Art Nouveau in Nederland
€ 49,90
De bloeitijd van de Art Nouveau rond het fin de siècle was kort maar hevig. Na jarenlang een buitenbeentje in de Nederlandse bouwkunst te zijn geweest, kwam in de jaren zestig de herwaardering voor de Art Nouveau op gang. Inmiddels wordt het belang van Art Nouveau voor de ontwikkeling van de bouwkunst algemeen erkend en neemt de interesse voor deze bijzondere, flamboyante stroming in de architectuur toe. In Art Nouveau in Nederland neemt Bé Lamberts u mee langs een groot aantal opmerkelijke zaken, die aansporen om bijzondere architectuur ter plekke te bekijken en die verwondering oproepen over dit waardevolle, maar zo kwetsbare erfgoed.
Bé Lamberts studeerde kunst- en architectuurgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij werkte als onderzoeker en medewerker monumentenzorg bij diverse overheidsinstellingen en organisaties.
Gerelateerde boeken
-
Tames Oud
De op Ameland geboren Tames Oud (1895-1953) is een uitzonderlijke Friese kunstenaar uit de vorige eeuw. Zoals veel Amelander jongens was hij in de eerste plaats een zeeman. Vanaf 1918 werkte Tames Oud in een suikerfabriek, als glasblazer, huisschilder en -decorateur, sjouwer en kroegbaas. Niettemin werkte hij steevast aan zijn oeuvre. In 1920 vestigde Tames Oud zich in België en volgde hij de Academie voor Schone Kunsten in Brussel. Hij koos voor het vak ‘kunstschilder’ toen hij eind 1938 naar Den Haag verhuisde.
Ondanks dat zijn werk sterk werd beïnvloed door Vlaamse pointillisten en expressionisten, bleef het een eigen karakter behouden. Zowel in zijn schilderijen, grafiek als tekeningen zocht Oud naar krachtige, eenvoudige vormen en koos hij onderwerpen uit het dagelijkse bestaan van boeren en vissers. De herinneringen aan zijn eiland van herkomst bleven daarbij altijd een rol spelen.
Het boek verschijnt bij de gelijknamige overzichtstentoonstelling in Museum Belvédère en de Stichting Amelander Musea, te zien van 17 juni tot en met 24 september 2023.
-
Jochem Hamstra
De schilderkunst van Jochem Hamstra (1962, Heerenveen) beweegt zich tussen figuratie en abstractie, maar is altijd gestoeld op de visuele waarneming. Hij schildert het liefst op de achterkant van linnen, omdat het materiaal zo de meeste weerstand biedt. Die weerbarstigheid is ook te vinden in zijn soms stugge vormentaal, terwijl de schilderijen vaak een melancholieke sfeer ademen. Dankzij een sterke persoonlijke stijl en een geraffineerd gevoel voor kleur is zijn werk altijd verrassend en toch herkenbaar. Zo heeft hij een coherent en kwalitatief hoogstaand oeuvre opgebouwd, dat nog nooit in de volle breedte is getoond. Reden genoeg voor Museum Belvédère om zijn eerste museale solotentoonstelling te organiseren, met bijbehorende publicatie.
-
Zeven eeuwen Allersmaborg
Zeven eeuwen Allersmaborg
Annette van der Post en Henk Th. van VeenVerscholen tussen de bomen in het Reitdiepdal bij Ezinge ligt de historische borg Allersma. Een statig maar sober gebouw met een lange en rijke geschiedenis, die in dit boek voor het eerst wordt beschreven.
Zeven eeuwen Allersmaborg schetst de levens van voorname Ommelander families die er permanent woonden en van Groninger regenten die in stadpaleizen resideerden en Allersma koesterden als hun buitenverblijf. Veel markante eigenaars en bewoners vanaf de middeleeuwen tot de twintigste eeuw passeren de revue: jonkheren, notarissen, gepensioneerde boeren en kunstenaars.
In de tweede helft van de twintigste eeuw ontwikkelde Allersma zich tot een artistieke broedplek door de gastvrijheid van het kunstenaarsechtpaar Martin Tissing en Annie Vriezen. Nationaal en internationaal opererende kunstenaars laafden zich er aan de betoverende atmosfeer. -
De nieuwe gids voor de niet-bestaande vogels van Europa
Na het verschijnen in 2013 van De Kleine Gids voor de niet-bestaande Vogels van Europa is kunstenaar en amateurornitholoog O.C. Hooymeijer onverdroten doorgegaan met het speuren naar niet-bestaande vogels. Veldreizen naar het uiterste noorden van Rusland, tot in het diepe zuiden van de mediterrane landen hebben geleid tot de ontdekking van bijna vijftig nieuwe specimen, alle zeer nauwkeurig beschreven en verbeeld.
Voor het onderzoek naar de bij de ontdekte vogels behorende ‘Volkswijsheden’ heeft de schrijver vele tandeloze, zeer bejaarde bewoners van veelal het platteland geïnterviewd, teneinde de vaak bijna in vergetelheid geraakte spreuken te kunnen behouden voor het nageslacht.
Voor de in deze nieuwe Gids opgenomen ´Recepten met niet-bestande vogels’ heeft O.C. Hooymeijer bovendien vele culinair specialisten geraadpleegd en tientallen archieven en bibliotheken verspreid over heel Europa bezocht.