Bedekt
€ 34,90
Bedekt. Een antropologische geschiedenis van de cache-sexe tracht de vraag te beantwoorden waarom mensen door de geschiedenis heen hun geslachtsdelen hebben bedekt en waarom ze een of andere vorm van bedekking (cache-sexe) dragen.
Is een cache-sexe slechts een bescherming of is het tevens een manier om de aandacht te trekken? Wordt zo’n bedekking wellicht ook gedragen als een subtiel verleidingsmiddel? Waarom is het dragen van een cache-sexe in de ene samenleving een uitdrukking van schaamte en in een andere context niet?
Op zijn zoektocht naar een antwoord op deze vragen richt de auteur zijn blik op de vrouwelijke en mannelijke geslachtorganen. Hij beschrijft hoe dit deel van het menselijk lichaam door de tijd heen en in verschillende culturen is waargenomen en geapprecieerd. Allerlei vormen van cache-sexe bij de vrouw en de man worden besproken aan de hand van unieke en soms niet eerder gepubliceerde documentatie. Het boek besteedt verder ook aandacht aan de bedekking van de ’achterkant’.
Philip Van Kerrebroeck is emeritus-hoogleraar Urologie (Universiteit Maastricht). Hij werd geboren in Leuven (België) en volgde de opleiding chirurgie en urologie in Brussel, Utrecht, Nijmegen en San Francisco. In de loop der jaren is hij geïnteresseerd geraakt in de geschiedenis van de urologie en de culturele antropologie. Momenteel is hij voorzitter van het History Office van de European Association of Urology (EAU) en bestuurslid van het Museum Lambotte te Antwerpen.
Gerelateerde boeken
-
Van top tot teen Molukker
Winnaar DHV-prijs 2022
De Molukse gemeenschap heeft in de 71 jaar in Nederland zijn voetafdruk achtergelaten. Weinigen zijn zich echter bewust van deze geschiedenis en de achtergrond en het heden van de Molukse gemeenschap in Nederland. Hun verhaal is meer dan een gijzeling van een gebouw of een kaping van een trein.
In ‘Van Top tot Teen Molukker’ wordt teruggekeken op 71 jaar Molukse gemeenschap in Drenthe en Assen. Hoe ervoeren de Molukkers de reis naar Nederland en het verblijf in Schattenberg? Hoe verliep vervolgens de (gedwongen) verhuizing naar de Molukse wijken in Assen? Wat was de rol van de landelijke en de gemeentelijke politiek? Waarom verliep de huisvesting van de Molukse gemeenschap in verschillende fasen, wat uiteindelijk leidde tot drie verschillende wijken? En welke rol speelde de strijd voor de vrije Molukken?
‘Van Top tot Teen Molukker’ vertelt het verhaal van de ontmoeting en confrontatie met de Nederlandse cultuur aan de hand van twaalf interviews met Molukkers uit de eerste, tweede, derde, vierde en vijfde generatie. Ook worden drie Nederlanders geïnterviewd die veel contacten hebben met Molukkers, privé en professioneel.
Djodjie CA Rinsampessy kijkt met de geïnterviewden terug op hun geschiedenis en hoe zij deze hebben ervaren. Guido Abuys beschrijft in een historisch overzicht de komst van de Molukkers en het ontstaan van de wijken.
Het verhaal van de eerste generatie, waarvan er nog slechts enkelen in leven zijn, krijgt een speciaal kader als het wordt afgezet tegen dat van de volgende generaties. De eerste generatie vertelt over haar herinneringen aan de reis naar Nederland, waarbij de tweede generatie soms ook nog iets kan vertellen over het wonen in Schattenberg en de overgang naar de Molukse wijken in Assen. De latere generaties komen aan het woord over hun jeugd, in hoeverre zij zich nog verbonden voelen met het moederland, en waar zij hun toekomst zien.Van Top tot Teen Molukker is het zesde deel in de Nieuwe Asser Historische Reeks.
-
Niet meer blaffen naar de maan
Zijn er tussen wetenschap, geloof en magie waterdichte schotten te plaatsen? Is er een verschil tussen een wonderbaarlijk mirakel en een te mijden toverkunstje? Is de rede enkel te vinden in de wetenschap of speelt die ook een rol in religie en magie? Hoe stond de kerk tegenover wetenschappelijke bevindingen?
Raoul Bauer gaat op zoek naar antwoorden op deze vragen en vindt ze onder meer in de geschriften van de grote wetenschappers uit de Middeleeuwen. We leren Isidorus van Sevilla kennen die een encyclopedie schreef die eeuwenlang gebruikt werd. Beda Venerabilis, dé wetenschapper bij uitstek van de achtste eeuw, onderzoekt mirakels, berekent de paasdatum en denkt na over het fenomeen van de getijden. Via de Karolingische renaissance komt Gerbert van Aurillac aan het woord, de paus-wiskundige van het ‘merkwaardige’ jaar 1000.
Raoul Bauer, historicus en doctor in de letteren, is emeritus hoogleraar cultuurgeschiedenis in de Associatie van de K.U.Leuven. Hij publiceerde eerder bij uitgeverij Sterck & De Vreese het boek Karel de Grote.
‘We raken nooit dichter bij het begin van alles. In die zin is in de moderne natuurkunde niet anders dan de theologie van de middeleeuwen, toen er ook heel diepzinnige vragen werden gesteld, zonder dat er antwoorden kwamen.’ – Heino Falcke, hoogleraar radioastronomie en astrodeeltjesfysica, Radboud Universiteit Nijmegen
-
Geschiedenis van Drenthe
Drenthe kent een lange bewoningsgeschiedenis. De oudste sporen van menselijke aanwezigheid gaan zeker 50.000 jaar terug, misschien wel meer dan 100.000 jaar. In die lange periode voltrekken zich grote veranderingen. Gedurende het grootste deel van die eindeloze tijd leven de bewoners als jager-verzamelaars. Vanaf 5000 v.C. nemen ze zeer geleidelijk agrarische praktijken uit zuidelijker streken over. De invloed op het landschap wordt steeds groter. Er worden akkers aangelegd en opvallende grafmonumenten opgericht: eerst hunebedden, later grafheuvels en uitgestrekte urnenvelden. Lange tijd kan de bevolking, die in kleine gehuchten woonde, haar zelfstandigheid behouden. Ze blijft buiten het Romeinse Rijk, maar rond 800 na C. volgt dan de hardhandige inlijving bij het Frankische Rijk van Karel de Grote.
De veranderingen die dat met zich meebrengt, zijn diepgaand. De oude religie wordt langzaam verdrongen door het Christendom, er worden kerken gebouwd en de dorpen komen op hun huidige plaats terecht. Drenthe blijft ook in de eeuwen daarna een agrarische regio, met slechts enkele kleine stedelijke kernen. Adel speelt er nauwelijks een rol. De grootschalige veenafgravingen, die kort na 1600 beginnen, zullen het aanzien van het ooit door moerassen omgeven ‘oude landschap’ dramatisch veranderen.Geschiedenis van Drenthe – Een archeologisch perspectief geeft een overzicht van wat de archeologie heeft bijgedragen aan de kennis over Drenthe vanaf de vroegste tijden tot aan de Tweede Wereldoorlog. Vanaf de 9e eeuw zijn er weliswaar historische bronnen, maar die vertellen maar een deel van het verhaal. Archeologen kunnen met hun specifieke onderzoeksmethoden kennis over de Middeleeuwen en de Nieuw(st)e Tijd genereren die niet uit geschreven bronnen te halen is. We maken kennis met jachtkampementen, monumentale en bescheiden grafmonumenten, opgegraven gehuchten en sporen van rituelen in nederzettingen en daarbuiten. En natuurlijk ontmoeten we (anonieme) mensen, waaronder machtige hoofdmannen en een onfortuinlijk ‘lelijk eendje’.
Dr. Wijnand van der Sanden (1953) studeerde West-Europese Prehistorie aan de Rijksuniversiteit Groningen en was 30 jaar provinciaal archeoloog van Drenthe, de eerste tien jaar in combinatie met het conservatorschap bij het Drents Museum. Sinds 2017 is hij conservator archeologie bij het Drents Museum. Hij schreef diverse boeken over veenlijken in en buiten Nederland, houten ‘godenbeelden’ uit Noordwest-Europa en galgenbergen en hunebedden in Drenthe.
-
Buorkje yn Fryslân
Dat de wrâld hieltyd feroaret is gjin nijs. Hoe hurd dy feroarings gean, wurdt dúdlik, as men de muoite nimt om achterom te sjen. Ek yn e lânbou hat in revolúsje plakfûn. It rêstige boerelibben mei syn fêste gewoanten en tradysjes is nei de Twadde Wrâldoarloch omraak feroare.
Dit boek oer de lânbou yn de tweintichste ieu is gjin wittenskiplik wurk, mar it ferhaal fan immen dy t in grut part fan dy ieu buorke hat en bestjoersfunksjes hie yn ferskate boere-organisaasjes.