Eigenheid
€ 24,90
Hoe ontstaan regionale culturen? Zijn ze de moeite waard om te behouden? Op zoek naar antwoorden op deze vragen, neemt de Friese politicus Sietske Poepjes ons mee op een persoonlijke en historisch getinte rondreis die begint in Sneek en die – via Joods Antwerpen, The Middle of Nowhere, Groningen en Boedapest – daar ook weer eindigt.
De Friese cultuur blijkt overeenkomsten te hebben met die van andere regionale minderheidsgroepen. Dat komt door een gedeelde achtergrond van onderdrukking en agressie. Toch heeft ieder volk ook een eigen karakter en een zelfstandige blik op eigenheid. En juist dat maakt ze zo waardevol.
Sietske Poepjes (Harlingen, 1979) is een jurist en CDA-politicus. Ze studeerde Staats- en Bestuursrecht en Rechtstheorie aan de Rijksuniversiteit Groningen en werkte daarna als beleidsmedewerker ruimtelijke ordening en als juridisch controller bij de gemeente Lemsterland. Daarna was zij juridisch adviseur bij de Stichting Duurzame Garnalenvisserij en lid van de Provinciale Staten van Fryslân. Sinds 2011 is zij lid van de Gedeputeerde Staten van Fyslân. Ze bekleedde diverse portefeuilles en heeft sinds 2019 de portefeuilles Klimaat, Energie, Cultuur, Onderwijs en taal. Daarnaast was zij tot de zomer van 2023 loco-commissaris van de Koning.
Gerelateerde boeken
-
Kloostermoppen
In de twaalfde en vooral de dertiende eeuw vestigden zich onder meer de kloosterorden van de cisterciënzers en de premonstratenzers in Noord-Nederland. Naar voorbeeld van de moederkloosters introduceerden de kloosterlingen grote bakstenen, kloostermoppen genoemd, waarmee ze vanaf het midden van de twaalfde eeuw tot in de zestiende eeuw kerken en kloosters bouwden. In dezelfde periode gebruikten ook vermogende particulieren de grote bakstenen voor de bouw van hun steenhuizen. Vanaf midden dertiende eeuw begonnen de steden zich te ontwikkelen, waarbij de bakstenen werden gebruikt voor stadsmuren en particuliere huizen. Baksteen bood de bouwheren goede mogelijkheden en was duurzamer dan de natuursteen die tot het einde van de twaalfde eeuw werd toegepast als bouwmateriaal. Klei was voor de productie en turf voor het bakken van stenen in ruime mate voorhanden in de provincie Groningen.
In Kloostermoppen, middeleeuws bouwmateriaal in stad en provincie Groningen beschrijven Edward Houting en Hans Vrijer circa 200 middeleeuwse kerken, kloosters, steenhuizen en stadsmuren. Hiermee wordt voor het eerst een uitgebreid overzicht in boekvorm gegeven van het ontstaan en de toepassing van kloostermoppen in Groningen. De uitgave is ruim geïllustreerd met foto’s, bouwtekeningen van middeleeuwse kerken en kerktorens, kaarten en oude prenten. Bovendien voert een wandeling in de binnenstad van Groningen langs zichtbare overblijfselen van middeleeuwse gebouwen.
-
De fjildferhalen
Rink van der Velde fielde him nearne sa goed thús as yn fjild en bosk. As jonge strúnde er om yn ’e bosken fan Beetstersweach en learde er de natuer troch skerp observearjen fan tichtby kennen. Fiskje en jeie wie syn lust en syn libben.
En harkje nei de ferhalen fan manlju dy’t de tiid noch meimakke hiene, dat minsken libje moasten fan fiskerij, mollefangen en de jacht op murden.
De fjildferhalen fan Rink van der Velde binne prachtich skreaun en steane fol mei sekuere observaasjes fan it hâlden en dragen fan minske en bist yn it iepen fjild.De fjildferhalen is in werútjefte fan de ferhalebondel fan Rink van der Velde (1932-2001), ien fan de populêrste skriuwers dy’t Fryslân kend hat.
-
Underweis
Underweis komme jo de moaiste ferhalen tsjin, wit Bonne Speerstra nei in libben as feekeapman en fertsjintwurdiger. Yn dit boek beskriuwt er de meast bysûndere ferhalen, humoristyske foarfallen en oangripende moetings.
Tagelyk fertelt er de famyljeskiednis fan de Speerstra’s en dêrmei ek de ûntjouwing fan it boerelibben yn Fryslân.
Yn Underweis jout Speerstra mei in myld each en gefoel foar humor stal oan de ferhalen fan en oer it plattelân.