Bomen beter begrijpen
€ 27,90
Over hoe je bomen de juiste zorg heeft, worden nog altijd heel veel regeltjes en trucjes verteld die vaak niet correct zijn. Het rijtje is schier eindeloos. Ze zetten een boomeigenaar op het verkeerde been en in andere gevallen zijn ze hét recept om problemen te creëren.
Wie weet hoe bomen groeien, heeft geen regels voor boombeheer nodig. Die weet dan als vanzelf wat kan en niet kan. Bomen beter begrijpen wil deze informatie aanreiken. Kijken hoe bomen groeien, hoe ze (over)leven, hoe ze stormen doorstaan, hoe ze aftakelen en wat dat betekent voor de bomen in onze tuinen, straten, parken en steden. Een boek voor boomeigenaars, boomliefhebbers, professionele groenbeheerders, openbare besturen en ook voor de professionele boomverzorger.
Wim Peeters is lector boom- en groenbeheer aan de hogeschool Vives en Odisee.
Gerelateerde boeken
-
-
-
-
Knooppunt Waddenzee
€ 17,90Miljoenen wad- en watervogels trekken ieder jaar heen en weer tussen hun broedgebieden in Groenland, Scandinavië, West-Europa of Siberië, en hun wintergronden in Europa en Afrika. Als je alle routes van die trekvogels op de wereldbol tekent, zie je halverwege die kaart een druk knooppunt: de Waddenzee!
In het project Metawad hebben onderzoekers van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee en de Rijksuniversiteit Groningen vijf compleet verschillende trekvogels van de Waddenzee onderzocht: de kanoet, de drieteenstrandloper, de rosse grutto, de rotgans en de lepelaar. Ze bekeken de vogels niet als ‘bewoners’ van die Waddenzee, maar als gebruikers van een veel groter systeem waar het wad een belangrijk onderdeel van is: het ‘metawad’.
Knooppunt Waddenzee biedt een kleurrijk pallet van portretten van de wetenschappers, die ploeterend met palen en hekwerk achterop hun ets over de kwelder trekken, of uren achtereen in weer en wind – of juist bakkend onder de Afrikaanse zon – naar vogels met kleurringen aan hun pootjes staan te zoeken. Het biedt ook portretten van de vijf onderzochte vogelsoorten. Wat weten we van deze dieren? En vooral: hoe kunnen overheden of natuurbeheerders hun voordeel doen met deze wetenschap?





