De staalwoestijn
€ 24,90
Ooit een van de mooiste landschappen van Nederland, met uitgestrekte bossen en vruchtbare landerijen. Dichters noemden het ‘Hollands Arcadië’. Tegenwoordig is het een van onze meest vervuilende en vervuilde industriegebieden. De omslag begon met het graven van het Noordzeekanaal. Het gebied werd interessant voor de zware industrie. Hoogovens, het huidige Tata, nestelde zich kort na de Eerste Wereldoorlog in het dan nog ongerepte duingebied, waarna het landschap langzaam maar zeker veranderde in een staalwoestijn.
De Staalwoestijn zoomt in op het veranderende landschap en de invloeden daarvan op de bewoners. Het eerste deel beschrijft het arcadische leven tot de komst van Hoogovens. Vervolgens lezen we over de jaren van Hoogovens tot de oliecrisis in 1973. Het slotdeel beschrijft de recente geschiedenis en blikt vooruit. Hoe moet het verder met het gebied en met de vervuilende Tata-fabriek?
Saskia Sluiter schrijft artikelen en boeken die plaatselijke- en internationale geschiedenis met elkaar verbinden. Ze is gastblogger op de Mainzer Beobachter en schrijft regelmatig artikelen in Kennemer Verleden Bulletin. Ze publiceerde eerder het boek Kibboets Beverwijk. Palestina-pioniers in Velsen-Noord en Beverwijk. Naast auteur is ze beeldend kunstenaar. Ze werkte eerder als docent ruimtelijke vormgeving aan Kunstacademie Haarlem.
Gerelateerde boeken
-
Kleur Veenhuizen
KLEUR VEENHUIZEN is het handboek bij de kleurenwaaier voor Veenhuizen. Het is gemaakt voor bewoners, eigenaren en beleidsmakers, maar ook voor wie nieuwsgierig is naar de ontstaansgeschiedenis van de gebouwen en het landschap.
De ‘pauperkolonie’ Veenhuizen werd in 1822 gebouwd om bedelaars, landlopers en arme gezinnen uit de grote steden een beter bestaan te geven op het platteland. Gaandeweg ontwikkelde Veenhuizen zich tot een strafkolonie. De transformatie tot gevangenisdorp bracht een enorme bouwproductie op gang. Aan het begin van de 20e eeuw was Veenhuizen een zelfvoorzienend gevangenisdorp geworden met scholen, kerken, een hospitaal, werkgebouwen, boerderijen en dienstwoningen waarin het leven tussen gevangenen en bewoners sterk met elkaar vervlochten was. Tot 1983 was Veenhuizen gesloten voor publiek. Hier woonde alleen wie er ook werkte. Met uitzondering van de kerken was heel Veenhuizen in bezit van het Rijk en werd door het Rijk collectief beheerd en onderhouden.
Veenhuizen is ondertussen veranderd van een Justitiedorp in een woonlandschap met daarin nog steeds een aantal in gebruik zijnde gevangenissen. De overgang van één grote eigenaar naar vele eigenaren betekent de overgang van collectief naar individueel uitgevoerd onderhoud en beheer. Vooral bij de woonhuizen worden de gevolgen hiervan zichtbaar. Ramen worden vervangen, luiken verdwijnen en het schilderwerk van de onderdelen krijgt andere kleuren. Daardoor vervagen de zo karakteristieke reeksen en families van gebouwen.
Het handboek en de kleurenwaaier richten zich op de modelwoningen en -boerderijen uit de periode tussen 1884 en 1930 en op de structurerende en terugkerende onderdelen van de bebouwing en het landschap. Daar zijn een aantal praktische redenen voor. De grondtoon van Veenhuizen ligt verankerd in de herhaalbare gebouwtypes en de algemene dragers van het landschap. Het zijn met name deze woningen en boerderijen die particulier beheerd en onderhouden gaan worden en die belang hebben bij toegankelijke en hanteerbare kennis. Het handboek vult de kleurenwaaier aan met kennis van de gebouwen, hoe ze zijn gebouwd, met welke bouwmaterialen, details en kleuren. En het laat de landschappelijke onderdelen zien die het karakteristieke beeld bepalen, in de straat en op het erf.
-
-
-