Alleen voor Friesland heb ik nog een zwak
€ 12,90
J. Slauerhoff wordt algemeen gezien als een van Nederlands grootste dichters en schrijvers. Met zijn avontuurlijke en dwarse instelling is hij voor velen een inspiratiebron geweest, en hij is dat nog steeds.
Een bijzondere en interessante kant aan de persoon en aan het werk van Slauerhoff is zijn relatie tot Friesland, waar hij is opgegroeid. Het is zonder meer waar dat een aantal van zijn mooiste verzen een Friese achtergrond heeft. Maar hoe liet hij zich over zijn geboortegrond uit? Hoe dachten belangrijke Friese auteurs over hun collega?
In Alleen voor Friesland heb ik nog een zwak draait alles om de connectie tussen de ‘Rimbaud van Leeuwarden’ en het Friese vaderland.
Gerrit Jan Zwier is antropoloog en als reisauteur gespecialiseerd in noordelijke landen. Hij heeft diverse publicaties over Slauerhoff op zijn naam staan.
met illustraties
Gerelateerde boeken
-
De stem van het water
Omnibus van vier verhalenbundels
Nog geen eeuw geleden ging het grootste deel van het vrachtvervoer over water. De zeilvaart had daarin zowel op de binnenwateren als buitengaats een belangrijk aandeel. Het was een hard bestaan voor de schipper, zijn vrouw en kroost. Wat een moed, zeemanschap en toewijding waren nodig om het schip ‘vrij’ te bevaren, zodat het beroep en de manier van leven konden worden
doorgegeven aan een volgende generatie. Van Ameland tot Maastricht sprak Hylke Speerstra met tientallen schippers en hun vrouwen. Dit resulteerde in deze bundeling verhalen, die de schipperij een stem gaf die wellicht anders nooit zou zijn gehoord. Een waardevolle oral history over een bijzondere episode in de Nederlandse maritieme historie.Als hoofdredacteur van schippersweekblad Schuttevaer raakte Sp eerstra in de ban van de spankracht van het varensvolk. Hij schreef er vier verhalenbundels over: Kop in de wind, De laatste echte schippers, Schippers van de zee en Bij nacht en ontij.
-
-
Zolang de boom bloeit
De Friese literatuur is uitdrukking van de eigenheid van Fryslân. Door de eeuwen heen hebben Friese schrijvers en dichters in hun eigen taal geschreven: over zichzelf, over hun taal en over hun land. De Friese literatuur kent vele onverwachte schatten die de moeite van het ontdekken waard zijn. Zolang de boom bloeit is daarvoor een mooi startpunt. In zeven hoofdstukken behandelt literatuurwetenschapper Joke Corporaal de belangrijkste ontwikkelingen en kenmerken van de Friese literatuur. Korte ‘venster’-teksten lichten deze geschiedenis vervolgens toe met sprekende voorbeelden over hoogte- en ook dieptepunten.