Een politiek gevangene in Nederland
€ 27,50
Heeft Nederland een politieke gevangene? Het schokkende antwoord is: ja. De Koerdische politieke leider Hüseyin Baybasin zit al ruim 25 jaar vast in Nederland. Na de oprichting, in Den Haag, van het Koerdisch Parlement in Ballingschap werd hij in de raderen van de wereldpolitiek vermalen. Wetenschapsfilosoof Rein Gerritsen laat zien hoe een Turks-Nederlandse politie-eenheid bewijs vervalste, waarna criminologen, vertalers, rechters, raadsheren en politici in het web van leugens verstrikt raakten. Het voorwoord bij deze biografie is geschreven door een aantal gevangenisdirecteuren. Zij verzetten zich openlijk – heel ongebruikelijk voor ambtenaren – tegen Baybasins onterechte opsluiting.
Rein Gerritsen (1959) studeerde wijsbegeerte, natuurkunde en theoretische psychologie aan de Universiteit Utrecht. Hij is al jaren actief als wetenschapsfilosoof, vertaler en schrijver. Hij publiceerde eerder onder meer het boek James en vertaalde William James’ boek Pragmatism.
Dit boek werd gepresenteerd in Pakhuis de Zwijger op 13 september 2022. Sprekers waren onder meer hoogleraar wetenschapsfilosofie Ton Derksen, advocaat Adèle van der Plas, gevangenisdirecteur Frans Douw en natuurlijk auteur Rein Gerritsen zelf. Tevens betrad een aantal Koerdische politici en wetenschappers het podium.
Gerelateerde boeken
-
Het wapen van Terschelling
Het wapen van Terschelling is meer dan alleen een heraldisch symbool; het is een intrigerend stukje geschiedenis dat het eiland Terschelling verbindt met een vergeten wereld. Het idee voor dit boek ontstond tijdens een rondleiding die de schrijver Henjo Hekman als gids in Midsland verzorgde. Toen een van de bezoekers hem vroeg wat het wapen van Terschelling betekende, kon hij geen bevredigend antwoord geven. Dit moment diende als inspiratie om op ontdekkingsreis te gaan, met als resultaat dit fascinerende boek dat een unieke en boeiende kijk op de geschiedenis van het eiland Terschelling.
‘Het wapen van Terschelling, een verhaal zonder begin’ belicht de ongrijpbare geschiedenis van het wapen en de voortdurende evolutie van de afbeelding en betekenis ervan door de eeuwen heen. De herkomst van het wapen blijft omhuld in raadsels. Dit boek biedt niet enkel een verklaring, maar het prikkelt de nieuwsgierigheid en nodigt lezers uit om met de auteur op zoek te gaan naar antwoorden op vragen die mogelijk onbeantwoord zullen blijven. Juist deze raadselachtigheid maakt de geschiedenis van het wapen van Terschelling des te boeiender en relevant voor ons begrip van het huidige Terschelling.
-
Ludo ten Cate
Ludo ten Cate, genealoog tot de dood werpt een scherp licht op het leven van de genealoog Ludo ten Cate. Als hoofd van de Centrale Dienst voor Sibbekunde tijdens de Tweede Wereldoorlog was Ten Cate de autoriteit op het gebied van afstammingsonderzoek. Bovendien was hij een fanatieke SS’er die zijn expertise met betrekking tot stambomen gebruikte om de raszuiverheid van NSB’ers en SS’ers na te gaan en om Joodse mensen die probeerden hun Joods-zijn te ontkennen, op onjuistheden te betrappen.
Ten Cate’s vakkundigheid en expertise werden een wapen in de handen van de vijand; door Ten Cate’s onderzoeken hebben vele Joden niet aan deportatie kunnen ontsnappen. Met zijn maandblad Sibbe en met radiopraatjes probeerde Ten Cate mensen warm te krijgen voor genealogisch onderzoek en voor het belang van raszuiverheid. Voor de NSB schreef hij ook in hun tijdschriften en hij kwam met een handleiding voor afstammingsonderzoek.
In Ludo ten Cate, genealoog tot de dood onthult Annette Evertzen het complexe karakter van Ludo ten Cate en onderzoekt zij de vraag hoe deze man tot zijn keuzes is gekomen. In hoeverre heeft zijn eigen afstamming daar een rol in gespeeld? En hoe kon hij na de oorlog weer doorgaan met stamboomonderzoek en daar zelfs over publiceren?
Annette Evertzen raadpleegde archieven met betrekking tot de Tweede Wereldoorlog, maar vond ook in plaatselijke archieven eigen exemplaren van zijn boeken, met aantekeningen, knipsels en brieven.
-
Prinsentuin Leeuwarden
In de monumentale stadskern van Leeuwarden ligt de Prinsentuin, een van de groene parels die de Friese hoofdstad rijk is. Halverwege de zeventiende eeuw werd de tuin als lusthof aangelegd door Stadhouder Willem Frederik van Nassau. Deze lusthof kennen we nu als de Prinsentuin en bevat een schat aan bijzondere verhalen uit verschillende perioden in de geschiedenis van de stad.
Nadat in 1819 koning Willem I de hoftuin teruggaf aan de bewoners van de stad, schreef het stadsbestuur een opdracht uit tot herinrichting. Deze opdracht hield verband met de ontmanteling van het bolwerk. Daarmee was Leeuwarden een van de eerste steden in Nederland die een openbaar stadswandelpark op de vestingwerken liet aanleggen. Stadsarchitect Gerrit van der Wielen (1767-1858) en ‘architect van buitengoederen’ Lucas Pieters Roodbaard (1782-1851) werkten circa vijfentwintig jaar aan de transformatie van de stad. Naast de Prinsentuin ontwierp Roodbaard een aaneengesloten groenstructuur op het bolwerk, waarin de wandeling centraal stond. Zijn collectie ontwerptekeningen geeft een prachtige inzage in de gefaseerde aanleg vanaf 1821 tot ongeveer 1846.
Nu, tweehonderd jaar nadat werd aangevangen met de omvorming van de Prinsentuin tot openbaar stadswandelpark, heeft het monumentale groen een nieuwe betekenis gekregen. Het park herbergt het verhaal van het verleden, maar het vraagt tegelijkertijd om een toekomstbestendige visie.