Dinogedrag
€ 39,90
Een verrassende geïllustreerde gids over deze buitengewone wezens door een wereldberoemde paleontoloog.
De paleobiologie heeft zich ontwikkeld van een speculatief vakgebied naar geavanceerde wetenschap. Vooral het onderzoek naar fossielen is de laatste jaren sterk verbeterd. Daardoor wordt steeds duidelijker hoe dinosauriërs hebben geleefd. Deze geïllustreerde gids verkent het gedrag, de evolutie, de fysiologie en het uitsterven van dinosauriërs, en neemt de lezer mee naar de mysterieuze wereld van deze tot de verbeelding sprekende dieren. Met speciaal voor dit boek door Bob Nicholls gemaakte illustraties legt Dinogedrag uit hoe de dinosauriërs elkaar het hof maakten, hoe ze vochten, wat ze aten, hoe ze bewogen, met elkaar omgingen en nog veel meer.
• Bevat een schat aan adembenemende illustraties
• Biedt nieuwe inzichten in de prehistorische wereld waarin dinosauriërs leefden
• Werpt licht op hoe dinosauriërs er werkelijk uitzagen, hoe ze bewogen en hoe snel ze renden
• Verklaart het voedingsgedrag van vleeseters, planteneters, aaseters en solitaire jagers
• Bespreekt het zicht, gehoor, de ruimtelijke oriëntatie en de intelligentie
• Brengt het sociale gedrag van dinosauriërs tot leven, van paren en ouderlijke zorg tot groepsdynamiek en migratie
• Neemt de lezer mee achter de schermen van de laatste, opwindendste ontdekkingen
MICHAEL J. BENTON is hoogleraar gewerveldenpaleontologie aan de Universiteit van Bristol en lid van de Royal Society. Eerder verscheen bij Noordboek van zijn hand Dinosauriërs – Hoe ze er werkelijk uitzagen. Tot zijn eerdere boeken behoren Dinosaurs Rediscovered: The Scientific Revolution in Paleontology en When Life Nearly Died: The Greatest Mass Extinction of All Time.
BOB NICHOLLS is een vermaard paleokunstenaar wiens werk wordt tentoongesteld in musea en universiteiten over de gehele wereld. Zijn kunst is opgenomen in talrijke boeken, waaronder Dinosaur Art en The Complete Dinosaur.
Gerelateerde boeken
-
Rijk, maar niet in geld
Rijk, maar niet in geld vertelt het verhaal van twee opeenvolgende Friese uitgevers, Kamminga en Laverman, tegen de achtergrond van de intellectualisering van het Fries tussen 1920 en 1970. Deze periode is achteraf beschouwd de ‘Gouden halve eeuw’ van de Friese cultuur: in die halve eeuw settelde het Fries, dat begin 1900 nog een volkstaal was, zich stevig als cultuurtaal, en dat ging gepaard met (en hing ook samen met) een opbloei van de Friestalige cultuur.
De taal is in die periode zowel geïnstitutionaliseerd als geïntellectualiseerd en met name aan die intellectualisering hebben de uitgevers van nature een belangrijke bijdrage geleverd. In die halve eeuw verschenen zo’n 3500 Friese titels op een breed gebied, waaronder kinderboeken, prentenboekjes, literatuur, biografieën, studies over ruimtevaart, sportboeken, handboeken op allerlei gebied, reisgidsen en kookboeken.
Het boek gaat dieper in op de manier waarop uitgevers functioneren in een bepaalde ontwikkelingsfase van een minderheidstaal. En niet alleen dat, maar ook hoe ze functioneerden te midden van andere instituties, zoals emancipatiebewegingen, (semi-)overheidsorganen en culturele en wetenschappelijke instellingen. Waar uitgevers in grotere taalgebieden vooral te maken hebben met de markt en in mindere mate met die institutionele achtergrond, is die verhouding in een kleinschalige omgeving geheel anders.
Tegelijk biedt dit boek ook een kijkje in de uitgeverskeuken. Dat gebeurt aan de hand van de opeenvolgende uitgevers Kamminga (ruwweg voor 1945) en Laverman (ruwweg ná 1945). Daarbij staat Kamminga model voor de aanvankelijk vernieuwingsdrang en latere politisering van het interbellum en Laverman voor de consolidatie van de naoorlogse periode. Ook de andere Friese uitgevers komen overigens uitgebreid aan bod.
Louw Dijkstra (1958) studeerde theologie, maar koos na zijn afstuderen voor een loopbaan in het boekenvak. Na een aantal jaren als vertaler voor verschillende Nederlandse uitgevers te hebben gewerkt, richtte hij in 1994 samen met een compagnon een eigen Friese uitgeverij op. Op dit moment is hij uitgever van Wijdemeer.
-
Friese Dijken
Het omvangrijke Friese dijksysteem, van zeedijk tot polderdijk, van zomer- en winterdijk, van dromer, waker tot slaper, is uniek in Nederland en vormt de ruggengraat van het Friese cultuurlandschap. De dijken hebben een belangrijke functie bij de bescherming tegen het water, zijn belangrijke lintvormige elementen in het landschap en vormen een samenhangende erfgoedstructuur met de terpen en middeleeuwse kerken en het watererfgoed van gemalen, molens en sluizen.
Op heldere wijze wordt de dijkenbouw en de complexe gelaagdheid van de vele honderden verschillende Friese dijken uiteengezet. In deze beschrijving wordt het accent gelegd tussen bredere geografische patronen en processen én het verbeeldende detail van de plek. Vernieuwend is de bewerking van het verhaal van de dijksystemen, zoals deze destijds door Rienks en Walther in kaart zijn gebracht. Hierin is op een fraaie wijze het Actueel Hoogtebestand Nederland als derde dimensie aan de handschetsen van Rienks en Walter toegevoegd. Tevens wordt een compleet overzicht gegeven van de verschillende Friese landschappen met de karakteristieke dijken, dijktypen en het watererfgoed en laten overtuigend zien dat de Friese dijken een archeologische archief van onschatbare internationale waarde zijn. Deze beschrijvingen zijn de basis voor het denken over de rol van de dijken in de toekomst. De betekenis van de dijken in het verleden, heden en de toekomst als gevolg van ingrijpende effecten van bijvoorbeeld verzilting en verzoeting, klimaatveranderingen en de zeespiegelrijzing is nu actueel.
-
-
De verstandige kock
De verstandige kock, of sorghvuldige huyshoudster was een kleine honderd jaar lang dé culinaire bestseller van Nederlandse bodem. Het is het enige gedrukte Nederlandstalige kookboek uit de zeventiende eeuw in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. De Amsterdamse druk uit 1669 werd als sluitstuk opgenomen in het driedelige Het Vermakelijck landtleven, een handleiding voor buitenplaatsbezitters om zelfvoorzienend te zijn. Een kookboek om lekker te koken met wat de grond schaft.
MARLEEN WILLEBRANDS, ALEXANDRA VAN DONGEN EN MANON HENZEN
De verstandige kok Lekker koken met wat de grond schaft Marleen Willebrands, neerlandica en culinair-historisch deskundige, hertaalde 194 recepten in modern-Nederlands en geeft uitgebreide achtergrondinformatie bij dit bijzondere kookboek. Alexandra van Dongen, kunsthistorica en conservator van Museum Boijmans Van Beuningen, beschrijft het keuken- en tafelgerei dat voorkomt in De verstandige kok aan de hand van eigentijdse schilderijen en voorwerpen, en koppelt dit aan de recepten. Manon Henzen, culinair historica en eigenaar van historisch kookatelier eet!verleden, bewerkte twintig tongstrelende recepten voor de moderne keuken. Zo kan iedereen de smaak van de zeventiende eeuw ontdekken.