Alleen door Afrika
€ 27,50
In 1931 stapt een berooide Pool zijn voordeur uit om per fiets vanuit Polen naar de meest zuidelijke punt van Afrika te reizen. Hij wil zo zijn jeugddroom waarmaken én een inkomen verwerven voor zijn gezin. Nowak schrijft tijdens zijn reis honderden artikelen, die dankzij zijn vrouw in Poolse kranten verschijnen. Hij maakt meer dan tienduizend foto’s. Vandaag kent niemand hem nog. En dat is onterecht.
Kazimierz Nowak is een naïeve held die, door zwerfzucht gedreven, de grootste ontberingen doorstaat. Al schrijvend en fotograferend laat hij een groots tijdsdocument na, een avonturenverhaal en kritische reportage in één. We krijgen een inkijk in de koloniale (wan)praktijken op het Afrikaanse continent, maar genieten ook mee van een ongerept landschap onder het zilveren maanlicht. Met zijn laconieke humor doet hij ons bijna vergeten wat een lijdensweg deze tocht moet geweest zijn.
Zijn fietstocht door Afrika duurt vijf jaar en vier maanden. Nog geen jaar na zijn terugkomst overlijdt hij aan de gevolgen van de geleden ontberingen.
TOM YSEWIJN zwerft, onder meer voor MO*-magazine, per fiets over het Europese platteland om vandaar verslag te doen over het leven in de buitengebieden.
‘Een meeslepend reisdagboek dat je vanaf de eerste bladzijde meeneemt op een waanzinnig avontuur: dwars door Afrika. Kazimierz’ belevenissen zijn zo beklijvend dat het lijkt of je meerijdt achterop de fiets.’ — ARNOUT HAUBEN (tv-maker)
‘Elke foto vertelt een verhaal uit een meedogenloze en magische wereld. Een onthutsende ontdekking.’ — MICHIEL HENDRYCKX (fotograaf)
Gerelateerde boeken
-
-
Zo zijn we niet meer getrouwd
Tot de jaren zestig bezegelde het huwelijk een hiërarchische verhouding. Door te trouwen kwam de man aan het hoofd van het gezin en werd de vrouw handelingsonbekwaam. Ze mocht niet zelf contracten sluiten, werken of een bankrekening beheren. Nog een effect: de huwelijkswetgeving criminaliseerde homoseksualiteit en maakte sommige kinderen wettig en andere ‘onwettig’. Dit boek beschrijft de opkomst en het verval van het hiërarchische huwelijk. Het eindigt met de komst van het recht om te scheiden, het homohuwelijk en het geregistreerde partnerschap.
-
As ik de toer mar sjoch …
75 ferhalen fan Boarnsters oer de leafde en har djipste fertriet, oer hoe it wie, op skoalle, hokker fiten se úthellen en hoe’t se karriêre makken. Mar ek wêr’t se sa’n spyt fan hiene. Oer it belib¬jen fan nei tsjerke gean en oer de wille fan it gondelbouwen. It entûsjasme foar de sport en de ynset om Aldeboarn op ’e kaart te hâlden. Oer de jierren dat der ja en amen sein wurde moast tsjin klanten om winkeltsjes oerein te hâlden. Oer de opgeande tiid fan de boeren, mar ek oer it famke dat yn ’e jarrekolk bedarre.
Dit boek lit langstme fiele nei it doarp. As je ien kear yn in lyts doarp wenje en of wenne ha, dan bliuwe jo ferbûn en dat giet nea wer oer! In boek, net allinne foar Boarnsters!
-
Prinsentuin Leeuwarden
In de monumentale stadskern van Leeuwarden ligt de Prinsentuin, een van de groene parels die de Friese hoofdstad rijk is. Halverwege de zeventiende eeuw werd de tuin als lusthof aangelegd door Stadhouder Willem Frederik van Nassau. Deze lusthof kennen we nu als de Prinsentuin en bevat een schat aan bijzondere verhalen uit verschillende perioden in de geschiedenis van de stad.
Nadat in 1819 koning Willem I de hoftuin teruggaf aan de bewoners van de stad, schreef het stadsbestuur een opdracht uit tot herinrichting. Deze opdracht hield verband met de ontmanteling van het bolwerk. Daarmee was Leeuwarden een van de eerste steden in Nederland die een openbaar stadswandelpark op de vestingwerken liet aanleggen. Stadsarchitect Gerrit van der Wielen (1767-1858) en ‘architect van buitengoederen’ Lucas Pieters Roodbaard (1782-1851) werkten circa vijfentwintig jaar aan de transformatie van de stad. Naast de Prinsentuin ontwierp Roodbaard een aaneengesloten groenstructuur op het bolwerk, waarin de wandeling centraal stond. Zijn collectie ontwerptekeningen geeft een prachtige inzage in de gefaseerde aanleg vanaf 1821 tot ongeveer 1846.
Nu, tweehonderd jaar nadat werd aangevangen met de omvorming van de Prinsentuin tot openbaar stadswandelpark, heeft het monumentale groen een nieuwe betekenis gekregen. Het park herbergt het verhaal van het verleden, maar het vraagt tegelijkertijd om een toekomstbestendige visie.