Zij durft
€ 29,90
‘Maak een man vrij voor de vloot’. Onder die slogan werden de eerste vrouwen bij de Koninklijke Marine gevraagd in 1944. De mannen moesten kunnen vechten, en moesten zich niet bezighouden met administratieve taken. Dat werd de taak van de MARVA (Marine Vrouwen Afdeling). Een vrouw in uniform was toen raar. Veel te zelfstandig. Kon ze niet beter op zoek naar een man? Je moest het maar durven in die tijd, als vrouw bij de marine. Naarmate de tijden veranderden, veranderde ook de rol van de vrouw. Zowel in de samenleving
als bij de marine. Er werd gevochten voor gelijke rechten. Gelijke rangen en standen. Ook als je trouwde. Ook als je kinderen kreeg.
Zij durft is een ode aan 80 jaar vrouwen bij de Koninklijke Marine. Een ode aan de emancipatie van zelfstandige jonge vrouwen die iets voor hun land wilden betekenen. En daarin, vaak tegen de
gevestigde orde in, hun eigen weg kozen.
Over Amy van Son, projectleider – Helmen Vol Verhalen en Zij Durft
Koninklijke Marine-veteraan Amy van Son (1969) koos zelf ooit een uitweg uit een bewogen jeugd door naar defensie te gaan. Nu is zij als sociaal maatschappelijk en cultureel ondernemer voortdurend op zoek naar een manier om de verschillende verhalen van veteranen, hun thuisfront en hun uitzendingen op een creatieve manier zichtbaar te maken voor de samenleving.
In het project Zij Durft brengt zij samen met fotograaf Erik van Cuyk en schrijver Marlies Rothoff de verhalen van verschillende generaties vrouwelijke Marine militairen in beeld. Wat bewoog deze vrouwen om bij de marine te gaan? En wat namen ze mee in de rest van hun leven?
Gerelateerde boeken
-
-
-
Moed en tegenspoed
€ 35,00Vergeten vrouwengeschiedenissen
De Bourgondische tijd was in alle opzichten voorspoedig maar niet voor de positie van de edelvrouw. In deze overgangstijd van middeleeuwen naar renaissance pikten mannen het niet langer dat vrouwen in eigen naam bestuurden. De vrouwen verzetten zich, soms met de moed der wanhoop, tegen deze evolutie. De eerste vrouw die alarm sloeg was Christine de Pisan (†1430), maar ook later bestreden vele edelvrouwen de teloorgang van hun waardigheid. Tien edelvrouwen passeren de revue: Margaretha van Brabant, Margaretha van Male, Christine de Pisan, Jeanne d’Arc, Isabella van Portugal, Guigone de Salins, Jacoba van Beieren, Maria van Bourgondië, Johanna de Waanzinnige, Margaretha van Oostenrijk. Ze waren vaak moedig maar steeds meer machteloos. De Maesschalck brengt deze vrouwen voor het voetlicht en laat hen opnieuw schitteren. Tussendoor gaat aandacht naar fenomenen als bastaards, nonnen, begijnen, zieneressen, politiek actieve vrouwen en vermeende heksen, vrouwenkleren en juwelen, en bovenal naar liefde, seks en ongepaste mannengrappen.
Edward De Maesschalck publiceerde spraakmakende boeken over de Bourgondische vorsten, de graven van Vlaanderen en de Habsburgers.
-
Kleur Veenhuizen
€ 29,95KLEUR VEENHUIZEN is het handboek bij de kleurenwaaier voor Veenhuizen. Het is gemaakt voor bewoners, eigenaren en beleidsmakers, maar ook voor wie nieuwsgierig is naar de ontstaansgeschiedenis van de gebouwen en het landschap.
De ‘pauperkolonie’ Veenhuizen werd in 1822 gebouwd om bedelaars, landlopers en arme gezinnen uit de grote steden een beter bestaan te geven op het platteland. Gaandeweg ontwikkelde Veenhuizen zich tot een strafkolonie. De transformatie tot gevangenisdorp bracht een enorme bouwproductie op gang. Aan het begin van de 20e eeuw was Veenhuizen een zelfvoorzienend gevangenisdorp geworden met scholen, kerken, een hospitaal, werkgebouwen, boerderijen en dienstwoningen waarin het leven tussen gevangenen en bewoners sterk met elkaar vervlochten was. Tot 1983 was Veenhuizen gesloten voor publiek. Hier woonde alleen wie er ook werkte. Met uitzondering van de kerken was heel Veenhuizen in bezit van het Rijk en werd door het Rijk collectief beheerd en onderhouden.
Veenhuizen is ondertussen veranderd van een Justitiedorp in een woonlandschap met daarin nog steeds een aantal in gebruik zijnde gevangenissen. De overgang van één grote eigenaar naar vele eigenaren betekent de overgang van collectief naar individueel uitgevoerd onderhoud en beheer. Vooral bij de woonhuizen worden de gevolgen hiervan zichtbaar. Ramen worden vervangen, luiken verdwijnen en het schilderwerk van de onderdelen krijgt andere kleuren. Daardoor vervagen de zo karakteristieke reeksen en families van gebouwen.
Het handboek en de kleurenwaaier richten zich op de modelwoningen en -boerderijen uit de periode tussen 1884 en 1930 en op de structurerende en terugkerende onderdelen van de bebouwing en het landschap. Daar zijn een aantal praktische redenen voor. De grondtoon van Veenhuizen ligt verankerd in de herhaalbare gebouwtypes en de algemene dragers van het landschap. Het zijn met name deze woningen en boerderijen die particulier beheerd en onderhouden gaan worden en die belang hebben bij toegankelijke en hanteerbare kennis. Het handboek vult de kleurenwaaier aan met kennis van de gebouwen, hoe ze zijn gebouwd, met welke bouwmaterialen, details en kleuren. En het laat de landschappelijke onderdelen zien die het karakteristieke beeld bepalen, in de straat en op het erf.





