Verdraaid verleden

De zwarte bladzijden uit een familiealbum
Joop Boelens

 35,00

1918. Een jonge verpleegster, Mina Hendriks uit ’s-Hertogenbosch, huwt met een gevluchte Belgische militair, Gustave Scohier uit Charleroi. Ze krijgen twee zonen, trekken naar Congo en komen later in België terecht in de turbulentie van de Tweede Wereldoorlog. Getekend door hun ervaringen keren ze daarna terug naar Afrika.

Joop Boelens groeit op met de fascinatie voor het spannende leven van zijn Belgische oudoom en -tante. De verhalen over hun heldhaftige belevenissen bevatten, zo blijkt, flarden waarheid, vele leugens en tegenstrijdigheden. Jaren later, als de familie al bijna vergeten is, gaat hij op zoek naar de waarheid, gestuurd door zijn herinneringen, gevonden brieven en wat foto’s. Hij spoort mensen op die hen gekend hebben en doet diepgaand onderzoek in archieven in diverse landen.

Het levert verbijsterende en ontroerende verhalen op: over het verzetswerk ‘Zero’, de gruwel van de nazi-kampen, de executie van de verzetshelden, de ‘verrader’ die tien jaar lang onschuldig in de gevangenis zit, de apartheid in Congo en Zuid-Afrika, de goud- en diamantsmokkel en het niemands kind met onbekende vader en moeder.

Het boek dat leest als een detectivestory neemt de lezer mee op een verontrustende zoektocht door Europa en Afrika op de zenuwknopen van de 20ste eeuw.

Joop Boelens studeerde Frans, Nederlands en literatuurwetenschap.

Verschijningsvorm:
Paperback
Taal:
Nederlands
Uitgeverij:
Sterck & De Vreese
Aantal pagina's:
440
Druk:
1
ISBN:
9789464712254
Gewicht:
884 gram
Afmeting:
239x171x42 mm
Uitgiftedatum:
14-10-2024

Gerelateerde boeken

  • Mensenjacht

    Mensenjacht

    Het optreden van de Sicherheitspolizei in Drenthe tijdens de Tweede Wereldoorlog
    Marcel Zantingh
     39,90
  • Lege plekken

    Lege plekken

    Groningen en zijn Joodse stadjers in en na de oorlog
    Stefan van der Poel
     25,00

    Lege plekken

    Van de grote Joodse gemeenschap die Groningen kende, keerde na de oorlog vrijwel niemand terug. De voormalige Joodse buurt in en rond de Folkingestraat was uitgestorven, de synagoge bood veel meer ruimte dan de kleine gemeenschap kon vullen en benadrukte zo de afwezigheid van velen. De titel ‘Lege plekken’ verwijst naar deze afwezigen, maar ook naar de leegte die zij achterlieten in bredere zin: in het straatbeeld en de herinnering.

    In dit boek wordt de plaats van de Joodse gemeenschap in de niet-Joodse omgeving geanalyseerd; in het bijzonder de relatie tussen de gemeente Groningen en haar Joodse stadjers. Op welke wijze is er in en na de oorlog met Joods vastgoed omgesprongen en was daarbij sprake van rechtsherstel? Ook de rol die de Groningse politie had bij het arresteren en deporteren van Joden wordt belicht, evenals de criteria waarmee de naoorlogse zuivering binnen het politieapparaat plaatvond. En hoe verliep de terugkeer en opvang van Joodse repatrianten na de oorlog? Daarbij wordt nagegaan wie hen onderdak verleenden of hen voorzagen van de benodigde kleding en voeding. Het afsluitende hoofdstuk analyseert de ontwikkelingen in de naoorlogse herinneringscultuur. Aan de orde komen de monumenten en de verschillende wijzen waarop deze de ontstane leegte vertolken. Zo trachten verscheidene historici in dit boek de ontstane leegte te markeren en te duiden.

    Stefan van der Poel is universitair docent bij de vakgroep Geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn belangstelling gaat vooral uit naar de Joodse en Midden-Europese geschiedenis. In 2004 promoveerde hij op Joodse stadjers. De joodse gemeenschap in de stad Groningen, 1796-1945.

     25,00
  • Uit de lus van de strop

    Uit de lus van de strop

    Gentenaars in de bres voor de Joodse bevolking 1940-1944
    Marc Verschooris
     27,50

    Uit de lus van de strop

    Al in de jaren 1920-30 komen vele Joodse studenten uit de Oost-Europese landen naar Gent, op de vlucht voor discriminatie en raciale vervolgingen. Deze toekomstige ingenieurs studeren in de ‘Bijzondere Scholen voor de Burgerlijke Bouwkunde, Mijnen en Kunst- en Fabriekwezen’. Na hun studies kan een groot deel van hen in het Gentse industriebekken terecht.
    En dan breekt de Tweede Wereldoorlog uit. Vanaf 1942 is het vooral de hoop, het vertrouwen, de moed en de kracht die in sterke mate de overlevingsdrang van de Joodse families bepalen. Niet alle verhalen lopen goed af. In het Gentse verzet nemen de ingenieurs een belangrijke plaats in, maar ook burgers uit alle lagen van de
    bevolking bieden weerwerk.
    Marc Verschooris reconstrueert het leven van de slachtoffers maar brengt ook de verhalen van de overlevenden die als bij wonder aan de strop van de haat zijn ontsnapt. Naast angst voor het antisemitisme van vroeger en nu, is er ook dankbaarheid voor de heldendaden van zij die resoluut kozen voor steun, respect en solidariteit. Vele, niet eerder gepubliceerde foto’s, geven de hoofdrolspelers in dit boek, een gelaat.

    Marc Verschooris is geassocieerd onderzoeker bij het CEGESOMA. ‘De papegaai is niet dood. Geheim agenten Albert Deweer, Albert Mélot en Albert Wouters – Gent 1944’ verscheen bij uitgeverij Sterck & De Vreese.

     27,50