Dinogedrag
€ 39,90
Een verrassende geïllustreerde gids over deze buitengewone wezens door een wereldberoemde paleontoloog.
De paleobiologie heeft zich ontwikkeld van een speculatief vakgebied naar geavanceerde wetenschap. Vooral het onderzoek naar fossielen is de laatste jaren sterk verbeterd. Daardoor wordt steeds duidelijker hoe dinosauriërs hebben geleefd. Deze geïllustreerde gids verkent het gedrag, de evolutie, de fysiologie en het uitsterven van dinosauriërs, en neemt de lezer mee naar de mysterieuze wereld van deze tot de verbeelding sprekende dieren. Met speciaal voor dit boek door Bob Nicholls gemaakte illustraties legt Dinogedrag uit hoe de dinosauriërs elkaar het hof maakten, hoe ze vochten, wat ze aten, hoe ze bewogen, met elkaar omgingen en nog veel meer.
• Bevat een schat aan adembenemende illustraties
• Biedt nieuwe inzichten in de prehistorische wereld waarin dinosauriërs leefden
• Werpt licht op hoe dinosauriërs er werkelijk uitzagen, hoe ze bewogen en hoe snel ze renden
• Verklaart het voedingsgedrag van vleeseters, planteneters, aaseters en solitaire jagers
• Bespreekt het zicht, gehoor, de ruimtelijke oriëntatie en de intelligentie
• Brengt het sociale gedrag van dinosauriërs tot leven, van paren en ouderlijke zorg tot groepsdynamiek en migratie
• Neemt de lezer mee achter de schermen van de laatste, opwindendste ontdekkingen
MICHAEL J. BENTON is hoogleraar gewerveldenpaleontologie aan de Universiteit van Bristol en lid van de Royal Society. Eerder verscheen bij Noordboek van zijn hand Dinosauriërs – Hoe ze er werkelijk uitzagen. Tot zijn eerdere boeken behoren Dinosaurs Rediscovered: The Scientific Revolution in Paleontology en When Life Nearly Died: The Greatest Mass Extinction of All Time.
BOB NICHOLLS is een vermaard paleokunstenaar wiens werk wordt tentoongesteld in musea en universiteiten over de gehele wereld. Zijn kunst is opgenomen in talrijke boeken, waaronder Dinosaur Art en The Complete Dinosaur.
Gerelateerde boeken
-
De liederlijke middeleeuwen
De middeleeuwen van ridders en jonkvrouwen, lieflijke liederen van minnezangers zijn het resultaat van al te brave beeldvorming en in grote lijnen een concept van de negentiende eeuw. Maar hoe schraap je het laagje zoet glazuur van de mythe? De middeleeuwse cultuur laat, naast en zelfs lijnrecht tegen de hoofse idealen in, in woord en beeld een rauwere werkelijkheid doorschemeren. De teksten met diepreligieuze gebeden bevinden zich in het gezelschap van poepende jongeren en verleidelijke naakten …
Is het gewoon humor? Bedoeld als aangename verpozing voor de lezer? Of willen die erotische tekeningen de tekst gewoon afbakenen? En hoe rijm je het ideaal van de hoofse liefde met de machocultuur waarbij de man voorrang geeft aan bevrediging van zijn begeerte boven de smachtende en geduldige liefde? Kunnen we met de blik van de eenentwintigste eeuw de meerzinnige betekenis van woorden en beelden wel helemaal doorgronden?
-
-
-