Bedekt
€ 34,90
Bedekt. Een antropologische geschiedenis van de cache-sexe tracht de vraag te beantwoorden waarom mensen door de geschiedenis heen hun geslachtsdelen hebben bedekt en waarom ze een of andere vorm van bedekking (cache-sexe) dragen.
Is een cache-sexe slechts een bescherming of is het tevens een manier om de aandacht te trekken? Wordt zo’n bedekking wellicht ook gedragen als een subtiel verleidingsmiddel? Waarom is het dragen van een cache-sexe in de ene samenleving een uitdrukking van schaamte en in een andere context niet?
Op zijn zoektocht naar een antwoord op deze vragen richt de auteur zijn blik op de vrouwelijke en mannelijke geslachtorganen. Hij beschrijft hoe dit deel van het menselijk lichaam door de tijd heen en in verschillende culturen is waargenomen en geapprecieerd. Allerlei vormen van cache-sexe bij de vrouw en de man worden besproken aan de hand van unieke en soms niet eerder gepubliceerde documentatie. Het boek besteedt verder ook aandacht aan de bedekking van de ’achterkant’.
Philip Van Kerrebroeck is emeritus-hoogleraar Urologie (Universiteit Maastricht). Hij werd geboren in Leuven (België) en volgde de opleiding chirurgie en urologie in Brussel, Utrecht, Nijmegen en San Francisco. In de loop der jaren is hij geïnteresseerd geraakt in de geschiedenis van de urologie en de culturele antropologie. Momenteel is hij voorzitter van het History Office van de European Association of Urology (EAU) en bestuurslid van het Museum Lambotte te Antwerpen.
Gerelateerde boeken
-
Zul oes Sunterklaos wel kommen
De eerste decennia van de twintigste eeuw bestonden er nog grote regionale en sociale verschillen in de viering van het Sinterklaasfeest. Pakjesavond was een stedelijk verschijnsel dat op het platteland nauwelijks voorkwam. In dorpen werd wel een schoen of klomp gezet met iets voor het paard, maar alleen in burgerlijke kringen was het pakjesavond en verscheen de Sint ook zelf. Scholen gebruikten Sinterklaas als steun bij de opvoeding en ontleenden er prestige aan.
Daarnaast bood de nieuwe viering een alternatief tegen de wilde vormen van sinterklaasvieren die nog op het platteland bestonden: het Klaasjagen, Zwarte Klazen of Sunterklaoslopen. Lawaai makende jongelui trokken potsierlijk verkleed, met onherkenbaar gemaakte zwarte gezichten en uitgerust met kettingen langs de huizen. Ze vroegen naar stoute kinderen, maakten kinderen bang, strooiden pepernoten en vroegen om geld of lekkers. Eind negentiende, begin twintigste eeuw groeide het verzet tegen dit wilde gedoe dat gezien wordt als een vorm van bedelarij. Daartegenover stelde men de nieuwe beschaafde Sinterklaas. Dit proces van verburgerlijking heeft de uniformering van het feest in Nederland tot gevolg gehad.
In dit boek wordt de Drentse Sinterklaastraditie van de afgelopen eeuwen beschreven. Aan het boek werken schrijvers mee die al dan niet in het Drents over Sinterklaas in Drenthe vertellen.
“Een feest als Sinterklaas dat door zovelen wordt gevierd kun je moeilijk beschermen, want het is een cultureel proces dat voortdurend in beweging is. Sinterklaas zal blijven veranderen.” Henk Nijkeuter
“Kalenderfeesten en tradities veranderen door de jaren heen. Als iets duidelijk wordt uit dit boek is het wel dat dat in hoge mate geldt voor het Sinterklaasfeest.” Abel Darwinkel
-
De Romeinse heerbaan
Van west naar oost, dwars door Vlaanderen, liep vroeger de Romeinse heerbaan van Kassel naar Tongeren. Hij verbond de kuststad Boulogne-sur-Mer met de Rijnstad Keulen en maakte deel uit van een groot en complex netwerk van (water)wegen dat Rome verbond met de verste uithoeken van het Romeinse Rijk. Men spreekt in dat verband trouwens terecht van militaire wegen, De Romeinen slaagden erin om uiteindelijk een voor die tijd schitterend wegennet te realiseren van nagenoeg 120.000 kilometer.
Hoe werden die wegen aangelegd? En hoe bouwden ze bruggen over rivieren en beken? Wie stapten of reden met hun karren over die wegen? Hoe ontstonden de steden? Hoe verliep de bevoorrading? Van de Romeinse weg Maastricht-Tongeren-Tienen-Kassel zijn maar weinig stuken in hun ‘oorspronkelijke’ landschappelijke toestand bewaard gebleven. De mooist bewaarde segmenten liggen tussen Tienen en Maastricht. Zij vormen samen een min om meer aaneensluitend archeologisch relict. Daarom is dit boek specifiek aan de geschiedenis van dit stuk van de heerbaan gewijd.
-
-
Standhouden
Adellijk landgoedbeheer in Nederland - de twintigste eeuwse geschiedenis van Leuvenum en De Bannink€ 49,90Standhouden
De Nederlandse adel gold lang als heersende klasse van grondbezitters. Op het platteland bezaten adellijke families generaties lang omvangrijke landgoederen. Sociale, economische, ruimtelijke en maatschappelijke ontwikkelingen brachten in de twintigste eeuw grote veranderingen in deze oude bezits- en machtsstructuur. Op grote schaal werden landgoederen verkocht, afgebroken, of ze veranderden van eigendomsvorm.
De belangrijkste thema’s van Standhouden zijn de ontwikkelingen die plaatsvonden in de relatie van de landheer tot zijn bezit, in de exploitatie, de sociale verhoudingen tussen werknemers, bewoners en pachters, en de culturele betekenis van het landgoedbezit.
Centraal staat de adellijke familie Sandberg, die tot het einde van de twintigste eeuw de landgoederen Leuvenum (Gelderland) en De Bannink (Overijssel) bezat. Aan de hand van uniek archiefmateriaal wordt een persoonlijk beeld geschetst van leven, wonen en werken op een landgoed in de twintigste eeuw. Het leven van de familie Sandberg en het beheer van Leuvenum en De Bannink veranderde drastisch toen aan het einde van de Tweede Wereldoorlog, als gevolg van het overlijden van de eigenaar en zijn zoon (en beoogd opvolger), zijn weduwe en hun drie dochters het beheer van de landgoederen overnamen. Gedurende de tweede helft van de twintigste eeuw spanden deze vrouwen zich in om beide landgoederen en de agrarische gemeenschappen te behouden.Naast deze bijzondere familie- en landgoedgeschiedenis schetst dit boek een gedetailleerd beeld van het groeiende overheidsingrijpen en van de veranderende houding ten opzichte van landschaps- en erfgoedzorg en landgoedbeheer in deze periode.
Willemieke Ottens is architectuur- en landschapshistoricus gespecialiseerd in het groene erfgoed. Zij is werkzaam bij een bureau voor landschap en zal binnenkort op dit onderwerp promoveren.