Blije kermisdagen
€ 29,90
De kermis barst los. Klokken luiden, mensen trekken hun mooiste kleren aan, de straten vullen zich met kleur, muziek en spektakel. Terwijl fanfares spelen en gildebroeders knallen met buskruit, duiken vuurspuwers, dansers en berentemmers op tussen de kraampjes en herbergen. Kinderen joelen, volwassenen drinken en lachen – het hele dorp leeft op.
De vroegmoderne kermis was in de Nederlanden hét moment waarop gemeenschappen samenkwamen om te vieren. Religie, rituelen, handel en vermaak vloeiden er moeiteloos in elkaar over. De kermis was een sociaal en cultureel hoogtepunt dat mensen van alle leeftijden en standen verbond en betoverde.
Blije kermisdagen neemt je mee naar deze levendige wereld van volksvermaak en collectieve beleving. Met oog voor detail ontrafelt dit boek de verborgen lagen van een traditie die eeuwenlang het ritme van het leven bepaalde. Een onweerstaanbare reis door het erfgoed van de Lage Landen – verrassend herkenbaar, nog altijd actueel.
Emma D’haene promoveerde op dit onderwerp en bewerkte haar doctoraalscriptie tot dit heldere publieksboek.
Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt dankzij een bijdrage van het Bijzonder Onderzoeksfonds KU Leuven.
Gerelateerde boeken
-
Opstand en ondergang van de veenarbeiders in Zuidoost-Drenthe
In 1921 stond Zuidoost-Drenthe letterlijk en figuurlijk in brand. De dramatische gebeurtenissen van dat jaar, de aanloop en de onderliggende oorzaken worden in Opstand en ondergang van de veenarbeiders in Zuidoost-Drenthe 1860-1921 op indringende wijze beschreven.
Turfwinning was decennialang de belangrijkste bedrijfstak in Zuidoost-Drenthe. Toen in 1921 de turfwinning in het gebied instortte ontstond een sociale ramp: werkloosheid, armoede en honger. De veenarbeiders kwamen hiertegen massaal in opstand.
Deze crisis kwam echter niet uit de lucht vallen. Al vijftig jaar eerder waren er tekenen dat de turfwinning zijn langste tijd gehad had, doordat turf steeds meer door steenkool werd vervangen. De teruglopende rentabiliteit werd op de veenarbeiders afgewenteld, onder meer door het verlagen van hun lonen. In dezelfde periode kreeg het socialisme voet aan de grond en werden er vakbonden opgericht. Deze ontwikkelingen zetten de arbeidsverhoudingen verder op scherp. Juist in deze periode raakten in andere gebieden de turfvoorraden uitgeput en verschoof de turfwinning naar Zuidoost-Drenthe. Gesteund door hun vakbonden kwamen de veenarbeiders in opstand. Maar ook binnen de vakbewegingen was rivaliteit. Anders dan in de rest van Nederland speelde in Zuidoost-Drenthe binnen de vakbewegingen vooral de botsing tussen de revolutionaire socialisten en sociaaldemocraten. Het overgeleverde beeld van arme, ongeschoolde en opstandige veenarbeiders is sterk bepaald door deze laatste fase van de vervening.
Dit boek beschrijft de sociale en economische aspecten van de veenwinning, de opkomst en rivaliteit binnen de vakbewegingen en de aanloop naar de massale arbeidersopstand van 1921 in Zuidoost-Drenthe.
-
Zul oes Sunterklaos wel kommen
De eerste decennia van de twintigste eeuw bestonden er nog grote regionale en sociale verschillen in de viering van het Sinterklaasfeest. Pakjesavond was een stedelijk verschijnsel dat op het platteland nauwelijks voorkwam. In dorpen werd wel een schoen of klomp gezet met iets voor het paard, maar alleen in burgerlijke kringen was het pakjesavond en verscheen de Sint ook zelf. Scholen gebruikten Sinterklaas als steun bij de opvoeding en ontleenden er prestige aan.
Daarnaast bood de nieuwe viering een alternatief tegen de wilde vormen van sinterklaasvieren die nog op het platteland bestonden: het Klaasjagen, Zwarte Klazen of Sunterklaoslopen. Lawaai makende jongelui trokken potsierlijk verkleed, met onherkenbaar gemaakte zwarte gezichten en uitgerust met kettingen langs de huizen. Ze vroegen naar stoute kinderen, maakten kinderen bang, strooiden pepernoten en vroegen om geld of lekkers. Eind negentiende, begin twintigste eeuw groeide het verzet tegen dit wilde gedoe dat gezien wordt als een vorm van bedelarij. Daartegenover stelde men de nieuwe beschaafde Sinterklaas. Dit proces van verburgerlijking heeft de uniformering van het feest in Nederland tot gevolg gehad.
In dit boek wordt de Drentse Sinterklaastraditie van de afgelopen eeuwen beschreven. Aan het boek werken schrijvers mee die al dan niet in het Drents over Sinterklaas in Drenthe vertellen.
“Een feest als Sinterklaas dat door zovelen wordt gevierd kun je moeilijk beschermen, want het is een cultureel proces dat voortdurend in beweging is. Sinterklaas zal blijven veranderen.” Henk Nijkeuter
“Kalenderfeesten en tradities veranderen door de jaren heen. Als iets duidelijk wordt uit dit boek is het wel dat dat in hoge mate geldt voor het Sinterklaasfeest.” Abel Darwinkel
-
Ferdban
De Oudfriese oorkonden in Ferdban weerspiegelen het dagelijkse leven van gewone mensen en van de allerrijksten en allermachtigsten in Friesland. Ze gaan ook over zaken als vete en vrijheidsstrijd, de veelzijdige activiteiten van kloosters, de groeiende invloed van steden en de bijzondere positie van Ameland. Ze laten bovendien de transformatie van Friesland zien in de jaren kort na 1500, toen de roemruchte, maar in crisis verkerende Friese vrijheid werd afgelost door een strakke, maar tegelijk vernieuwende vorstenheerschappij. Een veelzijdiger inkijk in de Friese maatschappij in het herfsttij van de middeleeuwen en het prille begin van de nieuwe tijd is nauwelijks voorstelbaar.
Oebele Vries is historicus en gezaghebbend kenner van het Oudfries. Hij was universitair docent aan de Rijksuniversiteit Groningen en is nu gastonderzoeker bij de Fryske Akademy. Van zijn hand verscheen eerder Asega, is het dingtijd?, waarin hoogtepunten uit de Oudfriese wetsteksten centraal staan.
-
Eendenkooien in Fryslân 1450 – 2015 SET
Dit standaardwerk geeft een encyclopedisch overzicht van alle ruim 400 eendenkooien die Friesland in de afgelopen vijfeneenhalve eeuw heeft gekend. Gerard Mast heeft alle relevante aspecten van het fenomeen eendenkooi beschreven,
waaronder de bloeiperiodes in de zeventiende en achttiende eeuw, de geografische ontwikkelingen – bijvoorbeeld in relatie tot landgoederen –, een verificatie van oude benamingen. Hij beschrijft de werkprocessen, de bouwmaterialen en gereedschappen. Alle aspecten van de eendenkooien heeft hij gekwantificeerd, zoals de vangstgegevens en prijzen van gevangen vogels en eieren op de afzetmarkten. Deze veelzijdige studie bevat ook een sociologische analyse, over benamingen en familienamen, en beschrijft de eendenkooien als cultureel erfgoed, van heraldiek, dorpswapens en dorpsvlaggen, tot spreekwoorden en gezegden. Eendenkooien is ruim geïllustreerd met kaarten, grafieken en foto’s.Gerard Mast was gedurende een belangrijk deel van zijn werkzame leven in dienst Staatsbosbeheer. Een uitgave in samenwerking met de Eendenkooi Stichting.