Een alomvattende filosofie
€ 32,90
Abraham Johannes Cuffeler (1637-1694) was nauw bevriend met Spinoza en raakte in de ban van diens ideeën. In zijn driedelig boek Principia Pantosophiae (Een alomvattende filosofie) poogt Cuffeler alle beschikbare kennis van zijn tijd samen te brengen. Daarmee is zijn boek een voorloper van de latere encyclopedieën.
Cuffelers verlangen naar wiskundig samenhangende, universele en allesomvattende kennis maakt zijn Principia Pantosophiae tot een wetenschappelijke utopie. Het eerste deel, hier integraal vertaald, behandelt de logica. De andere delen – over mathematica (inclusief astronomie) en fysica – behandelen onder meer de conatus van Hobbes en Spinoza. Dit betreft de kracht die beweging veroorzaakt. Cuffelers boek, hier voor het eerst in gedeeltelijke vertaling, biedt ons een uniek inkijkje in het denken van de ‘Radicale Verlichting’.
Gerelateerde boeken
-
Landschap (be)leven
In de westerse wereld wordt een landschap voorgesteld als een schouwspel. Het doet zich aan ons voor. Wij, redelijke wezens, kijken er van een afstand naar. Die rationele blik heeft beperkingen. Want kunnen we daarmee het landschap ook beleven, kunnen we erin opgaan, er onderdeel van zijn, kunnen we het landschap ‘leven’? Deze vragen staan centraal in dit veel geroemde werk van de bekende Franse filosoof François Jullien. Hij vindt de sleutel tot een nieuw ‘landschapsdenken’ in de Chinese filosofie en nodigt ons uit tot een nieuw engagement met de natuur.
-
Troost bij rouw: hoe verzacht je je verdriet
Een filosofisch zelfhulpboek bij rouwverwerking om de dood van een kind€ 17,90 -
Niet meer blaffen naar de maan
Zijn er tussen wetenschap, geloof en magie waterdichte schotten te plaatsen? Is er een verschil tussen een wonderbaarlijk mirakel en een te mijden toverkunstje? Is de rede enkel te vinden in de wetenschap of speelt die ook een rol in religie en magie? Hoe stond de kerk tegenover wetenschappelijke bevindingen?
Raoul Bauer gaat op zoek naar antwoorden op deze vragen en vindt ze onder meer in de geschriften van de grote wetenschappers uit de Middeleeuwen. We leren Isidorus van Sevilla kennen die een encyclopedie schreef die eeuwenlang gebruikt werd. Beda Venerabilis, dé wetenschapper bij uitstek van de achtste eeuw, onderzoekt mirakels, berekent de paasdatum en denkt na over het fenomeen van de getijden. Via de Karolingische renaissance komt Gerbert van Aurillac aan het woord, de paus-wiskundige van het ‘merkwaardige’ jaar 1000.
Raoul Bauer, historicus en doctor in de letteren, is emeritus hoogleraar cultuurgeschiedenis in de Associatie van de K.U.Leuven. Hij publiceerde eerder bij uitgeverij Sterck & De Vreese het boek Karel de Grote.
‘We raken nooit dichter bij het begin van alles. In die zin is in de moderne natuurkunde niet anders dan de theologie van de middeleeuwen, toen er ook heel diepzinnige vragen werden gesteld, zonder dat er antwoorden kwamen.’ – Heino Falcke, hoogleraar radioastronomie en astrodeeltjesfysica, Radboud Universiteit Nijmegen