Caligula

Een biografie
Aloys Winterling

 22,90

De Romeinse keizer Caligula wordt beschouwd als een wrede en krankzinnige tiran. In dit boek verschijnt hij echter als een aristocraat die met cynische humor het opportunisme en de meedogenloosheid van de Romeinse aristocratie ontmaskert en de aristocratie tegen zichzelf opzet. Daarom werd hij postuum door hen aangeklaagd als geesteszieke.
Hij had een incestueuze relatie met zijn zusters, wilde zijn paard benoemen tot consul en was van plan om zijn zetel van Rome naar Alexandrië te verplaatsen. Hij vervolgde senatoren op gruwelijke wijze en zonder enige aanleiding. Uiteindelijk eiste hij zelfs dat ze hem zouden vereren als een god.
In deze nuchtere én geestige biografie, ontdaan van alle overdrijvingen, beschrijft de auteur het korte maar heftige leven van deze keizer.
Na de moord op Caligula zorgde de vernederde aristocratie ervoor dat de nagedachtenis aan de keizer werd doortrokken van zijn zogenaamde krankzinnigheid. Maar hun eigen zeer dubieuze rol werd onder het tapijt geveegd.

Aloys Winterling is sinds 2002 professor Antieke geschiedenis en Historische antropologie aan de Universiteit van Freiburg.

Verschijningsvorm:
Paperback
Taal:
Nederlands
Uitgeverij:
Noordboek
Aantal pagina's:
240
Druk:
1
ISBN:
9789464711066
Gewicht:
360 gram
Afmeting:
215x140x22 mm
Uitgiftedatum:
16-11-2023

Gerelateerde boeken

  • De grimmige lente van 1940

    De grimmige lente van 1940

    De lotgevallen van 18 jongeren tijden de Tweede Wereldoorlog
    Marc Verschooris
     27,90
  • Wat komt er van dit schrift terecht

    Wat komt er van dit schrift terecht

    Oorlogsherinneringen van een Joodse Asser jongen
    Benno ter Berg
     27,50

    Wat komt er van dit schrift terecht

    En ik kreeg een vreselijke haat voor alles wat ‘mens’ heette.
    Benno, januari 1941

    Benno ter Berg.
    15 jaar.
    Geboren en getogen in Assen.
    Hbs-leerling.
    Natuurliefhebber.
    Zoon, broer, neef, vriend.
    En Joods.

    Leef mee met een Joodse Asser tiener in de bijzondere jaren 1939 tot 1942. Verbaas je over de manier hoe hij de oorlog beschrijft en wat dat met hem en zijn omgeving doet. Benno begint neutraal met een opsomming van de oorlogshandelingen, maar beetje bij beetje wordt zijn verhaal persoonlijker als de anti-Joodse maatregelen toenemen.
    Als Benno schrijft dat hij niet meer naar de hbs in Assen mag, zet hij daar vijf uitroeptekens bij. Het is helemaal gedaan met de min of meer neutrale beschouwingen als eerst zijn vader en daarna hijzelf naar een werkkamp moet. De beschrijving van zijn vaders vertrek is hartverscheurend, zelfs als de lezer nog niet doorheeft dat vader en zoon elkaar nooit meer zullen zien. Ondanks alles probeert Benno positief en optimistisch te blijven. Hij is al tevreden als hij de oorlog overleeft.
    Voordat Benno in augustus 1942 naar werkkamp Ruinen vertrekt, geeft hij zijn schriften met herinneringen in bewaring bij zijn vriend en klasgenoot Marten van der Meulen. Hij komt ze nooit meer ophalen, want al voor oktober 1942 is hij in Auschwitz vermoord.
    Pas na vijftig jaar verbreekt Marten van der Meulen de verzegeling van Benno’s schriften en begint erin te lezen. Nu worden ze bewaard in het Drents Archief. Dit boek geeft een volledig overzicht van Benno en zijn belevenissen: een complete, letterlijke weergave van alles wat Benno heeft geschreven, een moderne en prettig leesbare ‘hertaling’ en enkele teksten die de herinneringen van Benno in historisch perspectief plaatsen.
    Wat komt er van dit schrift terecht? is het vijfde deel in de Nieuwe Asser Historische Reeks.

     27,50
  • Milete

    Milete

    Bakermat van de wetenschap
    Hans Dijkhuis
     22,90
  • Eene quaestie van vraag en aanbod

    Eene quaestie van vraag en aanbod

    Veenbaas Alle Wytzes en zijn arbeiders in Appelscha
    Reitze Jonkman
     19,50

    Eene quaestie van vraag en aanbod

    Het is eene quaestie van vraag en aanbod, antwoordde veenbaas Van der Sluis tegenover een parlementaire commissie  op de vraag hoe in zijn Appelschaster veenderij de hoogte van de arbeiderslonen werd bepaald. Dat de machtspositie van de veenbaas bij dit overleg veel sterker was dan die van de arbeider liet hij wijselijk in het midden. Maar hoe verhield de winst van de baas zich eigenlijk tot het loon van de arbeider? Dat wordt duidelijk door de boekhouding over de jaren 1866-1897 van Alle Wytzes van der Sluis, die met zijn neven en zonen de belangrijkste verveendersfamilie in Zuidoost Friesland vormde, onder de loep te nemen. Zijn uitgaafboeken van de veenderijen in Appelscha en onder Haulerwijk geven inzicht in de uitgaven aan kapitaal en arbeid. Erfenissen en boedelbeschrijvingen tonen de omvang van de vergaarde rijkdom en dagboeken brengen de uitgekiende werkwijze van de familie aan het licht. Ook de andere kant van de medaille komt in beeld: de verdiensten van de gravers en kruiers en hun vrouwen en kinderen. Zij treden in dit boek uit de anonimiteit. Aan de hand van het cijfermateriaal kan zelfs een ‘Quote 30’ van Appelschaster veengravers worden opgesteld. Waren de veelbesproken slechte levensomstandigheden van de veenwerkers nu Mythe of Werkelijkheid? Waren de veenbazen Weldoeners of Uitbuiters? Met een aanbod van nieuw cijfermateriaal en persoonlijke verhalen van betrokkenen kan dit boek licht werpen op de discussies in onze tijd over de sociale omstandigheden van die tijd.

    Reitze Jonkman ( Wijnjeterp 1950) was werkzaam als docent wiskunde en conrector aan het Drachtster Lyceum. De combinatie van interesse in familiegeschiedenis, regionale historie en een cijfermatige aanpak daarvan leidde tot deze publicatie.

     19,50