De stad is (g)een bos

Bomen voor een leefbare omgeving
Wim Peeters

 27,90

We weten het allemaal al lang: de klimaatverandering maakt van de steden hitte-eilanden. Tijdens de warmste dagen is het er 3 tot 5 °C warmer dan op het platteland. Het verschil tussen schaduwplekken onder bomen en straten in de volle zon is nog vele malen groter. Bomen geven koelte en zijn de natuurlijke airconditioners. Maar ze slaan ook koolstof op en het is bewezen dat groene omgevingen goed zijn voor het mentale welzijn. En toch! Dagelijks hoor je verhalen over hoe oude bomen gekapt worden omdat ze in de weg staan voor infrastructuurwerken, of omdat overhangende takken de bewoners zorgen baren of de zonnepanelen van de buren te weinig licht krijgen. Bomen aanplanten in de stad mag niet ondoordacht gebeuren. De grondkwaliteit, de open groei plaats, de watertoevoer, het verkeer, het bodemleven … zijn eveneens elementen waar men rekening moet mee houden. Wim Peeters legt haarfijn uit waarom bomen in de stad zo belangrijk zijn, welke elementen belangrijk zijn bij het aanplanten van bomen, hoe men omgaat met veterane bomen in de stedelijke omgeving, en hoe men inspraak van burgers kan verzoenen met boombeheer. Maar ook hoe bomen in jouw en mijn tuin een fundamentele bijdrage leveren aan het ingewikkelde ecosysteem van onze steden.

Wim Peeters is lector Boom- en groenbeheer aan de hogescholen Odisee en Vives.

Verschijningsvorm:
Paperback
Taal:
Nederlands
Uitgeverij:
Sterck & De Vreese
Aantal pagina's:
208
Druk:
1
ISBN:
9789464712988
Uitgiftedatum:
28-10-2025
Gewicht:
436 gram
Afmeting:
232x152x23 mm

Gerelateerde boeken

  • Natuur in eigen tuin

    Natuur in eigen tuin

    100 soorten die je zelf makkelijk kan ontdekken
    Luc Hoogenstein
     19,90
  • Het verhaal van de kolken in het Dollardgebied

    Het verhaal van de kolken in het Dollardgebied

    Aart Jan Langbroek, Gerrit Smit, Hendrik van der Ham
     25,00

    Het verhaal van de kolken in het Dollardgebied

    In 2014 is de werkgroep Oldambt van het IVN gestart met het project ‘Kolken in het Dollardgebied’. Het doel was om de kolken in kaart te brengen en waar mogelijk de aanwezige natuur te inventariseren. Kolken zijn ontstaan als gevolg van dijkdoorbraken. Doordat het water zich met grote kracht door de opening perste, ontstond door het kolkende water een diep gat. De doorbraak is vervolgens hersteld door om de kolk heen een nooddijk aan te leggen, waardoor de kolk binnendijks kwam te liggen.

    Door de eeuwen heen zijn kolken door de boeren en de lokale bevolking gebruikt als drinkplaats voor vee, stortplaats van afval en als vis-, zwem-, en schaatswater. In de loop van de tijd zijn ondiepe kolken verland of kolken zijn gedempt door de beschikbaarheid van grotere en sterke graafmachines. In het gebied rond de Westerwoldse Aa zijn in de jaren 60 van de vorige eeuw de meeste kolken gedempt. Een klein aantal kolken is als landschapselement bewaard gebleven. Bij de ruilverkavelingen van de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werden de kolken in het Oldambt in de meeste gevallen in het kader van het toen verplichte landschapsplan als kleine perceeltjes toegewezen aan Staatsbosbeheer. Daarop werd vaak een stukje bos aangeplant. De reden van deze bosaanplant is het idee dat natuur zonder bos geen natuur kon zijn en dat een landschapselement van verre herkenbaar moest zijn. Kolken zijn tegenwoordig kleine natuurgebiedjes, die als een archipel in het voornamelijk agrarische landschap van het Oldambt liggen.

    De zoektocht van de werkgroep naar bestaande en voormalige kolken is begonnen met een kaart van de bodemkundige Ir. De Smet, die rond 1960 uitvoerig de bodemeigenschappen en bodemgesteldheid van het Oldambtgebied heeft beschreven en in kaart gebracht. Op een van zijn kaarten heeft hij met rode lijnen de tracés van de bestaande, voormalige en vermoedelijke dijken aangegeven, die gedurende eeuwen in dit gebied aanwezig zijn of waren. Met blauwe stippen heeft hij de plaatsen gemarkeerd van bestaande, voormalige en vermoedelijke kolken. In totaal heeft hij 90 locaties gemarkeerd en daarvan heeft de werkgroep er ruim 30 teruggevonden, die aanwezig of herkenbaar waren. In deze kolken hebben vrijwilligers van IVN, KNNV en Club Oldambster Groen geïnventariseerd wat de toestand per kolk is, welke organismen er zich bevinden en welke natuurwaarden aanwezig zijn. Naast deze natuurinventarisaties heeft het project ook de doelstelling de cultuurhistorische waarden per kolk te inventariseren. Ze onderzoeken de geschiedenis van elke kolk, verzamelen er verhalen over en proberen er achter te komen, wat er met en rondom elke kolk in de loop der eeuwen is gebeurd. Naast het veldwerk is ook veel tijd doorgebracht in meerdere archieven.

     25,00
  • De scharrelaar – 2022/1

    Een nieuwe lente, een nieuwe Scharrelaar! De lente-editie van De scharrelaar staat weer boordevol met gedichten, verhalen en beschouwingen over vogels in binnen- en buitenland.

    Een kleine greep uit de rijke inhoud van deze voorjaarseditie van ‘De scharrelaar’: dit bruisende lentenummer opent met een indrukwekkend stuk van natuurjournalist Caspar Janssen, over de eerste geelgors die hij zag. Veertien jaar geleden was dat, en hij is het nooit meer vergeten. Verder leverden de dichters Benno Barnard en Kees ’t Hart lange en minder lange vogelverzen, beschrijft Nienke Beintema het bewogen zeearendenjaar 2021 en componeerde roofvogelaar Rob Bijlsma een requiem voor het boerenland. De illustraties zijn van Octavie Wolters, ze maakte zes verstilde houtsneden in zwart-wit.

     16,99
  • Handboek trekvogels

    Handboek trekvogels

    450 trekvogels overdag en ’s nachts herkennen aan geluid
    Julien Rochefort, Stanislas Wroza
     39,90

    Handboek trekvogels

    Elke lente en herfst vliegen miljoenen vogels tijdens de trek over ons heen. Ze zijn vaak niet te herkennen aan hun vluchtige silhouetten maar dankzij hun roepjes en andere geluiden kunnen we de soorten toch identificeren! In het Handboek trekvogels beschrijven de auteurs nauwkeurig de ‘trekgeluiden’ en zij classificeren deze op type. Geannoteerde sonagrammen maken het mogelijk om de roep van Europese trekkende soorten te visualiseren, te identificeren en beter te onthouden.
    • 450 beschreven soorten, met foto’s en sonagrammen
    • De essentiële kenmerken voor een doeltreffende identificatie
    • Het gedrag, de plaatsen en de perioden van passage van elke soort
    • 1.000 downloadbare geluiden om thuis of op je smartphone naar te luisteren

    Stanislas Wroza is hoofd van het team dat verantwoordelijk is voor biodiversiteitsbeoordelingen in Frankrijk en hoofd van het Nationaal Natuurhistorisch Museum. Hij werkt al jaren aan de popularisering van de bioakoestiek bij vogels.
    Julien Rochefort, autodidactisch ornitholoog. Gepassioneerd door sonagrammen bestudeert hij meer in het bijzonder de geluiden van kruisbekken.

     39,90