De papegaai is niet dood

Geheim agenten Albert Deweer, Albert Mélot en Albert Wouters-Gent 1944

 27,50

Gent 1944

Marc Verschooris, geassocieerd onderzoeker bij het CEGESOMA, haalt drie geheim agenten voor het voetlicht: Albert Deweer, Albert Mélot en Albert Wouters. Op basis van tal van tot nu toe onbekende archiefstukken, ook familie-archieven, reconstrueert hij hun verzetsdaden. Vele nooit eerder gepubliceerde foto’s tonen de onverschrokken helden van toen.

Geheim agent Albert Mélot wordt geparachuteerd op 11 april 1944 en krijgt Gent als werkterrein. In de donkere nacht van de ‘nieuwe maan van mei’ springt ook zijn marconist, Albert Wouters, uit het vliegtuig. Een week na D-Day is het over en uit voor Mélot: de Duitsers brengen hem naar de Gentse gevangenis waar nog een ander geheim agent gevangenzit: Albert Deweer.

Het verzet wil beiden koste wat kost bevrijden. Op 15 juli 1944 wordt Mélot bevrijd uit een Duitse gevangeniswagen in de Gentse Papegaaistraat. De gevolgen van deze daad zijn dramatisch. Ongeveer 100 mensen, onder wie de familie Mélot, worden opgepakt. Een groot deel wordt in concentratiekampen vastgezet. De dodentol bedraagt ongeveer zestig personen.

Albert Deweer komt vrij door omkoping. Het geld wordt ter beschikking gesteld door een economische collaborateur die op een toekomstige clementie rekent. In oktober 1945 zal Deweer zijn ‘redder’, ter dood veroordeeld, op een spectaculaire manier uit dezelfde gevangenis halen en naar Frankrijk brengen waar hij als uitvinder geschiedenis zal schrijven.

Albert Wouters heeft minder geluk. In de eerste bevrijdingsmaand en met de radio op pad, treft hij de allerlaatste Duitsers, die hem genadeloos doden.

Met meer dan 100 foto’s, vaak niet eerder gepubliceerd

Uitgiftedatum:
24-09-2019
ISBN:
9789056155681
Afmeting:
240x170x19 mm
Gewicht:
506 gram
Druk:
1
Aantal pagina's:
272
Uitgeverij:
Sterck & De Vreese
Taal:
Nederlands
Verschijningsvorm:
Paperback
Bekijk meer informatie over de auteur(s) van deze titel:

Gerelateerde boeken

  • Spitten voor de vijand

    Spitten voor de vijand

    Het verhaal van strafkamp Yde en de tewerkstelling in Drenthe
    Erik Dijkstra
     21,95

    Spitten voor de vijand

    Meer dan honderdduizend mannen werden vanaf september 1944 opgeroepen om te werken aan Duitse verdedigingswerken in Nederland. In de nog bezette provincies werden de arbeiders gedwongen tewerkgesteld aan de bouw van tankgrachten, loopgraven en schuttersputjes, vaak onder slechte omstandigheden. Voor de Duitsers was het belang groot om de geallieerden zo lang mogelijk tegen te houden. Er werd dan ook hard opgetreden tegen weigeraars.

    Voor velen waren de principiële bezwaren te groot, zij besloten onder te duiken. Anderen hadden die mogelijkheid niet. Zij probeerden zich aan te passen aan de omstandigheden en saboteerden waar ze maar konden. Een groot deel van deze zogenoemde spitters zag kans om te vluchten of keerde niet terug van verlof. Zij waren daarna veroordeeld tot een leven als onderduiker. Zij die als onderduikers tijdens de vele razzia’s, of door verraad, werden gepakt, kwamen na een verblijf in een gevangenis in een strafkamp in Duitsland of Drenthe terecht.

    Eén van die mannen was Eelke Dijkstra. Samen met dertig anderen werd hij in november 1944 vanuit het Huis van Bewaring in Leeuwarden overgebracht naar Yde, een klein Drents dorpje onder de rook van Groningen. Zijn oorlogsdagboek was voor zijn kleinzoon en auteur Erik Dijkstra aanleiding om onderzoek te doen naar het vergeten strafkamp in Yde. Wat volgde was een reis door de geschiedenis waarin bijzondere ontdekkingen werden gedaan en veel betrokkenen voor het eerst hun verhaal vertelden. Door intensief archiefonderzoek kwamen schokkende feiten boven water over vier gefusilleerde dwangarbeiders in november 1944. De vele brieven, dagboeken en getuigenissen vertellen samen het verhaal van strafkamp Yde en de tewerkstelling in Drenthe.

    Erik Dijkstra is schrijver/journalist en doet al jaren onderzoek naar de tewerkstelling in Drenthe.

     21,95
  • De ziel van zwart Amerika

    Er zijn maar weinig boeken die geschiedenis schrijven. Dit is zo’n boek. The Souls of Black Folk, hier vertaald als De ziel van zwart Amerika, staat aan de basis van de zwarte vrijheidsstrijd in de twintigste eeuw. De literaire begaafde W.E.B. Du Bois beschrijft hoe raciale vooroordelen doorwerken in het alledaagse leven van zwarte mensen. Anders dan witte mensen, worden zij gedwongen tot een ‘dubbel bewustzijn’, waarbij ze zichzelf ook steeds door de ogen van de witte mens zien.

    Met dit boek gaf Du Bois de aanzet tot een hernieuwd zwart zelfbewustzijn. Zo voedde hij de latere strijd voor toegang tot het hoger onderwijs. Inmiddels geldt het boek, waarin het ideaal van het panafrikanisme centraal staat, als een mijlpaal in de Afro-Amerikaanse literatuur.

    De inleiding is van de hand van Stephan Sanders. Babah Tarawally laat in het nawoord zien dat Du Bois’ meesterwerk weinig aan actualiteit heeft ingeboet.

    William Edward Burghardt Du Bois (1868–1963) promoveerde in de filosofie. Als vooraanstaand Amerikaanse mensenrechtenactivist richtte hij de National Association for the Advancement of Colored People op. Dit is, opmerkelijk genoeg, de eerste vertaling van zijn meesterwerk.

     24,90
  • Van Generatie op Generatie

    Van Generatie op Generatie

    Het Shoa-verhaal van Margaretha Zak
    Marcel Koekoek, Rachel Levy
     25,00

    Van Generatie op Generatie

    De Joodse Gretha Zak (Margaretha) is nog maar net verlaten door haar echtgenoot Jozef de Hond als de
    Duitsers in mei 1940 Nederland binnenvallen. De mogelijkheid om met haar oudste broer en dochter Liesje
    naar Engeland te vluchten, lijkt een uitweg te bieden van het naderende onheil. De band met haar ouders
    in Amsterdam trekt haar echter terug naar Amsterdam, waar ze als alleenstaande Joodse moeder haar
    weg moet vinden te midden van anti-Joodse maatregelen die in rap tempo worden afgekondigd. Familie en
    vrienden worden opgepakt en uiteindelijk worden ook Gretha en Liesje gearresteerd. Via de kampen Vught
    en Westerbork wordt Gretha met het zogeheten Philips-transport gedeporteerd naar Auschwitz. Gretha
    overleeft zelfs de beruchte dodenmarsen tegen het einde van de oorlog.

    In ‘Van Generatie op Generatie’ vertellen vier generaties over hun eigen ervaringen uit de Shoah, de
    holocaust, of de impact ervan op hun leven. Het onthult niet alleen het aangrijpende verhaal van Gretha,
    in 1991 verteld aan haar kleinzoon Marcel, maar ook het indrukwekkende relaas van haar dochter Liesje, de
    moeder van Marcel, die wordt gered uit de Hollandsche Schouwburg en kon onderduiken bij een niet-Joodse
    vriendin. Het volgt daarnaast de lotgevallen van Gretha oudste broer Meijer, een arts die zich aansloot bij de
    Prinses Irene Brigade in Engeland en vocht tijdens D-Day. Tot slot lezen we over Deddie, het geliefde neefje,
    dat in Sobibor werd vermoord. Diens naamplaatje, enkele jaren terug in het voormalige kamp opgegraven,
    weigert Polen tot op heden aan de familie terug te geven.

    ‘Van Generatie op Generatie’ is een boek over de impact van de Shoah op een Joodse familie, maar nog
    meer over de opdracht om het verhaal door te vertellen aan hen die nu leven. De geschiedenis doorvertellen
    ligt aan de basis van het Jodendom en is ook het motto van deze familie. Het boek kwam tot stand
    nadat kleinzoon Marcel Koekoek samen met zijn moeder en zoon had meegewerkt aan de 4 mei (Covid)
    herdenkings-podcast, en vervolgens contact zocht met journalist Rachel Levy. Het is een aangrijpend en
    indrukwekkend eerbetoon aan de veerkracht van de menselijke geest te midden van een van de donkerste
    perioden in de geschiedenis.

    Lees en vertel het door, L’dor Va-dor, van generatie op generatie, opdat dit nooit meer zal gebeuren.

     25,00