif, beschrijft gevangenispsychiater Yolande de Kok de vogels in de nor en bejubelt Saskia van Loenen de paria van het stadspark: de halsbandparkiet.
-
Vogels van de Friese Waddenkust
De Friese Waddenkust is niet alleen een schitterend gebied, maar ook een cruciale schakel in het leven van veel soorten wad- en watervogels, die er broeden, ruien, opvetten en overwinteren in alle seizoenen van het jaar.
In ‘Vogels van de Friese Waddenkust’ wordt van bijna 200 soorten de ontwikkelingen van de afgelopen 50 jaar in beeld gebracht. Het laat de gevolgen zien van klimaatveranderingen en een breed scala aan nieuwe ontwikkelingen langs de kust, zoals dijkversterking, buitendijkse fietspaden en een nieuwe plek voor verbeterde afvaart naar Ameland.
Dit boek is een onmisbare informatiebron voor natuurliefhebbers en vogelaars, en alle inwoners en bezoekers van Noord-Nederland.
De auteurs werken en wonen in Friesland en zijn alle gepassioneerde vogelaars.
-
Knooppunt Waddenzee
Miljoenen wad- en watervogels trekken ieder jaar heen en weer tussen hun broedgebieden in Groenland, Scandinavië, West-Europa of Siberië, en hun wintergronden in Europa en Afrika. Als je alle routes van die trekvogels op de wereldbol tekent, zie je halverwege die kaart een druk knooppunt: de Waddenzee!
In het project Metawad hebben onderzoekers van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee en de Rijksuniversiteit Groningen vijf compleet verschillende trekvogels van de Waddenzee onderzocht: de kanoet, de drieteenstrandloper, de rosse grutto, de rotgans en de lepelaar. Ze bekeken de vogels niet als ‘bewoners’ van die Waddenzee, maar als gebruikers van een veel groter systeem waar het wad een belangrijk onderdeel van is: het ‘metawad’.
Knooppunt Waddenzee biedt een kleurrijk pallet van portretten van de wetenschappers, die ploeterend met palen en hekwerk achterop hun ets over de kwelder trekken, of uren achtereen in weer en wind – of juist bakkend onder de Afrikaanse zon – naar vogels met kleurringen aan hun pootjes staan te zoeken. Het biedt ook portretten van de vijf onderzochte vogelsoorten. Wat weten we van deze dieren? En vooral: hoe kunnen overheden of natuurbeheerders hun voordeel doen met deze wetenschap?
-
Tuinieren met wilde planten
Iedere dag genieten van een weelderige bloemrijke tuin met de vele dieren die daar leven zoals vogels, salamanders, kikkers, muizen, vlinders en wilde bijen. Een tuin vol leven, een stukje natuur zelfs midden in een dorp of stad.
Juist die kleine stukjes natuur in een stedelijke omgeving zijn heel belangrijk. Dieren vinden er voedsel en plekken om te schuilen en zich voort te planten. Mensen vinden er ontspanning en verwonderen zich over de ongelooflijke verscheidenheid en vernuftigheid van de natuur.
Wil jij ook zo’n eigen stukje natuur creëren? Het kan overal. Echt niet alleen als je een flink stuk grond bezit, ook in je kleine stadstuin, op je dakterras of balkon is er veel mogelijk.
Maar hoe moet je beginnen? Wat kun je het beste doen? En welke planten zijn niet alleen leuk voor dieren, maar vooral ook voor jou? In Tuinieren met wilde planten staan alle antwoorden!Martin Stevens legde de basis voor zijn uitgebreide plantenkennis bij de Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie. Als beheerder van een bezoekerscentrum van Natuurmonumenten legde hij een heemtuin aan en bracht zijn liefde voor de natuur over op vele bezoekers. Nu kweekt hij wilde planten en is actief betrokken bij het Levend Archief en Wilde Weelde.