De verovering van Noord-Amerika
€ 19,90
Wij kennen maar één kant van de geschiedenis van Amerika: die van de Europese kolonisator. Dit boek beschrijft de andere kant. We leren de Amerikaanse geschiedenis – met name die van Noord-Amerika – kennen door de bril van de inheemse volkeren. De verovering van Noord-Amerika begint in 1492, als de kolonisatie van Amerika op gang komt. De inheemse bevolking wordt bewust besmet met dodelijke ziekten, verplaatst, achtergesteld en deels geassimileerd. De inheemse volkeren en culturen overleven hun bijnavernietiging, maar de effecten van deze kolonisatie zijn tot op de dag van vandaag merkbaar.
Tahir Vladi (1978) studeerde American Studies aan de Rijksuniversiteit Groningen en is gespecialiseerd in de geschiedenis van de inheemse volkeren van het Amerikaanse continent.
Gerelateerde boeken
-
De liederlijke middeleeuwen
De middeleeuwen van ridders en jonkvrouwen, lieflijke liederen van minnezangers zijn het resultaat van al te brave beeldvorming en in grote lijnen een concept van de negentiende eeuw. Maar hoe schraap je het laagje zoet glazuur van de mythe? De middeleeuwse cultuur laat, naast en zelfs lijnrecht tegen de hoofse idealen in, in woord en beeld een rauwere werkelijkheid doorschemeren. De teksten met diepreligieuze gebeden bevinden zich in het gezelschap van poepende jongeren en verleidelijke naakten …
Is het gewoon humor? Bedoeld als aangename verpozing voor de lezer? Of willen die erotische tekeningen de tekst gewoon afbakenen? En hoe rijm je het ideaal van de hoofse liefde met de machocultuur waarbij de man voorrang geeft aan bevrediging van zijn begeerte boven de smachtende en geduldige liefde? Kunnen we met de blik van de eenentwintigste eeuw de meerzinnige betekenis van woorden en beelden wel helemaal doorgronden?
-
Rijk, maar niet in geld
Rijk, maar niet in geld vertelt het verhaal van twee opeenvolgende Friese uitgevers, Kamminga en Laverman, tegen de achtergrond van de intellectualisering van het Fries tussen 1920 en 1970. Deze periode is achteraf beschouwd de ‘Gouden halve eeuw’ van de Friese cultuur: in die halve eeuw settelde het Fries, dat begin 1900 nog een volkstaal was, zich stevig als cultuurtaal, en dat ging gepaard met (en hing ook samen met) een opbloei van de Friestalige cultuur.
De taal is in die periode zowel geïnstitutionaliseerd als geïntellectualiseerd en met name aan die intellectualisering hebben de uitgevers van nature een belangrijke bijdrage geleverd. In die halve eeuw verschenen zo’n 3500 Friese titels op een breed gebied, waaronder kinderboeken, prentenboekjes, literatuur, biografieën, studies over ruimtevaart, sportboeken, handboeken op allerlei gebied, reisgidsen en kookboeken.
Het boek gaat dieper in op de manier waarop uitgevers functioneren in een bepaalde ontwikkelingsfase van een minderheidstaal. En niet alleen dat, maar ook hoe ze functioneerden te midden van andere instituties, zoals emancipatiebewegingen, (semi-)overheidsorganen en culturele en wetenschappelijke instellingen. Waar uitgevers in grotere taalgebieden vooral te maken hebben met de markt en in mindere mate met die institutionele achtergrond, is die verhouding in een kleinschalige omgeving geheel anders.
Tegelijk biedt dit boek ook een kijkje in de uitgeverskeuken. Dat gebeurt aan de hand van de opeenvolgende uitgevers Kamminga (ruwweg voor 1945) en Laverman (ruwweg ná 1945). Daarbij staat Kamminga model voor de aanvankelijk vernieuwingsdrang en latere politisering van het interbellum en Laverman voor de consolidatie van de naoorlogse periode. Ook de andere Friese uitgevers komen overigens uitgebreid aan bod.
Louw Dijkstra (1958) studeerde theologie, maar koos na zijn afstuderen voor een loopbaan in het boekenvak. Na een aantal jaren als vertaler voor verschillende Nederlandse uitgevers te hebben gewerkt, richtte hij in 1994 samen met een compagnon een eigen Friese uitgeverij op. Op dit moment is hij uitgever van Wijdemeer.
-
-
Ferdban
De Oudfriese oorkonden in Ferdban weerspiegelen het dagelijkse leven van gewone mensen en van de allerrijksten en allermachtigsten in Friesland. Ze gaan ook over zaken als vete en vrijheidsstrijd, de veelzijdige activiteiten van kloosters, de groeiende invloed van steden en de bijzondere positie van Ameland. Ze laten bovendien de transformatie van Friesland zien in de jaren kort na 1500, toen de roemruchte, maar in crisis verkerende Friese vrijheid werd afgelost door een strakke, maar tegelijk vernieuwende vorstenheerschappij. Een veelzijdiger inkijk in de Friese maatschappij in het herfsttij van de middeleeuwen en het prille begin van de nieuwe tijd is nauwelijks voorstelbaar.
Oebele Vries is historicus en gezaghebbend kenner van het Oudfries. Hij was universitair docent aan de Rijksuniversiteit Groningen en is nu gastonderzoeker bij de Fryske Akademy. Van zijn hand verscheen eerder Asega, is het dingtijd?, waarin hoogtepunten uit de Oudfriese wetsteksten centraal staan.