De Gouden iuw yn Boazum
€ 19,90
Yn de gouden Iuw yn Boazum beskriuwt Philippus Breuker de libbens fan alle húshâldingen dy’t fjouwerhûndert jier lyn mei elkoar yn ien doarp wennen. It giet oer gewoane minsken yn in karakteristyk Frysk doarp wennen. Guon wienen der berne, lykas har âlden, en soms wennen har bern der ek wer. Oaren kamen út de omkriten en in inkeling hie der gjin famylje. Sa omfiemet dizze doarpsmienskip yn 1640 twa iuwen, fan 1500 oant 1700.
Fan de 87 húshâldingen wienen in protte famylje fan elkoar, foaral yn de Buorren, wat makke dat sy it dêr foar it sizzen hienen, al wienen de boeren altyd noch machtiger. De measten waarden stadichoan reformearre, mar guon holden ek fêst oan it âlde leauwe. Dat joech spanningen dy’t net sûnder oerheidsyngripen oplost wurde koenen. De measte minsken hienen it net roem, mar nei 1650 kaam der in tiid fan oerbefolking en bittere earmoede.
Philippus Breuker (1939) wennet al mear as fyftich jier yn Boazum. Dit is syn fjirde boek oer it doarp. Dêrneist hat er skreaun oer literatuer, skiednis en lânskip fan Fryslân.
Gerelateerde boeken
-
De vergeten prinsessen van Thorn (1700-1794)
Het stift van Thorn is in de achttiende eeuw the place to
be voor de hoogadellijke dochters van de Europese rijksvorsten
en -graven. Ze worden hier klaargestoomd voor
een huwelijk met een man van stand, leren zich uitdrukken
in het Frans, krijgen zanglessen en organiseren
dansfeesten. Hun japonnen naar de laatste mode uit Parijs
zijn exclusief en de exquise gerechten eten ze met zilveren
bestek. In de glazen kooi waarin ze leven dienen ze voortdurend
het bij hun stand passende gedrag te vertonen,
één enkele misstap kan fataal zijn.
Historicus dr. Joost Welten kon de hand leggen op een
gigantische hoeveelheid nooit eerder geraadpleegde
bronnen en geeft in De vergeten prinsessen van Thorn een
inkijk in de leefwereld van dit voormalige rijk der hoogadellijke
vrouwen. Vorstelijk geïllustreerd met meer dan
150 afbeeldingen – vaak nooit eerder gepubliceerd.
We volgen de adellijke dames op hun reizen door Europa,
tijdens jachtpartijen, maar ook wanneer ze vertwijfeld op
zoek zijn naar geld om hun schulden te betalen. Hoe gaan
zij om met de speelruimte die hun wordt toebedeeld?
Schikken zij zich in een dienstbare rol of zien ze kans om
een eigen kleur te geven aan het leven en daarin iets uit te
drukken van hun idealen en ambities? -
Appelscha
Appelscha door de eeuwen heen
Appelscha. Een plaats met een lang en rijk verleden. Hoewel we de naam Appelscha voor het eerst halverwege de dertiende eeuw tegenkomen, was het gebied al lange tijd daarvoor, ver voor het begin van onze jaartelling, bewoond. Eeuwenlang vormden akkerbouw en veeteelt de belangrijkste bronnen van bestaan en bestond het dorp uit boeren en landarbeiders. Dit veranderde met de grootschalige afgraving van het noordoostelijk van de plaats gelegen hoogveengebied. Veenbazen en veenarbeiders van buiten vestigden zich aan de rand van het hoogveen. Naast het oorspronkelijke boerendorp vormde zich een veenkolonie. Tegelijkertijd verplaatste het centrum zich van het ‘oude’ naar het ‘nieuwe’ Appelscha.
Het hoogveen verdween en de betekenis van de landbouw nam in de loop van de tijd af. Nieuwe middelen van bestaan werden gevonden in het toerisme, de industrie en dienstverlening.
Deze sociaaleconomische ontwikkelingen worden in het boek beschreven. Daarnaast is er aandacht voor demografische en landschappelijke veranderingen, voor verenigingen (toneel, zang, muziek en sport), de gezondheidszorg, het kerkelijk leven, het lager onderwijs, de wegverbindingen, vaart en tramlijn.Rinze Lenstra (Appelscha 1945) studeerde economische en sociale geschiedenis. Hij werkte in het middelbaar beroepsonderwijs. Was medeauteur van Geschiedenis van Emmen en Zuidoost-Drenthe (1989) en schreef onder meer Anarchisme en syndicalisme in Spanje (2007).
-
Werelderfgoedgids Frederiksoord – Wilhelminaoord
Wie zonder voorkennis over de ontstaansgeschiedenis van de Koloniën van Weldadigheid door de Oranjelaan in Wilhelminaoord loopt, of de Hospitaallaan in Veenhuizen, krijgt gemakkelijk de indruk dat hij of zij zich bevindt op een landgoed of op het terrein van een grote zorginstelling. Onder de hoge beuken en eiken en rond de gebouwen heerst een bijzondere sfeer. Het groen werkt rustgevend. Tegelijkertijd geeft de strakke rechtlijnige structuur van de wegen en de ordelijkheid van de gebouwen in het gelid dwingend richting. Dit was onderdeel van de bewuste disciplinering van de armen en de sociaal kwetsbare groepen die hier leefden. Want dat was het doel van de Koloniën van Weldadigheid: uit het hele land werden hier in de 19e eeuw mensen en families in armoede – denk aan landlopers, bedelaars, maar ook wezen – naartoe gestuurd om het land te bewerken, naar school te gaan en discipline aan te leren. Er zijn zeven Koloniën, waarvan twee in het huidige België en vijf in het noorden van Nederland.
Veenhuizen en Frederiksoord-Wilhelminaoord in Nederland en Wortel in Vlaanderen zijn UNESCO Werelderfgoed. Jaarlijks bezoeken veel mensen de omgeving om daar te genieten van het unieke landschap of heel gericht kennis te maken met de historie van de Koloniën, en het landschap met bomenlanen en monumentale gebouwen.
Voor deze bezoekers zijn nu twee gidsen gemaakt die als bron van informatie dienen over zowel het landschap als de historie, en die ook een aantal wandel- en fietsroutes bevatten die men kan volgen om de hoogtepunten van het UNESCO werelderfgoed te zien. De gidsen zijn rijk geïllustreerd met kaarten, foto’s, verklarende illustraties, en historisch beeldmateriaal.